Basketbal termen
Deze woordenlijst kan afkomstig zijn van een online bron die niet meer beschikbaar is, of kan zijn samengesteld door externe bronnen.
De informatie kan sinds de oorspronkelijke publicatie zijn veranderd.
We raden aan om kritisch te zijn bij het beoordelen van de waarde en actualiteit ervan.
Categorie: Sport, welzijn en vrije tijd > Basketbal
Datum & Land: 10/09/2022, NL offline
Woorden: 58
Air ball
Dit is de benaming voor een schotpoging waarbij de bal ring noch bord raakt. Dit komt nog al eens voor wanneer de schotpoging wordt ondernomen tijdens het klinken van de buzzer. Een speler probeert hierbij van grote afstand de basket te raken, soms zelfs vanaf de eigen helft
Alley-oop
Dit is een pass die hoog in de lucht wordt gegeven, zodat de ontvangende speler met een dunk kan scoren. In de NBA is dit wel toegestaan, terwijl volgens de FIBA regels de score niet geldt en de bal overgaat naar de tegenpartij. Deze manier van passing vereist een goede timing van de spelers en is daarom ook moeilijk om uit te voeren. In de meeste gevallen wordt de bal voor de speler gegeven, zodat deze de bal tijdens zijn sprong naar de basket kan meenemen en kan scoren met een schot of een dunk. Een geslaagde alley-oop is zeer aantrekkelijk voor het publiek om naar te kijken.
Assist
Een assist is een pass waarmee een speler in balbezit tijdens een aanval een teamgenoot in scoringspositie brengt. Meestal is dit een harde, strakke pass door de lucht, maar deze kan ook d.m.v. een korte stuit gegeven worden.
Back to back
Dit is de benaming voor een kampioenschap, waarin de regerend kampioen opnieuw in de finale van de playoffs staat en kans maakt op prolongatie van de titel.
Backcourt violation
Dit is het terugspelen van de bal naar de eigen helft. Bij basketbal is dit niet toegestaan. Deze overtreding wordt bestraft met balbezit voor de tegenpartij aan de betreffende zijlijn.
Basket
Dit is het geheel van bord, ring en net. De ring heeft een diameter van 45cm en hangt op 3.05m boven de grond. Deze is bevestigd aan een bord met een kleine rechthoek in het midden, die als richtvlak dient voor schoten op de basket. Het bord meet 1.80m bij 1.05m tot 1.20m.
Block
Een verdediger kan voorkomen dat de bal in het net belandt door een schot te blokkeren. Hij doet dit door de bal tegen te houden voor deze weer gaat dalen. Wanneer de bal het hoogste punt al heeft gepasseerd is er sprake van goal tending en krijgt de tegenstander automatisch twee punten. Het komt voor dat de verdediger tijdens zijn poging om een schot te blokkeren zijn tegenstander hindert. Dit geldt als een persoonlijke fout en wordt bestraft met twee vrije worpen voor de tegenstander. Wanneer het schot er ondanks de fout toch ingaat, wordt deze twee- of driepunter geteld en krijgt de speler slechts één (bonus) vrije worp.
Bucket
Dit is het gebied onder de basket dat begrensd wordt door de achterlijn, 2 (schuine) lijnen en een halve cirkel. Zoals de naam al aangeeft, heeft deze de vorm van een emmer. De exacte vorm van de bucket is echter verschillend: In Europa heeft deze de vorm van een trapezium, terwijl een bucket in de NBA rechthoekig is.
De bucket heeft meerdere functies. Ten eerste is voor dit deel van het veld de 3 secondenregel van toepassing. Bovendien vormt dit gebied de afscheiding wanneer er vrije worpen worden genomen. Degene die deze vrije worp(en) neemt, staat op de vrije worp lijn en de spelers die de rebound proberen te pakken bevinden zich tussen de blokjes langs de zijlijnen van de bucket.
