I de wagen

zelfst.naamw. (m.)
Uitspraak:  ['waxə(n)]
Afbreekpatroon:  wa·gen
Verbuigingen:  wagens (meerv.)

1) voertuig, meestal op vier wielen en zonder motor
Voorbeelden:  `aanhangwagen`,
`winkelwagentje`
Synoniem:  kar

2) auto
Voorbeeld:  `vrachtwagen`


II wagen

werkw.
Uitspraak:  ['waxə(n)]
Afbreekpatroon:  wa·gen
Vervoegingen:  waagde (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:  heeft gewaagd (volt.deelw.)

(iets gevaarlijks of iets waarvan je niet goed weet of het zal lukken) doen
Voorbeelden:  `een poging wagen`,
`Hij waagde het erop en liet zijn paraplu thuis.`,
`Waag het niet om dichterbij te komen!`,
`Ik waag mij niet op het ijs.`,
`waaghals`
Synoniem:  riskeren

Zie ook:  waag


Synoniemen
aandurven   auto   avonturen   durven   kar   paardenwagen   rijtuig   riskeren   vehikel   voertuig   

Spreekwoorden en zegswijzen
• krakende wagens lopen/rijden het langst (=nieuw hoeft niet altijd beter te zijn / mensen die vaak ziek zijn worden vaak toch heel oud)
• je in het hol van de leeuw wagen (=een groot risico nemen , rechtstreeks bij de vijand te rade gaan)
• het vijfde rad/wiel aan de wagen (=totaal overbodig, ongewenst)
• het slechtste wiel van de wagen kraakt meest. (=de minst competente persoon is vaak ook de luidste)
• het paard achter de wagen spannen (=iets nutteloos doen of verkeerd aanpakken)
Toon alle 8 spreekwoorden die wagen bevatten

Intensiveringen
Hoe kun je met wagen een ander begrip versterken?
wagenwijd;

13 definities op Encyclo
  • vervoermiddel dat bestaat uit een kar of bak met vier wielen vb: de baby ligt in de kinderwagen ze komen met de wagen [met de auto]
  • je niet door angst of onzekerheid laten tegenhouden vb: hij waagde het toch naar huis te rijden met die gladheid een kansje wagen [iets proberen] waag het niet om ...! [doe het niet] wie niet waagt die niet wint [wie iets wil bereiken, moet een risico nemen]
  • •auto.
  • [Mil. Woordenboek, spelling van 1861 ``Wagen``] De opmerking, dat men in den oorlog weinig met zekerheid kan voorzien, is zeer oud en waarschijnlijk even oud als de oorlog zelf. Naarmate van het karakter der legeraanvoerders heeft zij aanleiding gegeven tot eene zeer verschillende handelwi...
  • 1) door een lastdier of motorvoertuig voortgetrokken, zwaar voertuig met in de regel vier grote of stevige wielen, dat vooral dient voor vrachttransport en soms is ingericht voor personenvervoer 2) spoorrijtuig dat wordt voortgetrokken door een locomotief of door een motorwagen van een tr...
Toon uitgebreidere definities

Deze woorden beginnen met wagen:
wagenaswagenbakWageningenwagenparkwagensmeerwagenspelwagenwielwagenwijdwagenziekwagenziekte

Deze woorden eindigen op wagen:
aanhangwagenbestelwagenbezemwagenformulewagenSRV-wagenambulancewagenarrestantenwagenbagagewagenbakwagenbedrijfswagenbeestenwagenbenenwagenbierwagenbijwagenbluswagenboerenwagenbolderwagenboodschappenwagenbrandweerwagenkinderwagen

Herkomst volgens etymologiebank.nl
  1. wagen (in beweging zijn)
  2. wagen (riskeren)
  3. wagen (voertuig)
  4. wagen = gewagen (vermelden)


Taaladvies
  1. Wat is correct: De trainer wil er zich niet aan wagen of De trainer wil zich er niet aan wagen? Zie Er zich / zich er
  2. Waar komt de uitdrukking de dood of de gladiolen vandaan en wat wordt ermee bedoeld? Zie De dood of de gladiolen
  3. Wat is juist: de risico of het risico? Zie De / het risico


Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Is het 'de wagen' of 'het wagen'?
Het is 'de wagen', want wagen is mannelijk. Als je het aanwijst is het 'die wagen'.
Wat is het meervoud van wagen?
Het meervoud van wagen is 'wagens'. Eén wagen, twee wagens.
Wat betekent wagen?
'voertuig, meestal op vier wielen en zonder motor' en 'auto'
Hoe spel je wagen?
wagen spel je W A G E N
Wat is een ander woord voor wagen?
Andere woorden voor wagen zijn aandurven, auto, avonturen, durven, kar, paardenwagen, rijtuig, riskeren, vehikel en voertuig.

Op andere websites
Zoek wagen op Woordenlijst.org
Zoek wagen op Google
Zoek wagen op Wikipedia