I het lijden

zelfst.naamw.

Uitspraak:	[ˈlɛidə(n)]
Afbreekpatroon:	lij·den

toestand dat je pijn en ellende hebt

Voorbeeld:

`uit je lijden verlost worden door de dood`

II lijden

werkw.

Uitspraak:	[ˈlɛidə(n)]
Afbreekpatroon:	lij·den
Vervoegingen:	leed (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:	heeft geleden (volt.deelw.)

1) pijn en ellende hebben

Voorbeelden:

`Veel vrouwen lijden onder het schoonheidsideaal.`, `honger lijden`

2)

lijdend voorwerp	(zinsdeel met datgene dat iets ondergaat) `In de zin 'ik kus jou' is 'jou' het lijdend voorwerp.` Synoniem: object
het lijdt geen twijfel dat...	(het is beslist zo dat...) Synoniem: het is zeker dat...
te lijden hebben van/onder	(schade hebben door) `De landbouw heeft te lijden van/onder de droogte.` Synoniem: slechter worden door

© Kernerman Dictionaries.

aanzien   doorstaan   dulden   kwijnen   mogen   ondergaan   pikken   toelaten   tolereren   uitstaan   velen   

• wie mooi wil zijn, moet pijn lijden (=voor schoonheid moet je wat over hebben)
• wie honing wil eten moet lijden dat de bijen hem steken (=wie iets wil bereiken moet daar iets voor over hebben)
• schipbreuk lijden (=het niet tot zijn doel geraken / mislukken)
• mogen lijden (=er wel tegen kunnen - iemand wel kunnen verdragen)
• in het zicht van de haven schipbreuk lijden (=op het laatste nippertje nog verliezen)
Toon alle 6 spreekwoorden die lijden bevatten

Hoe kun je lijden krachtiger uitdrukken?
ondraaglijk lijden;

•ondergaan van smart en ellende.

iets ergs voelen vb: hij lijdt veel pijn de lijdende vorm [zin die uitdrukt dat het onderwerp iets ondergaat] lijdend voorwerp [deel van de zin die aangeeft wie de handel...

[Vergeten woorden] (st. leed, heeft-is geleden) 1) gaan, trekken, reizen 2) weggaan, vertrekken 3) voorbijgaan, verstrijken: tien jaar geleden [= lijden ‘ondergaan, ver...

1) Verduren

verduren, ondergaan Jaar van herkomst: 1265-1270 (CG Lut.K )

Toon uitgebreidere definities

• lijden aan• lijden onder• lijden onderwerp• lijden veel pijn• lijdend• lijdend bot• lijdend voorwerp• lijdend voowerp• lijdende rechtvaardiger• lijdende voorwerp• lijdende vorm• lijdendvoorwerp• lijdens druk• lijdensdruk• lijdensgeschiedenis• lijdenstijd• lijdensweek• lijdenswef• lijdensweg

• afglijden• belijden• glijden• medelijden• neervlijden• overlijden• uitglijden• verblijden• verglijden• verlijden• vlijden• vooroverlijden• wegglijden• ontglijden• meelijden• begelijden• gelijden• zelfmedelijden• aflijden• zonder medelijden

lijden (verdragen, als last moeten dulden)

1. Schrijf je lijden (= ondergaan; `het lijdt geen twijfel`, `een nederlaag lijden`, `schipbreuk lijden`) met ei of ij? Zie lijden / leiden
2. Schrijf je lijden (`iemand graag mogen lijden`) met ei of ij? Zie lijden / leiden
3. Wat is juist: Ik mankeer niets of Mij mankeert niets? Zie Ik mankeer niets / mij mankeert niets

Is het 'de lijden' of 'het lijden'?

Het is 'het lijden', want lijden is onzijdig. Als je het aanwijst is het 'dat lijden'.

Wat betekent lijden?

'toestand dat je pijn en ellende hebt'

Hoe spel je lijden?

lijden spel je L I J D E N

Wat is een ander woord voor lijden?

Andere woorden voor lijden zijn aanzien, doorstaan, dulden, kwijnen, mogen, ondergaan, pikken, toelaten, tolereren, uitstaan en velen.

Zoek lijden op Woordenlijst.org
Zoek lijden op Google
Zoek lijden op Wikipedia