afslanken

werkw.

Uitspraak:	[ˈɑfslɑŋkə(n)]
Afbreekpatroon:	af·slan·ken
Vervoegingen:	slankte af (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:	is afgeslankt (volt.deelw.)

minder dik worden

Voorbeeld:	`Mijn jurk zit te krap, ik moet afslanken.`
Synoniem:	afvallen

© Kernerman Dictionaries.

afvallen   inkrimpen   uitmergelen   vermageren   vermagering   

1) Afvallen 2) Bezuinigen 3) Dunner worden 4) Inkrimpen 5) Kleiner doen worden 6) Lijnen 7) Slanker doen lijken 8) Uitmergelen 9) Vermageren 10) Vermagering

Toon uitgebreidere definities

Schrijf je dit woord met een trema, of niet, diëet of dieet? Zie dieet / diëet

Wat is de verleden tijd van afslanken?

De verleden tijd van afslanken is 'slankte af'. Het voltooid deelwoord is 'is afgeslankt'.

Wat betekent afslanken?

'minder dik worden'

Hoe spel je afslanken?

afslanken spel je A F S L A N K E N

Wat is een ander woord voor afslanken?

Andere woorden voor afslanken zijn afvallen, inkrimpen, uitmergelen, vermageren en vermagering.

Zoek afslanken op Woordenlijst.org
Zoek afslanken op Google
Zoek afslanken op Wikipedia