scoren

werkw.

Uitspraak:	[ˈskorə(n)]
Afbreekpatroon:	sco·ren
Vervoegingen:	scoorde (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:	heeft gescoord (volt.deelw.)

1) een punt maken in een wedstrijd ^sport

Voorbeeld:

`een doelpunt scoren`

2) succes behalen

Voorbeeld:

`Het bedrijf scoorde met een bijzondere reclamestunt.`

3) verwerven ^informeel

Voorbeeld:

`na het stappen nog even een frietje scoren`

© Kernerman Dictionaries.

behalen   spuiten   

• scoren alsof het warme broodjes zijn (=scoren alsof het helemaal niets is)
Naar de spreekwoorden

Hoe kun je scoren krachtiger uitdrukken?
hoog scoren met;

(=) decoderen. Onderdeel van een toneelstuk: coderen, stapelen en scoren.

•een doelpunt maken.

punten halen vb: hij heeft in die wedstrijd wel drie keer gescoord hoog scoren [veel punten halen]

1) Behalen 2) Doel treffen 3) Doelen 4) Doelpunten 5) Doelpunten maken 6) Een doelpunt maken 7) Een goal maken 8) Een punt maken 9) Een punt maken in een wedstrijd 10) Ee...

Toon uitgebreidere definities

• scoren tegen• scorend

• tegenscoren• jezelf hoog scoren• prestatiescoren

scoren

1. Wordt het Engelse werkwoord to baseball net zo vervoegd als een regelmatig Nederlands werkwoord? Zie scoren / scoort
2. Is touchdown correct geschreven? Zie touchdown
3. Wat wordt in het voetbal nu precies verstaan onder een hattrick? Zie Hattrick (betekenis)

Wat is de verleden tijd van scoren?

De verleden tijd van scoren is 'scoorde'. Het voltooid deelwoord is 'heeft gescoord'.

Wat betekent scoren?

'een punt maken in een wedstrijd' en 'succes behalen' en 'verwerven'

Hoe spel je scoren?

scoren spel je S C O R E N

Wat is een ander woord voor scoren?

Andere woorden voor scoren zijn behalen en spuiten.

Zoek scoren op Woordenlijst.org
Zoek scoren op Google
Zoek scoren op Wikipedia