Uitspraak: | [drat] |
Verbuigingen: | draden (meerv.) |
Voorbeelden: | `een draad door de naald steken om een knoop aan te zetten`, `elektriciteitsdraad` | |
tot op de draad versleten | (helemaal versleten) |
de draad kwijt zijn | (niet meer weten hoe het verder moet) |