opstoken

werkw.
Uitspraak:  [ˈɔpstokə(n)]
Afbreekpatroon:  op·sto·ken
Vervoegingen:  stookte op (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:  heeft opgestookt (volt.deelw.)

1) (brandstof) verbranden
Voorbeeld:  `de hele wintervoorraad opstoken`

2) (iemand) opgewonden maken waardoor hij of zij iets onverstandigs gaat doen
Voorbeeld:  `Zijn vrienden hadden hem opgestookt om een auto te stelen.`

© Kernerman Dictionaries.

Synoniemen
aanblazen   aanstoken   aanwakkeren   aanzetten   agiteren   opfokken   ophitsen   opjutten   oppoken   opruien   opstokerij   opwinden   poken   schudden   stoken   verbruiken   

2 definities op Encyclo
  • 1) Aanblazen 2) Aanboeten 3) Aandrijven 4) Aanhitsen 5) Aanschenden 6) Aanstoken 7) Aanvuren 8) Aanwakkeren 9) Aanzetten 10) Agiteren 11) Hitsen 12) Instigeren 13) Kwaads...
  • veel druk uitoefenen om iemand iets te laten doen vb: zij heeft haar broer opgestookt om die inbraak te plegen Synoniemen: opzwepen ophitsen feller laten branden vb: hij ...
  • Toon uitgebreidere definities

    Deze woorden eindigen op opstoken:
    iemand opstoken

    Herkomst volgens etymologiebank.nl
    opstoken

    Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
    Wat is de verleden tijd van opstoken?
    De verleden tijd van opstoken is 'stookte op'. Het voltooid deelwoord is 'heeft opgestookt'.
    Wat betekent opstoken?
    '(brandstof) verbranden' en '(iemand) opgewonden maken waardoor hij of zij iets onverstandigs gaat doen'
    Hoe spel je opstoken?
    opstoken spel je O P S T O K E N
    Wat is een ander woord voor opstoken?
    Andere woorden voor opstoken zijn aanblazen, aanstoken, aanwakkeren, aanzetten, agiteren, opfokken, ophitsen, opjutten, oppoken, opruien, opstokerij, opwinden, poken, schudden, stoken en verbruiken.

    Op andere websites
    Zoek opstoken op Woordenlijst.org
    Zoek opstoken op Google
    Zoek opstoken op Wikipedia