Center
De center positioneert zich tijdens een aanval meestal aan de zijkant van de vrijeworplijn, in de buurt van de achterlijn. Hij loopt vrij door de bucket te doorkruisen. De center kan tijdens een aanval als aangever fungeren, waarbij hij een medespeler in scoringspositie brengt, maar hij kan ook zelf als afmaker fungeren door met een sprongschot of met een dunk te scoren. Bekende NBA centers zijn o.a. Patrick Ewing van Orlando Magic en Shaquille O'Neal van de Los Angeles Lakers. Andere posities bij het basketbal zijn Guard (G) en Forward (F).
Cheerleader
Cheerleaders zijn de danseressen die voor, tijdens en na de wedstrijd een extra show element aan de wedstrijd geven. Zij voeren allerlei danspassen op tijdens time-outs en vieren een score voor de thuisspelende ploeg met allerlei ingestudeerde bewegingen. Vaak gaat dit samen met een bepaalde yell. Zij moeten aan strenge eisen voldoen en trainen zeer intensief om elke week weer een geslaagd optreden te verzorgen.
Coach
Dit is degene die het team vanaf de kant aanwijzingen geeft. Behalve het geven van aanwijzingen mag de coach ook een time-out aanvragen. Verder is de coach degene die bepaalt welke vijf spelers er in het veld staan en welke wissels er toegepast worden. Ook bepaalt de coach welke tactieken er worden toegepast, zowel tijdens balbezit als wanneer er verdedigd moet worden. Om dit aan zijn spelers duidelijk te maken, maakt de coach veelvuldig gebruik van zijn handen. Vaak correspondeert een bepaald aanvalspatroon met een nummer, waardoor zijn eigen team wel, maar de tegenpartij niet begrijpt wat hiermee wordt bedoeld en het even tijd kost voor deze zich hieraan heeft aangepast.
Double dribble
Een speler mag na een dribble niet nog eens opnieuw met de bal gaan lopen. Deze overtreding wordt second dribble of double dribble genoemd. Wanneer een speler deze overtreding begaat, krijgt de tegenpartij de bal aan de dichtstbijzijnde zijlijn. Deze loopfout wordt vaak gemaakt wanneer een speler niet goed uitkomt met zijn passen na een sprong of dribble en wanneer de pivot-regel niet juist wordt toegepast.
Dribble
Dit is het stuiteren met de bal door een speler, terwijl hij zich over het veld beweegt. Wanneer deze stopt met dribbelen, moet hij oppassen om geen loopfout te maken. In de NBA wordt dit aangeduid met de term double dribble of second dribble.
Er zijn vele soorten dribbles: De gecontroleerde dribble dient om de bal te beschermen tegen de verdediger, de tempodribble wordt gebruikt om snel naar de basket te lopen, bijvoorbeeld bij een fast break. Met een reverse dribble (spin) is de bal beschermd tijdens een draai doordat de speler de bal dicht bij zijn lichaam houdt. Bij een crossover dribble stuitert de speler de bal snel heen en weer van de ene naar de andere hand. De dribble met tempowisseling tenslotte, wordt vooral bedoeld om de verdediger uit balans te brengen en deze zo gemakkelijker te kunnen passeren.
Dubbelfout
Er is sprake van een dubbelfout wanneer twee spelers gelijktijdig de bal vasthebben. De scheidsrechter fluit hiervoor en kent een sprongbal toe in de dichtstbijzijnde cirkel.
Dunk
Een dunk is de beweging waarbij een speler de bal met één of twee handen door de ring duwt. De speler probeert zijn tegenstander vaak te imponeren door veel kracht te gebruiken of er allerlei kreten bij te schreeuwen. Voor het publiek is dit zeer spectaculair om te zien. Soms worden er ook wedstrijden (dunk-contests) gehouden of zijn er demonstraties. Er zijn allerlei soorten dunks, die ieder hun eigen naam hebben. De bekendste benamingen zijn: -360 -Windmill -Jam -Alley-oop
Fade-away jumper
Dit is een jump shot waarbij de speler niet alleen omhoog, maar ook naar achteren springt. Hij doet dit om de kans op een block te verminderen door buiten het bereik van zijn verdediger te blijven.
