vergoeden

werkw.

Uitspraak:	[vər'xudə(n)]
Afbreekpatroon:	ver·goe·den
Vervoegingen:	vergoedde (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:	heeft vergoed (volt.deelw.)

1) (iemand) iets teruggeven of belonen voor wat je gekregen hebt

Voorbeeld:	`de geleden schade van iemand vergoeden`
Synoniem:	vergelden (2)

2) willen betalen

Voorbeeld:	`een deel van de ziektekosten worden vergoed door het ziekenfonds`
Synoniem:	dekken (2)

© Kernerman Dictionaries.

afkopen   compenseren   goedmaken   restitueren   schadeloosstellen   terugbetalen   

• [ditr] "iemand iets ~": aan iemand compensatie verlenen voor gemaakte kosten of geleden schade. •tweede betekenisomschrijving. •enz.

betalen wat het kost vb: de verzekering vergoedt de schade Synoniem: dekken

1) Afkopen 2) Belonen 3) Betalen 4) Bonificeren 5) Compenseren 6) Dekken 7) Goedmaken 8) Herstellen 9) Lonen 10) Racheleren 11) Recompenseren 12) Rembourseren 13) Remuner...

Toon uitgebreidere definities

Wat is de verleden tijd van vergoeden?

De verleden tijd van vergoeden is 'vergoedde'. Het voltooid deelwoord is 'heeft vergoed'.

Wat betekent vergoeden?

'(iemand) iets teruggeven of belonen voor wat je gekregen hebt' en 'willen betalen'

Hoe spel je vergoeden?

vergoeden spel je V E R G O E D E N

Wat is een ander woord voor vergoeden?

Andere woorden voor vergoeden zijn afkopen, compenseren, goedmaken, restitueren, schadeloosstellen en terugbetalen.

Zoek vergoeden op Woordenlijst.org
Zoek vergoeden op Google
Zoek vergoeden op Wikipedia