stoppen

werkw.

Uitspraak:	[ˈstɔpə(n)]
Afbreekpatroon:	stop·pen
Vervoegingen:	stopte (verl.tijd enkelv.)

1) tot stilstand komen of brengen

Vervoegingen:	is, heeft gestopt (volt.deelw.)
Voorbeelden:	`We zijn gestopt voor het rode stoplicht.`, `We hebben het proces gestopt.`
Antoniemen:	voortgaan, voortzetten

2) ophouden met (iets)

Vervoegingen:	is gestopt (volt.deelw.)
Voorbeelden:	`stoppen met roken`, `Ik ben gestopt met werken.`
Synoniem:	beëindigen

3) (in een ruimte) doen

Vervoegingen:	heeft gestopt (volt.deelw.)
Voorbeeld:	`je sleutels in je zak stoppen`

4) (een gat of ruimte) vullen, ook specifiek met wollen draden dichtmaken

Vervoegingen:	heeft gestopt (volt.deelw.)
Voorbeelden:	`een gat in je sok stoppen`, `een pijp stoppen met tabak`

Zie ook:

stop

aborteren   afhaken   afremmen   afslaan   afsluiten   afstoppen   afvallen   afzeggen   afzetten   afzien van   beëindigen   blijven staan   dichten   dichtmaken   dichtstoppen   een einde maken aan   eindigen   ermee uitscheiden   eruitstappen   gaten dichten   halt houden   halthouden   inhouden   opgeven   ophouden   opvullen   plaatsen   remmen   staken   stilhouden   stilstaan   stilzetten   stopzetten   toestoppen   uitscheiden   verstoppen   volstoppen   doorrijden (antoniem)   

• onder de (groene) zoden stoppen (=iemand begraven)
• iets in zijn holle kies kunnen stoppen (=gezegd van eten : het is de moeite niet, het is te weinig)
• iets in de doofpot stoppen (=ergens totaal niet meer over praten, verzwijgen)
• het ene gat met het andere stoppen (=het slecht beheren van geld door met de ene schuld de andere af te lossen)
• de stoppen slaan bij hem door (=hij verliest zijn zelfbeheersing)
Toon alle 6 spreekwoorden die stoppen bevatten

Uitdrukkingen die stoppen betekenen (waarin het woord zelf niet voorkomt):
de stekker eruit trekken;

• [I] dichtmaken [II] stilstaan, stilzetten
• •herstellen (van een gat). •vullen (van een pijp). •doen halthouden. •ophouden, ermee kappen.
• niet meer doorgaan vb: zij is gestopt met roken Synoniemen: eindigen ophouden uitscheiden staken afnokken Tegenstellingen: beginnen aanbreken intreden tot stilstand komen of tot stilstand brengen vb: de bus stopt voor de deur dichtmaken vb: hij stopte het gat met cement het erin steken, er...
• Let op: Spelling van 1858 (zeeterm), den afloop van den vloed, voor anker liggende, verwachten
• 1) Aanhouden 2) Aanleggen 3) Aborteren 4) Afdichten 5) Afhaken 6) Afkitten 7) Aflaten 8) Afnokken 9) Afremmen 10) Afslaan 11) Afsluiten 12) Afstoppen 13) Afvallen 14) Afzeggen 15) Afzetten 16) Beëindigen 17) Blijven steken 18) De activiteit onderbreken 19) Dichten 20) Dichtmaken 21) Dicht...

Toon uitgebreidere definities

• stoppenkast

• instoppen• bestoppen• ontstoppen• opstoppen• toestoppen• verstoppen• volstoppen• wegstoppen

1. stoppen (dichtmaken, insteken)
2. stoppen (stilstaan)

1. Is het juist om te zeggen dat het stoplicht op groen staat? Zie Stoplicht / verkeerslicht
2. Waar komt iets aan de wilgen hangen vandaan? Zie Iets aan de wilgen hangen

Wat betekent stoppen?

'tot stilstand komen of brengen' en 'ophouden met (iets)' en '(in een ruimte) doen' en '(een gat of ruimte) vullen, ook specifiek met wollen draden dichtmaken'

Hoe spel je stoppen?

stoppen spel je S T O P P E N

Wat is een ander woord voor stoppen?

Andere woorden voor stoppen zijn aborteren, afhaken, afremmen, afslaan, afsluiten, afstoppen, afvallen, afzeggen, afzetten, afzien van, beëindigen, blijven staan, dichten, dichtmaken, dichtstoppen, een einde maken aan, eindigen, ermee uitscheiden, eruitstappen, gaten dichten, halt houden, halthouden, inhouden, opgeven, ophouden, opvullen, plaatsen, remmen, staken, stilhouden, stilstaan, stilzetten, stopzetten, toestoppen, uitscheiden, verstoppen en volstoppen.

Wat is het tegenovergestelde van stoppen?

Een antoniem van stoppen is doorrijden.

Zoek stoppen op Woordenlijst.org
Zoek stoppen op Google
Zoek stoppen op Wikipedia