Een speler die deze techniek perfect beheerst is voormalig superster Michael Jordan, die tijdens zijn carriere bij de Chicago Bulls menig punt op deze manier heeft gescoord. Ook Reggie Miller van de Indiana Pacers heeft met zijn fade-away jumper een geducht wapen in huis.
Fast break
Een fast break is een snelle tegenaanval wanneer een team moet omschakelen van verdedigen naar aanvallen op het moment dat dit team plotseling in balbezit komt. Dit kan bijvoorbeeld door een steal door een verdediger of doordat de aanvallende partij geen rebound heeft na een gemist schot. De partij die het balverlies heeft geleden, heeft dan weinig tijd om de omschakeling van aanval naar verdediging te maken, zodat de tegenpartij een goede kans heeft om 2 punten te scoren. Om dit te bereiken, wordt er vaak gebruik gemaakt van een lange (coast to coast) pass naar voren. Meestal kan dit worden afgemaakt met een simpele lay up.
Field goal
Een field goal is een score die, zoals de naam al doet vermoeden, vanuit het veld wordt geschoten. Dit zijn dus niet de scores uit vrije worpen of scores die worden toegekend ten gevolge van goal tending. Een field goal kan zowel een twee- als een driepunter zijn, maar in de statistieken worden 3-punters wel apart bijgehouden. Een field goal wordt hierin aangeduid met FG en een driepunter met 3P.
Forward
De forwards stellen zich aan weerszijden van het veld op tussen de bucket en de 3-puntslijn. Er bestaan 2 soorten forwards. De Shooting forward (SF) of Small forward kan goed afstandsschoten nemen en is vaardig in het één op één spelen buiten de 3-puntslijn. De Strong forward of Power forward (PF) is daarentegen minder goed in driepunters, maar kan wel goed de rebound pakken. Bekende NBA forwards zijn Karl Malone van de Utah Jazz en Scottie Pippen van de Portland Trailblazers. Andere posities zijn Guard (G) en Center (C).
Fouled out
Wanneer een speler meer dan het toegestane aantal persoonlijke fouten heeft gemaakt, wordt deze door de scheidsrechter naar de kant gestuurd. De coach mag dan wel een vervangende speler opstellen, zodat het team met 5 spelers kan blijven spelen.
In de NBA ligt de limiet bij 6 toegestane fouten, in Europa zijn dit er 5.
From downtown
Dit is een schotpoging vanaf (veel te) grote afstand. Vaak is dit ver buiten de 3-puntslijn, soms zelfs vanaf de eigen helft. Dit komt nog al eens voor wanneer de schotpoging wordt ondernomen tijdens het klinken van de buzzer. Wanneer de speler vanaf zijn eigen helft probeert te schieten, wordt dit aangeduid met de term coast to coast. Met dit laatste kan echter ook een pass van de ene naar de andere kant van het veld worden bedoeld.
Full court press
Full court press is een manier van verdedigen, waarbij de pressie niet tot de eigen helft wordt beperkt, zoals bij half court press. Dit wordt toegepast om de bal snel te kunnen onderscheppen, bijvoorbeeld door middel van een steal.
Give and go
Dit is een één-tweetje tussen twee spelers van waaruit een speler meestal door middel van een lay up probeert te scoren.
Goal tending
Dit is de benaming voor het wegtikken van de bal bij een schot wanneer deze het hoogste punt heeft gepasseerd.
In de NBA wordt dit met een persoonlijke fout en 2 punten voor de verdedigende partij bestraft, maar in Europa mag de bal wel gewoon gevangen of weggetikt worden.
Guard
(Spelverdeler) De guard of spelverdeler heeft tot taak de bal op te brengen bij een aanval en deze goed op te zetten. Hij positioneert zich meestal op de kop van de bucket en probeert van hieruit zijn medespelers aan te spelen.
