oppiepen
werkw.
Uitspraak: | [ˈɔpipə(n)] |
Afbreekpatroon: | op·pie·pen |
Vervoegingen: | piepte op (verl.tijd enkelv.) |
Vervoegingen: | heeft opgepiept (volt.deelw.) |
1) (iemand) oproepen met een draadloos zendapparaat Voorbeeld: | `de chirurg oppiepen voor een spoedoperatie` | |
2) (iets eetbaars) in de oven krokant laten worden Voorbeeld: | `stokbrood van gisteren even oppiepen` | |
©
Kernerman Dictionaries.
1 definitie op Encyclo
1) Iemand oproepen via de semafoon 2) Oproepen per semafoon Toon uitgebreidere definitiesHerkomst volgens etymologiebank.nl
oppiepenVraag & Antwoord voor je slimme speaker
Wat is de verleden tijd van oppiepen?
De verleden tijd van oppiepen is 'piepte op'. Het voltooid deelwoord is 'heeft opgepiept'.
Wat betekent oppiepen?
'(iemand) oproepen met een draadloos zendapparaat' en '(iets eetbaars) in de oven krokant laten worden'
Hoe spel je oppiepen?
oppiepen spel je O P P I E P E N Op andere websites
Zoek
oppiepen op Woordenlijst.org
Zoek
oppiepen op Google
Zoek
oppiepen op Wikipedia