teruggaan

werkw.
Uitspraak:  [təˈrʏxan]
Afbreekpatroon:  te·rug·gaan
Vervoegingen:  ging terug (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:  is teruggegaan (volt.deelw.)

gaan naar de plaats waar je vandaan komt
Voorbeeld:  `terug naar huis gaan`

© Kernerman Dictionaries.

Synoniemen
achteruitgaan   afnemen   bezwijken   dalen   dateren   declineren   instorten   keren   minder worden   minderen   minworden   omkeren   tanen   tenondergaan   teruggrijpen   vergaan   verminderen   verrotten   verteren   vervallen   wegrotten   zinken   

3 definities op Encyclo
  • •naar de punt van vertrek gaan.
  • in tegengestelde richting gaan vb: halverwege zijn we teruggegaan Synoniemen: keren omdraaien omkeren
  • 1) Achteruitgaan 2) Achteruitlopen 3) Achteruitwijken 4) Afnemen 5) Bezwijken 6) Dalen 7) Dateren 8) Declineren 9) Deinzen 10) Instorten 11) Keert maken 12) Keren 13) Min...
  • Toon uitgebreidere definities

    Deze woorden beginnen met teruggaan:
    teruggaan opteruggaandteruggaande slag

    Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
    Wat is de verleden tijd van teruggaan?
    De verleden tijd van teruggaan is 'ging terug'. Het voltooid deelwoord is 'is teruggegaan'.
    Wat betekent teruggaan?
    'gaan naar de plaats waar je vandaan komt'
    Hoe spel je teruggaan?
    teruggaan spel je T E R U G G A A N
    Wat is een ander woord voor teruggaan?
    Andere woorden voor teruggaan zijn achteruitgaan, afnemen, bezwijken, dalen, dateren, declineren, instorten, keren, minder worden, minderen, minworden, omkeren, tanen, tenondergaan, teruggrijpen, vergaan, verminderen, verrotten, verteren, vervallen, wegrotten en zinken.

    Op andere websites
    Zoek teruggaan op Woordenlijst.org
    Zoek teruggaan op Google
    Zoek teruggaan op Wikipedia