Er zijn verschillende soorten guards: De Point guard (PG) of Lead guard is degene die de aanval opzet en het beste kan dribbelen en passen. De andere guard is de Shooting guard (SG). Deze kan, zoals de naam al aangeeft goed schieten en assisteert de point guard bij het opzetten van de aanval. Een van de bekendste guards in de NBA is Reggie Miller van de Indiana Pacers. Eén van de nieuwe sterspelers is Kobe Bryant, shooting guard bij de Los Angeles Lakers. Andere posities zijn Center (C) en Forward (F)
Half court press
Er is sprake van half court press wanneer alleen de eigen helft wordt verdedigd. Ten opzichte van het verdedigen over de gehele lengte van het veld (full court press) is deze manier van verdedigen minder vermoeiend, omdat er minder gestoord hoeft te worden. Nadeel van dit systeem is dat de tegenstander meer tijd krijgt om een aanval op te zetten.
Hookshot
(Hoekschot) Bij een hook shot gooit de speler de bal met één hand boven zijn hoofd zijwaarts richting de basket. Zijn lichaam vormt hierbij een bepaalde hoek met één van de zijlijnen (dit hangt ervan af of een speler rechts- of linkshandig is), terwijl zijn hoofd richting de basket is gedraaid.
Deze techniek heeft tot voordeel dat de verdediger moeilijk bij de bal kan, maar is daarentegen ook moeilijker uit te voeren dan bijvoorbeeld een sprongschot.
De legendarische center Kareem Abdul-Jabbar van de Los Angeles Lakers wist het hookshot als geen ander uit te voeren. Ook onze landgenoot Rik Smits heeft met deze techniek menig punt gescoord in zijn jaren bij de Indiana Pacers.
In and out
Dit is de benaming voor een schot dat de binnenkant van de ring wel raakt, maar er weer uitstuitert. Dit geldt dus niet als een score.
Jam
Dit is de benaming voor een (slam)dunk waarbij de speler de bal met veel kracht door de ring duwt en waar het publiek van geniet. Deze kan zowel met 1 (one-handed) als met 2 handen (two-handed) worden uitgevoerd. In combinatie met een volledige draai door de speler, wordt deze dunk een 360 genoemd.
Jump shot
(Sprongschot) Een Jumpshot of sprongschot is een schotpoging waarbij de speler omhoog springt. Een dergelijk schot heeft tot voordeel dat het moeilijker is te verdedigen dan een schot uit stand, omdat de aanvaller hoger dan de verdediger komt. Ook kan het goed worden uitgevoerd in combinatie met een fake.
Lay up
De lay-up is één van de makkelijkste manieren om twee punten te scoren. Een rechtshandige speler loopt vanaf de rechterkant op de basket af en springt gelijktijdig met zijn rechterarm en been in de lucht en schiet de bal bovenhands via het bord in de basket. Als variatie hierop springt men ook wel eens onder de basket door, om de bal vervolgens achterover via het bord in de ring te gooien.
Een verwante manier van scoren is de lay-in.
Lopend blok
Dit is eigenlijk niets anders dan een foutief uitgevoerd screen. Hiervan is sprake wanneer de speler die het blok zet gaat lopen of zijn tegenstander duwt. Dit is een overtredig die wordt bestraft als een aanvallende (persoonlijke) fout. De bal gaat dan over naar de verdedigende partij.
Man to man verdediging
Dit is de enige toegestane manier van verdedigen in de NBA. Bij deze manier van verdedigen heeft elke speler een eigen tegenstander om te verdedigen. Dit betekent dat spelers die op dezelfde positie spelen elkaar doorgaans verdedigen.
Een andere manier van verdedigen is de zone verdediging.
