deponeren

werkw.

Uitspraak:	[depoˈnerə(n)]
Afbreekpatroon:	de·po·ne·ren
Vervoegingen:	deponeerde (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:	heeft gedeponeerd (volt.deelw.)

1) leggen, plaatsen ^formeel

Voorbeeld:

`een afvalbak om hondenpoep in te deponeren`

2) laten bewaren

Voorbeeld:

`geld bij de bank deponeren`

© Kernerman Dictionaries.

bewaren   geplaatst   inschrijven   leggen   neerleggen   neerzetten   opslaan   overleggen   plaatsen   stationeren   storten   wegleggen   zetten   

•weggooien. •registreren zodat het niet door een ander gebruikt kan worden.

het er in bewaring geven vb: je moet je geld op de bank deponeren Tegenstellingen: ophalen afhalen het op een plaats leggen vb: hij deponeerde het pakje op tafel Synoniem...

Let op: Spelling van 1858 nederleggen; toever-trouwen, in bewaring stellen; getuigenis afleggen; (op hoogescholen) eenen nieuweling ontgroenen

Het in bewaring geven van effecten bij een bewaarinstelling, meestal een bank.

neerleggen, in bewaring geven Jaar van herkomst: 1495 (WNT alzoo Suppl )

Toon uitgebreidere definities

deponeren (opbergen, in bewaring geven; registreren; een getuigenverklaring afleggen)

Komt er wel of niet een uitspraakteken op dit Franse leenwoord: depot of dépot? Zie depot / dépot

Wat is de verleden tijd van deponeren?

De verleden tijd van deponeren is 'deponeerde'. Het voltooid deelwoord is 'heeft gedeponeerd'.

Wat betekent deponeren?

'leggen, plaatsen' en 'laten bewaren'

Hoe spel je deponeren?

deponeren spel je D E P O N E R E N

Wat is een ander woord voor deponeren?

Andere woorden voor deponeren zijn bewaren, geplaatst, inschrijven, leggen, neerleggen, neerzetten, opslaan, overleggen, plaatsen, stationeren, storten, wegleggen en zetten.

Zoek deponeren op Woordenlijst.org
Zoek deponeren op Google
Zoek deponeren op Wikipedia