verbouwen

werkw.

Uitspraak:	[vərˈbɑuwə(n)]
Afbreekpatroon:	ver·bou·wen
Vervoegingen:	verbouwde (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:	heeft verbouwd (volt.deelw.)

1) (een gebouw of ruimte) ingrijpend veranderen ^architectuur

Voorbeeld:	`de badkamer verbouwen`
Als je niet aan hun eisen voldoet, komen ze de boel even verbouwen.	(als je niet doet wat ze zeggen, komen ze alles vernielen)

2) (gewassen) telen ^landbouw

Voorbeeld:

`op een klein lapje grond je eigen groente verbouwen`

© Kernerman Dictionaries.

aankweken   aanplanten   fokken   genereren   kweken   opknappen   opkweken   planten   procreëren   telen   vertimmeren   voortbrengen   

laten groeien uit zaad vb: deze boer verbouwt aardappels Synoniem: kweken gedeeltelijk afbreken en weer opbouwen vb: wij hebben dit voorjaar ons huis verbouwd

1) Aanbouwen 2) Aankweken 3) Aanplanten 4) Een pak slaag geven 5) Fokken 6) Genereren 7) Grondig vernielen 8) Herbouwen 9) In elkaar slaan 10) Kort en klein slaan 11) Kwe...

Toon uitgebreidere definities

verbouwen

1. Wat is juist: eensteensmuur of éénstéénsmuur? Zie eensteensmuur / éénstéénsmuur
2. Is kunststoffen juist in kunststoffen kozijnen? Zie Kunststof / kunststoffen kozijnen
3. Is dit juist: de te bouwen woningen? Zie de te bouwen woningen

Wat is de verleden tijd van verbouwen?

De verleden tijd van verbouwen is 'verbouwde'. Het voltooid deelwoord is 'heeft verbouwd'.

Wat betekent verbouwen?

'(een gebouw of ruimte) ingrijpend veranderen' en '(gewassen) telen'

Hoe spel je verbouwen?

verbouwen spel je V E R B O U W E N

Wat is een ander woord voor verbouwen?

Andere woorden voor verbouwen zijn aankweken, aanplanten, fokken, genereren, kweken, opknappen, opkweken, planten, procreëren, telen, vertimmeren en voortbrengen.

Zoek verbouwen op Woordenlijst.org
Zoek verbouwen op Google
Zoek verbouwen op Wikipedia