zondigen

werkw.

Uitspraak:	[ˈzɔndəxə(n)]
Afbreekpatroon:	zon·di·gen
Vervoegingen:	zondigde (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:	heeft gezondigd (volt.deelw.)

een (geloofs)regel overtreden

Voorbeeld:

`zondigen tegen een principe`

© Kernerman Dictionaries.

dwalen   zonbegaan   

•het overtreden van een religieuze wet. •tweede betekenisomschrijving. •enz.

dingen doen die volgens de godsdienst niet mogen vb: hij heeft zijn hele leven al veel gezondigd zondigen tegen een regel [je er niet aan houden]

1) Dwalen 2) Een fout begaan 3) Misdoen 4) Overtreden 5) Vallen 6) Zonden begaan 7) Een overtreding begaan

zonde begaan Jaar van herkomst: 1240 (VMNW )

Toon uitgebreidere definities

• bezondigen• bezondigen• zich bezondigen

zondigen (zonde begaan)

Wat is de verleden tijd van zondigen?

De verleden tijd van zondigen is 'zondigde'. Het voltooid deelwoord is 'heeft gezondigd'.

Wat betekent zondigen?

'een (geloofs)regel overtreden'

Hoe spel je zondigen?

zondigen spel je Z O N D I G E N

Wat is een ander woord voor zondigen?

Andere woorden voor zondigen zijn dwalen en zonbegaan.

Zoek zondigen op Woordenlijst.org
Zoek zondigen op Google
Zoek zondigen op Wikipedia