kegelen

werkw.
Uitspraak:  ['kexələ(n)]
Afbreekpatroon:  ke·ge·len
Vervoegingen:  kegelde (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:  heeft gekegeld (volt.deelw.)

1) een spel spelen waarbij houten kegels (1) met een bal omvergeworpen moeten worden

2) gooien
Voorbeeld:  `uit een discotheek gekegeld worden`

Zie ook:  kegel


Spreekwoorden en zegswijzen
• onze lieve heer is aan het kegelen (=het onweert)
Naar de spreekwoorden

3 definities op Encyclo
  • met een bal kegels omgooien Jaar van herkomst: 1425 (MNW )
  • 1) Balspel 2) Bepaald spel spelen 3) Binnensport 4) Bowlen 5) Eruit gooien 6) Eruitgooien 7) Hard gooien 8) Knikkeren 9) Omvallen 10) Precisiesport 11) Smijten 12) Spel 13) Spel spelen 14) Sport 15) Tak van sport 16) Werpen 17) Zeker spel
  • 1) Bollen 2) Bowlen 3) Omvallen
Toon uitgebreidere definities

Deze woorden eindigen op kegelen:
verkegelen

Herkomst volgens etymologiebank.nl
kegelen (met een bal kegels omgooien)

Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Wat is de verleden tijd van kegelen?
De verleden tijd van kegelen is 'kegelde'. Het voltooid deelwoord is 'heeft gekegeld'.
Wat betekent kegelen?
'een spel spelen waarbij houten kegels met een bal omvergeworpen moeten worden' en 'gooien'
Hoe spel je kegelen?
kegelen spel je K E G E L E N

Op andere websites
Zoek kegelen op Woordenlijst.org
Zoek kegelen op Google
Zoek kegelen op Wikipedia