vrijmaken

werkw.

Uitspraak:	['vrɛimakə(n)]
Afbreekpatroon:	vrij·ma·ken
Vervoegingen:	maakte vrij (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:	heeft vrijgemaakt (volt.deelw.)

1) beschikbaar maken

Voorbeelden:	`geld vrijmaken voor de renovering van het stadhuis`, `tijd vrijmaken voor`
je kunnen vrijmaken	() `Vrijdagmiddag kan ik me wel een paar uur vrijmaken.` Synoniem: je aan verplichtingen onttrekken en tijd beschikbaar hebben
de weg vrijmaken voor	(iets mogelijk maken) `Het akkoord heeft de weg vrijgemaakt voor een overgangsregering en vrije verkiezingen.`

2) leeg maken

Voorbeeld:	`de tafel vrijmaken`
Synoniem:	opruimen

© Kernerman Dictionaries.

afhelpen   banen   bevrijden   emanciperen   loslaten   verlossen   vrijlaten   vrijvechten   

(Let op: oude spelling) een uit de trance komend medium geheel vrijmaken van de invloeden, die het in beslag hadden genomen. Zie Ook demagnetiseren.

1) Afhelpen 2) Banen 3) Bevrijden 4) Deblokkeren 5) Degageren 6) Emanciperen 7) Inlossen 8) Inruimen 9) Loslaten 10) Ontboezemen 11) Ontdoen 12) Ontslaan 13) Ontslaven 14...

Een boom maakt zich vrij door wortelvorming boven de entplaats. Hierdoor gaat het groeiverzwakkend effect van de onderstam verloren.

Toon uitgebreidere definities

• zich vrijmaken

Wat is een samengesteld werkwoord? Zie Samengesteld werkwoord

Wat is de verleden tijd van vrijmaken?

De verleden tijd van vrijmaken is 'maakte vrij'. Het voltooid deelwoord is 'heeft vrijgemaakt'.

Wat betekent vrijmaken?

'beschikbaar maken' en 'leeg maken'

Hoe spel je vrijmaken?

vrijmaken spel je V R I J M A K E N

Wat is een ander woord voor vrijmaken?

Andere woorden voor vrijmaken zijn afhelpen, banen, bevrijden, emanciperen, loslaten, verlossen, vrijlaten en vrijvechten.

Zoek vrijmaken op Woordenlijst.org
Zoek vrijmaken op Google
Zoek vrijmaken op Wikipedia