inrekenen

werkw.
Uitspraak:  ['ɪnrekənə(n)]
Afbreekpatroon:  in·re·ke·nen
Vervoegingen:  rekende in (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:  heeft ingerekend (volt.deelw.)

aanhouden en meenemen naar het politiebureau ouderwets
Voorbeeld:  `Direct na de diefstal rekende de veldwachter de dief in.`
Synoniem:  arresteren

© Kernerman Dictionaries.

Synoniemen
aanhouden   arresteren   gevangennemen   in hechtenis nemen   opbrengen   oppakken   oprollen   vatten   

2 definities op Encyclo
  • hem gevangen nemen vb: na die diefstal is hij toch ingerekend door de politie Synoniemen: arresteren oppakken Tegenstellingen: bevrijden verlossen
  • 1) Aanhouden 2) Arresteren 3) Gevangennemen 4) In hechtenis nemen 5) Inrukken 6) Onderrekenen 7) Opbrengen 8) Oppakken 9) Oprollen 10) Vatten
  • Toon uitgebreidere definities

    Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
    Wat is de verleden tijd van inrekenen?
    De verleden tijd van inrekenen is 'rekende in'. Het voltooid deelwoord is 'heeft ingerekend'.
    Wat betekent inrekenen?
    'aanhouden en meenemen naar het politiebureau'
    Hoe spel je inrekenen?
    inrekenen spel je I N R E K E N E N
    Wat is een ander woord voor inrekenen?
    Andere woorden voor inrekenen zijn aanhouden, arresteren, gevangennemen, in hechtenis nemen, opbrengen, oppakken, oprollen en vatten.

    Op andere websites
    Zoek inrekenen op Woordenlijst.org
    Zoek inrekenen op Google
    Zoek inrekenen op Wikipedia