Mascotte
De mascottes zorgen samen met de cheerleaders voor entertainment op en rond het veld in de NBA. Vaak zijn het stuntmannen die verkleed zijn als een dier of ander wezen. De meest bekendste NBA mascottes zijn de Gorilla van de Phoenix Suns, de fietsende vogel van de Atlanta Hawks, Bennie the Bull van de Chicago Bulls en Hugo the Hornet van de Charlotte Hornets. Zij halen halsbrekende toeren uit op het veld, zoals allerlei dunks met een trampoline of hangend aan een elastiek, maar ze vermaken het publiek ook door rond te rennen of te fietsen tijdens de rust en de time-outs.
Middencirkel
De middencirkel is de cirkel in het midden van het veld. Hier wordt de sprongbal genomen aan het begin van de wedstrijd. De cirkel heeft een straal van 1.80m. Tegenwoordig zijn deze cirkels steeds interessanter voor sponsors, evenals de 2 cirkels bij beide buckets. Hierin wordt in Europa vaak reclame geplaatst. In de NBA wordt meestal geen reclame, maar het teamlogo in deze cirkel afgebeeld.
Overtime
(Verlenging) Bij het basketbal kan een wedstrijd in zowel de nationale als internationale competitie nooit in een gelijkspel eindigen. Wanneer beide teams aan het eind van de tweede helft (FIBA) of het vierde kwart (NBA) evenveel punten hebben gescoord, gaat men over tot een verlenging. Staat men aan het eind van de verlenging nog steeds gelijk, dan volgt er nog een verlenging, net zolang tot de wedstrijd in het voordeel van één van beide teams is beslist. Hierdoor kan het voorkomen dat de score ver boven de 100 punten per team uitkomt.
In de statistieken is dit af te lezen doordat er achter de uitslag OT of 2 OT komt te staan bij respectievelijk één of twee verlengingen.
Pass
Een pass is de manier waarop een speler de bal aan een medespeler geeft. Dit kan op vele manieren: met één of twee handen, hoog door de lucht of dichtbij de grond en met of zonder stuit erin. De meest gebruikte passes zijn de tweehandige borstpass en de tweehandige bouncepass. Bij de eerste wordt de bal strak door de lucht op ter hoogte van je middel gegeven. Hierbij stapt de speler in de richting van de speler naar wie hij wil passen. Bij een bouncepass wordt de bal via een korte stuit aan een medespeler gegeven.
Een andere pass, is de tweehandige overheadpass. Dit is een pass waarbij de speler de bal met beide handen boven zijn hoofd houdt en, net als bij een borstpass, strak richting een medespeler gooit, terwijl hij hierbij uitstapt in de richting van deze speler.
Een off the dribble pass is een onderhandse pass die met één hand meteen vanuit de dribble wordt gegeven. Hierbij geeft de speler de bal als het ware over aan een medespeler.
Een baseball- of honkballpass tenslotte, is het met één hand bovenhands werpen van de bal. Hierbij wordt de bal over een grotere afstand gegooid. Dit wordt vooral toegepast om snel de andere kant van het veld te bereiken, bijvoorbeeld bij een fast break.
Passes die voor het publiek aantrekkelijk zijn om te zien, zijn de no look pass, de behind the back pass en de alley-oop pass.
Persoonlijke fout
(Personal foul) Een persoonlijke fout (op het scoreformulier aangeduid met een P) wordt meestal begaan door een verdediger (defensive foul), maar er kan ook sprake zijn van een aanvallende fout (offensive foul). In beide gevallen houdt dit in dat een speler op foutieve wijze contact maakt met zijn tegenstander. Wanneer hierdoor een schot wordt gemist, wordt dit bestraft met 2 vrije worpen. Mocht de bal er ondanks de gemaakte fout toch in gaan, dan telt de score gewoon en volgt er slechts 1 vrije worp, die vaak bonus wordt genoemd.
Wordt de fout niet begaan tijdens een schotpoging, dan moet de scheidsrechter beoordelen of de overtreding zo zwaar is dat er vrije worpen moeten worden genomen of dat de tegenpartij uit mag nemen aan de zijlijn.
