trakteren

werkw.

Uitspraak:	[trɑkˈterə(n)]
Afbreekpatroon:	trak·te·ren
Vervoegingen:	trakteerde (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:	heeft getrakteerd (volt.deelw.)

iets lekkers uitdelen, bijvoorbeeld ter gelegenheid van een bepaalde gebeurtenis

Voorbeeld:	`Als ik slaag trakteer ik iedereen op appeltaart`
Ik trakteer!	(ik betaal deze consumpties)
iemand op een pak slaag trakteren	(iemand slaan)

© Kernerman Dictionaries.

aanbieden   fuiven   onthalen   uitdelen   vergasten   vrijhouden   

iets lekkers aanbieden vb: als je jarig bent, mag je op lolly's trakteren ik trakteer [ik betaal de rekening]

onthalen Jaar van herkomst: 1785 (WNT )

1) Aanbieden 2) Behandelen 3) Feestelijk onthalen 4) Fooien 5) Fuiven 6) Geven 7) Iets lekkers uitdelen 8) Onthalen 9) Op lekkernijen onthalen 10) Regaleren 11) Ronddelen...

Toon uitgebreidere definities

• trakteren of tracteren

trakteren (onthalen)

Waar komt het `verbod` om gebakje te zeggen in plaats van taartje vandaan? Zie Taartje / gebakje

Wat is de verleden tijd van trakteren?

De verleden tijd van trakteren is 'trakteerde'. Het voltooid deelwoord is 'heeft getrakteerd'.

Wat betekent trakteren?

'iets lekkers uitdelen, bijvoorbeeld ter gelegenheid van een bepaalde gebeurtenis'

Hoe spel je trakteren?

trakteren spel je T R A K T E R E N

Wat is een ander woord voor trakteren?

Andere woorden voor trakteren zijn aanbieden, fuiven, onthalen, uitdelen, vergasten en vrijhouden.

Zoek trakteren op Woordenlijst.org
Zoek trakteren op Google
Zoek trakteren op Wikipedia