polsen

werkw.
Uitspraak:  [ˈpɔlsə(n)]
Afbreekpatroon:  pol·sen
Vervoegingen:  polste (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:  heeft gepolst (volt.deelw.)

aan iemand vragen hoe hij of zij over iets denkt
Voorbeeld:  `voorzichtig polsen of de buren bezwaar zouden hebben tegen een hoge schutting`

Zie ook:  pols


Synoniemen
loden   peilen   sonderen   vademen   

6 definities op Encyclo
  • uithoren, de mening vragen.
  • erachter proberen te komen hoe hij over iets denkt vb: wil jij eens polsen of mijnheer Kreb soms voorzitter wil worden?
  • 1) Aan de tand voelen 2) Aftasten 3) Benaderen 4) De pols voelen 5) Iemand voorzichtig uithoren 6) Informeren 7) Loden 8) Onderzoeken 9) Peilen 10) Plant 11) Roeren in het water 12) Sonderen 13) Toetsen 14) Uithoren 15) Uitvragen 16) Vademen 17) Voelhoorns uitsteken 18) Voorzichtig vragen
  • 1) Benaderen 2) Loden 3) Onderzoeken 4) Peilen 5) Sonderen 6) Toetsen 7) Uithoren 8) Vademen 9) Vragen
  • peilen
Toon uitgebreidere definities

Herkomst volgens etymologiebank.nl
polsen (peilen)

Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Wat is de verleden tijd van polsen?
De verleden tijd van polsen is 'polste'. Het voltooid deelwoord is 'heeft gepolst'.
Wat betekent polsen?
'aan iemand vragen hoe hij of zij over iets denkt'
Hoe spel je polsen?
polsen spel je P O L S E N
Wat is een ander woord voor polsen?
Andere woorden voor polsen zijn loden, peilen, sonderen en vademen.

Op andere websites
Zoek polsen op Woordenlijst.org
Zoek polsen op Google
Zoek polsen op Wikipedia