Wanneer 2 spelers tegelijktijdig een fout begaan, wordt er een dubbelfout gegeven en volgt er een sprongbal in de dichtstbijzijnde cirkel.
Pivoteren
Door middel van de pivot-regel is het voor een speler mogelijk zich beter te positioneren ten opzichte van de basket of zijn medespelers. Hiertoe heeft de speler na zijn dribble de mogelijkheid om één been te draaien in elke gewenste richting, mits hij zijn standbeen op dezelfde plek laat staan. Wanneer de speler na een rebound of sprong met beide benen tegelijk landt, mag hij kiezen welke voet de pivotvoet is en welke hij laat staan. Door te pivoteren kan de speler zijn positie aanpassen, wanneer hij niet helemaal goed is geland na een sprong of rebound. Ook kan hij de bal beter afschermen tegen eventuele verdedigers.
Een andere functie van het pivoteren is dat de speler zich in de richting van een medespeler kan bewegen, zodat hij een betere pass kan geven. Tenslotte kan dit ook gebruikt worden om de tegenstander op het verkeerde been te zetten en dient het pivoteren als schijnbeweging.
Playoffs
Tijdens de playoffs strijden de best geklasseerde teams van het seizoen om de landstitel via een knock-out systeem. In een best-of-five of best-of-seven serie worden deze wedstrijden beslist. Het team dat het eerst respectievelijk 3 of 4 wedstrijden weet te winnen gaat hierbij door naar de volgende ronde. Degene die uiteindelijk de finale weet te winnen is kampioen. De speler van het winnende team die een belangrijke bijdrage aan deze winst heeft geleverd wordt meestal tot MVP verkozen.
Pressie
Dit is de benaming voor het uitoefenen van druk op de tegenstander. Bij een zoneverdediging onderscheidt men twee manieren van verdedigen, namelijk shifting en sliding. In het eerste geval wordt de (speler met de) bal verdedigd, terwijl men in het laatste geval vooral op het gebied tussen de bal en de basket let. De twee meest voorkomende verdedigingstactieken zijn full court press en half court press, waarbij respectievelijk het hele veld en alleen de eigen helft wordt verdedigd.
Rainmaker
Dit is de benaming voor een schot dat met een hoge boog in de basket wordt geschoten. In het Nederlands wordt dit ook wel aangeduid met de term regenboog.
Rebound
Dit is het vangen van de bal nadat een doelpoging is ondernomen en is gemist. Men onderscheidt twee soorten rebounds: de aanvallende (RB:OFF) en de verdedigende (RB:DFF). Bij een aanvallende rebound probeert het aanvallende team de bal te vangen na een gemiste kans om een nieuwe schotpoging te ondernemen. Wanneer de verdediger deze bal pakt, geldt dit als een verdedigende rebound voor dit team.
Een rebound wordt behalve na een schotpoging ook genomen na de laatste van één of meerdere vrije worpen. Hierbij mogen zowel spelers van de aanvallende als van de verdedigende partij meespringen om de bal. Wanneer er een technische fout is begaan moeten alle spelers zich achter de middellijn opstellen en is er geen mogelijkheid tot rebounden.
Schijnbeweging
Een fake is de beweging die een speler in balbezit maakt om zijn tegenstander te misleiden. Dit kan hij doen om de kans op een block bij een schot op de basket te verminderen. Bij een zogeheten pump fake doet de aanvaller net alsof hij op de basket schiet, waardoor de verdediger springt om te blokken. Wanneer deze weer op de grond staat heeft de aanvaller een betere mogelijkheid om op de basket te schieten zonder te worden geblokt. Een fake kan ook worden gebruikt om een pass te verzenden zonder dat deze wordt onderschept door een tegenstander (bijvoorbeeld d.m.v. een steal).
