I het vlak

zelfst.naamw.

Uitspraak:	[vlɑk]
Verbuigingen:	vlakken (meerv.)

platte kant van een voorwerp

Voorbeeld:	`Een dobbelsteen heeft zes vlakken.`
op het vlak van	(op het gebied van of wat betreft) `Hij is deskundig op het vlak van internationaal recht.` Synoniem: inzake

II vlak

bijv.naamw.

Uitspraak:

[vlɑk]

1) (van een oppervlak) plat

Voorbeelden:

`Het vlakke landschap wordt hier en daar onderbroken door een rijtje bomen.`, `een computer met een vlak scherm`

2) (van geluid) zonder afwisseling

Voorbeeld:	`een vlakke stem`
Synoniem:	monotoon

III vlak

bijwoord

Uitspraak:

[vlɑk]

1) meteen (vóór of na iets)

Voorbeeld:

`Vlak nadat ik jou gebeld had, belde hij mij.`

2) zeer dicht (bij, onder, naast enz.)

Voorbeelden:

`Opeens stopte vlak voor mij een auto, die ik niet meer kon ontwijken.`, `Ik woon vlak bij het strand.`

© Kernerman Dictionaries.

direct   effen   egaal   emotieloos   exact   gebied   geëgaliseerd   gelijk   geslepen   glad   horizontaal   juist   lijnrecht   monotoon   oppervlak   plat   precies   scherp   strak   toonloos   vlakuit   hobbelig (antoniem)   

• op het hellend vlak (=onzeker)
Naar de spreekwoorden

Hoe kun je met vlak een ander begrip versterken?
vlak langs
Hoe kun je vlak krachtiger uitdrukken?
vlak als een biljart; vlak als een biljartlaken
Uitdrukkingen die vlak betekenen (waarin het woord zelf niet voorkomt):
glad als een spiegel; waterglad;

(1) Ook: denning. Vlakke gedeelte van het onderwaterschip; bodem van het schip. (2) Ondiepte.

• [wiskunde] een verzameling punten die twee dimensies vult. •zonder bergen of dalen. • [verkeer

met een oppervlak zonder bobbels vb: op een vlak stuk land zetten we de tent op Synoniemen: glad egaal effen gelijk Tegenstelling: ongelijk zonder hoogte- en dieptepunten...

meteen of direct vb: vlak na zijn verjaardag moest hij op reis

wat bij een vak of hobby hoort vb: op het financiële vlak heeft hij niets te vertellen problemen op het persoonlijke vlak [persoonlijke problemen]

Toon uitgebreidere definities

• vlak gelaat• vlak karakter• vlak langs• vlak maken• vlak personage• vlak uit• vlak voor• vlak-vlak-vlak• vlakbank• vlakbegrenzing• vlakbegrenzingen• vlakbij• vlakbodem• vlakbodemreservoir• vlakbodemreservoirs• vlakcoördinaten• vlakdekkend• vlakdichtend• vlakdruk• vlakgang
• Toon alle woorden die beginnen met vlak

• aardoppervlak• achtvlak• baanvlak• beeldvlak• bovenvlak• dakvlak• draagvlak• drievlak• equipotentiaalvlak• gewelfvlak• glijspiegelvlak• glijvlak• grondvlak• hyperoppervlak• hypervlak• kielvlak• kloofvlak• koppelvlak• kristalvlak• lichaamsoppervlak
• Toon alle woorden die eindigen op vlak

1. vlak (plat; platte kant)
2. vlak = vlek (smet)

Is het 'de vlak' of 'het vlak'?

Het is 'het vlak', want vlak is onzijdig. Als je het aanwijst is het 'dat vlak'.

Wat is het meervoud van vlak?

Het meervoud van vlak is 'vlakken'. Eén vlak, twee vlakken.

Wat betekent vlak?

'platte kant van een voorwerp'

Hoe spel je vlak?

vlak spel je V L A K

Wat is een ander woord voor vlak?

Andere woorden voor vlak zijn direct, effen, egaal, emotieloos, exact, gebied, geëgaliseerd, gelijk, geslepen, glad, horizontaal, juist, lijnrecht, monotoon, oppervlak, plat, precies, scherp, strak, toonloos en vlakuit.

Wat is het tegenovergestelde van vlak?

Een antoniem van vlak is hobbelig.

Zoek vlak op Woordenlijst.org
Zoek vlak op Google
Zoek vlak op Wikipedia