interneren

werkw.

Uitspraak:	[ɪntɛr'nerə(n)]
Afbreekpatroon:	in·ter·ne·ren
Vervoegingen:	interneerde (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:	heeft geïnterneerd (volt.deelw.)

(iemand) verplichten op een bepaalde plaats te gaan wonen

Voorbeelden:

`Aan het begin van de Tweede Wereldoorlog werden alle personen die als vijand van Nederland werden beschouwd geïnterneerd.`, `De rechter laat de stalker interneren.`, `interneringskamp`

© Kernerman Dictionaries.

gevangen zetten   isoleren   opsluiten   

1) Isoleren 2) Mensen vasthouden bij een indoorwedstrijd 3) Onder dwang huisvesten 4) Opsluiten

strafrecht: vrijheidsberoving op grond van het algemeen belang, algemene of bijzondere veiligheid (Van Dale). ...

oorlogsrecht: opsluiting, afzondering. Bijv. indien de omstandigheden die tot de afkondiging van de algemene noodtoestand ...

een gedwongen verblijfplaats aanwijzen Jaar van herkomst: 1855 (KKU )

Toon uitgebreidere definities

interneren (een gedwongen verblijfplaats aanwijzen)

Wat is de verleden tijd van interneren?

De verleden tijd van interneren is 'interneerde'. Het voltooid deelwoord is 'heeft geïnterneerd'.

Wat betekent interneren?

'(iemand) verplichten op een bepaalde plaats te gaan wonen'

Hoe spel je interneren?

interneren spel je I N T E R N E R E N

Wat is een ander woord voor interneren?

Andere woorden voor interneren zijn gevangen zetten, isoleren en opsluiten.

Zoek interneren op Woordenlijst.org
Zoek interneren op Google
Zoek interneren op Wikipedia