Screen
(Tegenblok) Een screen is een aanvallend blok om een aanvaller in een betere scoringspositie te brengen. Hiertoe gaat één speler tussen de verdediger en zijn teamgenoot in staan, zodat deze buiten het bereik van de verdediging komt. Dit is legaal zolang de speler die het blok zet niet meeloopt, want dan is er sprake van een lopend blok en wordt dit bestraft met een persoonlijke fout en gaat de bal over naar de verdedigende partij.
Er worden twee soorten screens onderscheiden: Bij een actief screen gaat de ene speler bewust voor de verdediger staan, terwijl hij zich bij een passief screen nog toevallig op deze plek bevindt. Dit kan bijvoorbeeld voorkomen na een gemiste schotpoging.
Second dribble
(Double dribble) Een speler mag na een dribble niet nog eens opnieuw met de bal gaan lopen. Deze overtreding wordt second dribble of double dribble genoemd. Wanneer een speler deze overtreding begaat, krijgt de tegenpartij de bal aan de dichtstbijzijnde zijlijn. Deze loopfout wordt vaak gemaakt wanneer een speler niet goed uitkomt met zijn passen na een sprong of dribble en wanneer de pivot-regel niet juist wordt toegepast.
Shotclock
(Schotklok) Het aanvallende team heeft in de NBA 24 en bij de FIBA 30 seconden de tijd om een schot op de basket te lossen. Dit wordt bijgehouden door een terugtellende klok boven het bord. Wanneer er een poging is ondernomen begint men weer opnieuw met tellen. De buzzer / zoemer geeft aan dat de 24 seconden voorbij zijn. Een score die tijdens deze zoemer wordt gemaakt telt wel, een score die erna wordt gemaakt niet meer. Dit heeft vaak rare schoten, zoals air balls tot gevolg aan het eind van een kwart en aan het eind van de wedstrijd. Het komt regelmatig voor dat wedstrijden nog tijdens de buzzer worden beslist. Dit wordt meestal voorafgegaan door een time-out waarin de coach aangeeft naar wie de laatste bal toe moet gaan. Deze speler staat onder enorme druk want hij moet scoren. Het raken of missen van het laatste schot is dan ook bepalend geweest voor het verloop van veel wedstrijden tijdens de playoffs. In 1993 bezorgde John Paxson de Chicago Bulls de derde opeenvolgende NBA titel met een 3-punter in de laatste seconden van de wedstrijd. In 1994 miste Reggie Miller in New York een cruciale driepunter in de laatste 4 seconden van de 7e wedstrijd tegen de Knicks, waardoor de Pacers de finale net niet haalden.
Sprongbal
Bij aanvang van de wedstrijd:
Elke speelhelft wordt begonnen met een sprongbal. Hiertoe gooit de scheidsrechter de bal tussen 2 spelers omhoog. Deze staan ieder aan één kant van de middellijn van de middencirkel en mogen de bal maximaal 2 keer wegtikken wanneer deze het hoogste punt heeft gepasseerd.
Incidenteel:
De scheidsrechter kan ook tot een sprongbal besluiten bij bepaalde spelsituaties, namelijk:
-wanneer 2 spelers van verschillende partijen de bal beiden zo stevig vasthebben dat er niet verder gespeeld kan worden
-wanneer een speler geen mogelijkheid heeft om de bal binnen 5 seconden af te spelen, omdat hij te zwaar wordt verdedigd
-wanneer 2 spelers tegelijktijdig een fout begaan (dubbelfout)
-wanneer de bal klem komt te zitten tussen het bord en de ring.
De sprongbal wordt in deze situaties altijd in de dichtstbijzijnde cirkel genomen. De scheidsrechter geeft aan dat er een sprongbal wordt gegeven door beide duimen in de lucht te steken.
Starting five
Hiermee worden de vijf spelers bedoeld waarmee de coach de wedstrijd begint. Dit is vergelijkbaar met de term basisopstelling in het voetbal.
Steal
Dit is het afpakken van de bal van de tegenstander, wanneer deze de bal vastheeft of aan het dribbelen is. De verdediger die de bal op deze manier probeert te veroveren, moet hierbij wel opletten dat hij geen persoonlijke fout maakt, want dan is hij de bal weer kwijt.
