convergeren

werkw.
Uitspraak:  [kɔnvɛr'xerə(n)]
Afbreekpatroon:  con·ver·ge·ren
Vervoegingen:  convergeerde (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:  heeft geconvergeerd (volt.deelw.)

naar elkaar toe bewegen, naar hetzelfde punt gaan
Voorbeelden:  `convergerende lijnen`,
`De verschillende technieken zullen convergeren en na verloop van tijd samenvallen.`
Antoniem:  divergeren

© Kernerman Dictionaries.

3 definities op Encyclo
  • Let op: Spelling van 1858 (wisk.) hoe langer hoe meer naderen. Het tegengestelde van divergeren
  • 1) Zich naar één punt richten
  • in één punt samenkomend Jaar van herkomst: 1824 (WEI )
  • Toon uitgebreidere definities

    Herkomst volgens etymologiebank.nl
    convergeren (samenbuigen, zich naar één punt richten)

    Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
    Wat is de verleden tijd van convergeren?
    De verleden tijd van convergeren is 'convergeerde'. Het voltooid deelwoord is 'heeft geconvergeerd'.
    Wat betekent convergeren?
    'naar elkaar toe bewegen, naar hetzelfde punt gaan'
    Hoe spel je convergeren?
    convergeren spel je C O N V E R G E R E N

    Op andere websites
    Zoek convergeren op Woordenlijst.org
    Zoek convergeren op Google
    Zoek convergeren op Wikipedia