I emeritus

bijv.naamw.
Afbreekpatroon:  eme·ri·tus
Herkomst:  «Latijn

oudgediende, rustend
Voorbeeld:  `een emeritus hoogleraar, een emeritus predikant`


II emeritus

zelfst.naamw.
Afbreekpatroon:  eme·ri·tus

iemand die zijn emeritaat heeft
Voorbeeld:  `(mannelijk: emeriti, vrouwelijk: emerita)`
Synoniem:  veteraan


4 definities op Encyclo
  • (E., Em, emer.) emeritus
  • [Mil. Woordenboek, spelling van 1861 ``Emeritus``] Romeinsch krijgsman, die zijnen diensttijd eervol volbragt had. Deze diensttijd bedroeg 20 jaren of beter gezegd veldto...
  • 1) Bejaarde voorganger 2) Gepensioneerd 3) Gepensioneerde dominee 4) Gepensioneerde hoogleraar 5) In ruste 6) Met ambtsrust 7) Niet actief 8) Niet meer in functie 9) Op r...
  • zijn ambt neergelegd hebbend Jaar van herkomst: 1658 (WNT )
  • Toon uitgebreidere definities

    Deze woorden beginnen met emeritus:
    emeritus-hoogleraar

    Herkomst volgens etymologiebank.nl
    emeritus (rustend van hoogleraar of geestelijke)

    Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
    Wat betekent emeritus?
    'oudgediende, rustend'
    Hoe spel je emeritus?
    emeritus spel je E M E R I T U S

    Op andere websites
    Zoek emeritus op Woordenlijst.org
    Zoek emeritus op Google
    Zoek emeritus op Wikipedia