In de statistieken wordt dit aangeduid met SPG (steals per game).
Technische fout
Een technische fout is zwaarder dan een persoonlijke fout, zowel qua overtreding als qua straf die erop staat. Hier is vrijwel altijd sprake van een opzettelijke fout.
Wanneer een speler een dergelijke fout begaat, krijgt de tegenpartij 2 vrije worpen en moeten alle andere spelers zich opstellen achter de middellijn.
Begaat de coach of een speler op de bank de fout, bijvoorbeeld door commentaar te leveren op de beslisingen van de scheidsrechter, dan is de straf 1 vrije worp gevolgd door een uitbal voor hetzelfde team aan de zijkant van het veld.
In extreme situaties kan de betreffende persoon ook naar de tribune worden gestuurd, waardoor het voor kan komen dat een team zonder coach verder moet spelen. In dat geval regelen de spelers zelf de wissels en time-outs.
Time out
Korte rustpauze
Tijdens de wedstrijd mag de coach om een time-out vragen. Dit is een korte pauze waarin de coach de mogelijkheid heeft om zijn spelers tactische wijzigingen uit te leggen terwijl de spelers even op adem kunnen komen. Door de ene hand horizontaal op de andere, verticale, hand te plaatsen, vraagt men de scheidsrechter om een time-out.
In deze korte pauze komen vaak de cheerleaders of de mascottes van de thuisploeg het veld in om het publiek te vermaken.
Tip in
De tip in is de beweging waarmee een speler een gemist schot van zichzelf of een medespeler alsnog in de basket duwt.
Trailer
Dit is de benaming voor een speler die achterblijft bij een aanval van zijn team. Hierdoor bevindt hij zich achter de spelers die de bal rondspelen. Dit kan bewust zijn, maar ook doordat deze geblesseerd of vermoeid is geraakt en het tempo niet meer bij kan houden.
Triple-double
Wanneer een speler in één wedstrijd in drie van de volgende categorieën tegelijk de dubbele cijfers (meer dan 10) haalt spreekt men van triple-double. De verschillende NBA-categorieën zijn:
assists (APG)
blocks (BPG)
punten (PPG)
rebounds (OFF+DFF)
steals (SPG)
Dit is maar voor weinig spelers weggelegd en komt dan ook niet zo vaak voor in een wedstrijd.
Turnover
Bij een turnover neemt de verdedigende partij de bal over van de tegenstander door middel van een steal. Dit kan komen doordat een verdediger de bal afpakt van de aanvaller in balbezit of doordat een pass wordt onderschept.
In de statistieken worden turnovers aangeduid met TO.
Verlenging
(Overtime) Bij het basketbal kan een wedstrijd in zowel de nationale als internationale competitie nooit in een gelijkspel eindigen. Wanneer beide teams aan het eind van de tweede helft (FIBA) of het vierde kwart (NBA) evenveel punten hebben gescoord, gaat men over tot een verlenging. Staat men aan het eind van de verlenging nog steeds gelijk, dan volgt er nog een verlenging, net zolang tot de wedstrijd in het voordeel van één van beide teams is beslist. Hierdoor kan het voorkomen dat de score ver boven de 100 punten per team uitkomt.
In de statistieken is dit af te lezen doordat er achter de uitslag OT of 2 OT komt te staan bij respectievelijk één of twee verlengingen.
Windmill
Dit is de benaming voor een dunk, waarbij de speler een draaiende beweging met zijn armen maakt, zoals de wieken van een molen. Behalve het show element is deze manier van scoren weinig functioneel. De kans om geblokt te worden of de basket te missen is bij een dergelijke actie niet gering. Een aanvaller zal dit dan ook alleen maar proberen wanneer er geen verdedigers in de buurt zijn of wanneer het team zo'n grote voorsprong heeft, dat het zich een misser kan veroorloven.