geloven

werkw.
Uitspraak:  [xəˈlovə(n)]
Afbreekpatroon:  ge·lo·ven
Vervoegingen:  geloofde (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:  heeft geloofd (volt.deelw.)

1) de overtuiging hebben dat iets waar is
Voorbeeld:  `Ik geloof er niets van.`
iemand op zijn woord geloven  (denken dat iemand de waarheid spreekt zonder daarvoor bewijzen te vragen)
Je zult eraan geloven.  (je zult uiteindelijk iets vervelends meemaken)

2) denken dat er een opperwezen bestaat religie
Voorbeeld:  `Zij gelooft niet meer sinds haar zestiende.`

Zie ook:  geloof


Synoniemen
aannemen   ervan uitgaan   vertrouwen   wanen   

Spreekwoorden en zegswijzen
• twee geloven op een kussen daar slaapt de duivel tussen (=als twee personen van een verschillend geloof trouwen, gaat het zelden goed)
• je oren niet geloven (=iets wat gezegd wordt, niet kunnen geloven)
• je ogen niet geloven (=niet geloven wat men ziet)
• iemand geloven bij ja en neen (=iemand op zijn woord geloven)
• eraan moeten geloven (=of iemand wil of niet, het moet toch gebeuren)
Toon alle 7 spreekwoorden die geloven bevatten

6 definities op Encyclo
  • • [ov] overtuigd zijn dat iets waar is. • [ov] "iemand ~": zich door iemand laten overtuigen
  • denken dat het waar is vb: Pim gelooft niet meer in sinterklaas niet te geloven zo mooi! [onwaarschijnlijk mooi]
  • 1) Aanhangen 2) Aannemen 3) Achten 4) Als juist beschouwen 5) Denken 6) Ervan uitgaan 7) Menen 8) Oordelen 9) Op gezag aannemen 10) Overtuigd zijn 11) Postuleren 12) Van mening zijn 13) Vermoeden 14) Veronderstellen 15) Vertrouwen 16) Voor waar houden 17) Wanen
  • 1) Aanhangen 2) Aannemen 3) Belijden 4) Dunken 5) Menen 6) Oordelen 7) Overeenkomen 8) Veronderstellen 9) Vertrouwen 10) Wanen
  • vertrouwen in of op
Toon uitgebreidere definities

Deze woorden eindigen op geloven:
erin geloven

Herkomst volgens etymologiebank.nl
geloven (vertrouwen stellen)

Taaladvies
  1. Wat is correct: ongelofelijk of ongelooflijk? Zie ongelofelijk / ongelooflijk
  2. Wat is de juiste spelling: ongelovelijk, ongelofelijk of ongelooflijk? Zie Ongelovelijk / ongelofelijk / ongelooflijk
  3. Wat is juist: `Ik ben rooms-katholiek` of `Ik ben Rooms-Katholiek`? Zie Rooms-Katholiek / rooms-katholiek


Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Wat is de verleden tijd van geloven?
De verleden tijd van geloven is 'geloofde'. Het voltooid deelwoord is 'heeft geloofd'.
Wat betekent geloven?
'de overtuiging hebben dat iets waar is' en 'denken dat er een opperwezen bestaat'
Hoe spel je geloven?
geloven spel je G E L O V E N
Wat is een ander woord voor geloven?
Andere woorden voor geloven zijn aannemen, ervan uitgaan, vertrouwen en wanen.

Op andere websites
Zoek geloven op Woordenlijst.org
Zoek geloven op Google
Zoek geloven op Wikipedia