Meehelpen? Ga naar etymologieWiki

 

Jaarwoordgenerator
Vul hier een jaartal in (vanaf 1800) en ontdek welke woorden er in dat jaar aan het Nederlands werden toegevoegd.

 

schouwspel - (tafereel)

Etymologische (standaard)werken

M. Philippa, F. Debrabandere, A. Quak, T. Schoonheim en N. van der Sijs (2003-2009) Etymologisch Woordenboek van het Nederlands, Amsterdam

schouwen ww. ‘kijken, inspecteren’
Onl. skouwon ‘zien, aanschouwen’ in scauuuo an mj ‘aanschouw mij’ [10e eeuw; W.Ps.]; mnl. sc(h)ouwen ook ‘inspecteren’ in het ne ware loke te Scouwene ‘tenzij om een waterafsluiting te inspecteren’ [1253; VMNW].
Os. skauwon; ohd. scouwōn (nhd. schauen); ofri. skāwia, skōwia (nfri. skôgje, skoaie, skouje); oe. scēawian (ne. show, zie → show); < pgm. *skauwōn- ‘zien, aanschouwen’. In het Engels is de betekenis al vroeg verschoven naar ‘doen aanschouwen, tonen’. Hierbij hoort ook ablautend (nultrap) on. skygn ‘scherpziend, scherpzinnig’, skygna ‘spioneren’ (nno. skygne), alsook on. skoða ‘bekijken, onderzoeken’ (nzw. skåda, nde. skue) < *skuþōn-.
Verwant met: Latijn cavēre ‘zich in acht nemen, oppassen, behoeden’ (en zie ook → obscuur); Grieks koeĩn ‘merken, vernemen’, thuo-skóos ‘offerpriester’ (letterlijk ‘offerwaarnemer’); Sanskrit ā-kuváte ‘beoogt, is van plan’, ā-kūta ‘plan, bedoeling’; Oudkerkslavisch čuti ‘voelen, bemerken’ (Russisch čújat'); < pie. *(s)keuh1-, *(s)kouh1-, *(s)kuh1- ‘waarnemen, aanschouwen’ (LIV 561).
De algemene betekenis ‘zien, aanschouwen’ is verouderend, maar nog te herkennen in de afleidingen → aanschouwen en → beschouwen, en in enkele samenstellingen, bijv. schouwburg ‘theater’ (vnnl. Schouburgh [1637; iWNT]), schouwspel ‘vertoning’ (vnnl. schouspelen [1552; iWNT uitrusting II]). De tegenwoordig gebruikelijke betekenis van schouwen is ‘inspecteren’, met name in een ambtelijke context. Men spreekt bijv. over het schouwen van waterlopen, waterkeringen en wegen, of van een lijk; pluimveehouders schouwen hun eieren om te kijken welke er bevrucht zijn of niet.
schouw 2 ‘inspectie, bezichtiging’. Mnl. sc(h)ouw ‘id.’ in Dese dik sel hebben dre scouwen jn dien jare ‘deze dijk zal drie inspecties per jaar ondergaan’ [1284; VMNW]. Afleiding van schouwen.

N. van Wijk (1936 [1912]), Franck's Etymologisch woordenboek der Nederlandsche taal, 2e druk, Den Haag

schouwspel znw. o. Sedert Kil., den Teuth., ’t Mhd., Mnd.

Thematische woordenboeken

N. van der Sijs (2005), Groot Leenwoordenboek

schouwspel (Duits Schauspiel)
Dateringen of neologismen

N. van der Sijs (2001), Chronologisch woordenboek: de ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, Amsterdam

schouwspel* tafereel 1598 [WNT afgrijselijk Suppl]

Overige werken

Woordenboek der Nederlandsche taal (WNT) & Middelnederlandsch woordenboek (MNW) & Vroegmiddelnederlands woordenboek (VMNW) & Oudnederlands woordenboek (ONW) – alle onderdeel van de Geïntegreerde Taalbank (GTB)

Zoek dit woord op in het WNT, MNW, VMNW, ONW.

Hosted by Instituut voor de Nederlandse Taal