korten
werkw.
Uitspraak: | [ˈkɔrtə(n)] |
Afbreekpatroon: | kor·ten |
Vervoegingen: | kortte (verl.tijd enkelv.) |
1) (iemand) minder geven dan eerder Vervoegingen: | heeft gekort (volt.deelw.) |
Voorbeelden: | `iemand korten op zijn uitkering`, `het korten van hulp aan ouders met een invalide kind` | |
2) korter worden Vervoegingen: | is gekort (volt.deelw.) |
Voorbeeld: | `In de winter korten de dagen.` | |
©
Kernerman Dictionaries.
Synoniemen
aftrekken besparen bezuinigen doden inkorten kort knippen kort maken krimpen matigen minderen snoeien verlagen 3 definities op Encyclo
minder geld uitgeven vb: ze hebben hem gekort op zijn uitkering Synoniemen: bezuinigen besparen ombuigen 1) Aftrekken 2) Besparen 3) Bezuinigen 4) Doden 5) Doorbrengen 6) Een bedrag verminderen 7) In mindering brengen 8) Inhouden 9) Inkorten 10) Kortwieken 11) Krimpen 12) Ma... Zie bij opkortenToon uitgebreidere definitiesDeze woorden beginnen met korten:
•
kortenwijkenDeze woorden eindigen op korten:
•
afkorten•
begrotingstekorten•
bekorten•
inkorten•
overheidstekorten•
tekorten•
verkorten•
zuurstoftekorten•
voedseltekorten•
toelage voor kastekorten•
iemands nagels korten•
takken inkortenHerkomst volgens etymologiebank.nl
kortenVraag & Antwoord voor je slimme speaker
Wat betekent korten?
'(iemand) minder geven dan eerder' en 'korter worden'
Hoe spel je korten?
korten spel je K O R T E N
Wat is een ander woord voor korten?
Andere woorden voor korten zijn aftrekken, besparen, bezuinigen, doden, inkorten, kort knippen, kort maken, krimpen, matigen, minderen, snoeien en verlagen.Op andere websites
Zoek
korten op Woordenlijst.org
Zoek
korten op Google
Zoek
korten op Wikipedia