afrekenen

werkw.
Uitspraak:  [ˈɑfrekənə(n)]
Afbreekpatroon:  af·re·ke·nen
Vervoegingen:  rekende af (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:  heeft afgerekend (volt.deelw.)

(wat iets kost) betalen
Voorbeeld:  `Ober, kan ik afrekenen?`

© Kernerman Dictionaries.

Synoniemen
afbetalen   afdoen   afrekening   betalen   dokken   vereffenen   vereffening   verrekenen   verrekening   

Spreekwoorden en zegswijzen
• met iemand afrekenen (=iemand betalen; iemand iets betaald zetten)
Naar de spreekwoorden

Intensiveringen
Hoe kun je afrekenen krachtiger uitdrukken?
genadeloos afrekenen met;

3 definities op Encyclo
  • • [inerg] een aankoop of schuld betalen.
  • geld geven in ruil voor iets anders vb: ober, mag ik de koffie even afrekenen? afrekenen graag! [verzoek om te mogen betalen]
  • 1) Afbetalen 2) Afdoen 3) Afrekening 4) Betaald zetten 5) Betalen 6) Da is gewoon heel min 7) De rekening vereffenen 8) Dokken 9) HEEL PRECIES AFSTELLEN 10) Rescontreren ...
  • Toon uitgebreidere definities

    Deze woorden beginnen met afrekenen:
    afrekenen metafrekenen op

    Deze woorden eindigen op afrekenen:
    op iets afrekenen

    Taaladvies
    1. Wat is juist: caissière of kassière? Zie caissière / kassière
    2. Is dit juist: het te pinnen bedrag? Zie het te pinnen bedrag


    Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
    Wat is de verleden tijd van afrekenen?
    De verleden tijd van afrekenen is 'rekende af'. Het voltooid deelwoord is 'heeft afgerekend'.
    Wat betekent afrekenen?
    '(wat iets kost) betalen'
    Hoe spel je afrekenen?
    afrekenen spel je A F R E K E N E N
    Wat is een ander woord voor afrekenen?
    Andere woorden voor afrekenen zijn afbetalen, afdoen, afrekening, betalen, dokken, vereffenen, vereffening, verrekenen en verrekening.

    Op andere websites
    Zoek afrekenen op Woordenlijst.org
    Zoek afrekenen op Google
    Zoek afrekenen op Wikipedia