Digischool Begrippenlijst `Duitsland`

Deze woordenlijst kan afkomstig zijn van een online bron die niet meer beschikbaar is, of kan zijn samengesteld door externe bronnen. De informatie kan sinds de oorspronkelijke publicatie zijn veranderd. We raden aan om kritisch te zijn bij het beoordelen van de waarde en actualiteit ervan.
Categorie: Aardrijkskunde > Duitsland
Datum & Land: 15/02/2007, NL offline
Woorden: 244


Afvoerfactor
Het percentage van de neerslag, dat direkt naar de rivier stroomt. Hoe ondoorlatender de bodem in een gebied, hoe hoger de afvoerfactor.

Allochtonen
Mensen die ergens wonen waar ze niet geboren zijn.

Ambassadeur
Vertegenwoordiger van een bepaald land in een ander land. De ambassade van Nederland vertegenwoordigt in Duitsland ons land.

Annexeren
Iets inpikken dat niet van jou is. Bij oorlogen werden vaak stukken land ingepikt.

Anerbenrecht
Soort van overerving van boerderij en landerij waarbij een erfgenaam alles krijgt en de anderen worden uitgekocht. Hierdoor blijft het boerenbedrijf groot. Vooral in Noord-Duitsland en Beieren.

Arbeidsproductiviteit
De arbeidsproductiviteit is de hoeveel goederen die een arbeider per bepaalde tijd kan produceren. Als een bedrijf veel machines gebruikt wordt die hoger.

Asielzoekers
Mensen die uit bepaalde landen zijn gevlucht omdat ze daar door de regering vervolgd worden kunnen in een ander land asiel vragen. Ze vragen dan of ze daar mogen blijven omdat ze in hun eigen land gevaar lopen gevangen genomen en-of gemarteld te worden.

Autochtonen
Mensen die wonen in het land of gebied waar ze ook geboren zijn.

Ballungsgebiet
Gebieden waar veel mensen en bedrijven dicht bij elkaar zitten. Het belangrijkste Ballungsgebiet in het BRD-deel is het Ruhrgebied.

Basisindustrie
Zware en grote industrieën die halffabrikaten leveren aan andere industrieën, die er een eindproduct van maken. Voorbeelden : Hoogovens maken staalplaten die verwerkt worden in bijv. een autofabriek. Een meelmalerij die meel maakt dat in bakkerijen verwerkt wordt tot brood en koekjes.

Bevolkingspiramide
In een figuur weergegeven opbouw van de bevolking. Links in de figuur vind je de mannen, rechts de vrouwen. Per vijf jaar wordt het aantal of percentage van een bepaalde leeftijdsgroep weergegeven. In een bevolkingspiramide is goed te zien of er veel jongeren, ouderen, enz. zijn.

Bevolkingspolitiek
Bevolkingspolitiek, dat zijn de maatregelen die deelstaten nemen bij het bevorderen van het krijgen van kinderen.

Bezettingszones
In 1945 is Duitsland, en ook Berlijn, verdeeld in vier gebieden die bezet werden gehouden door de legers van de VS, Sovjetunie, Frankrijk en Enge- land. Tot 3 oktober 1990 waren deze zones nog terug te vinden in de stad Berlijn.

Bezirk
Een Oostduitse provincie.

Bevolkingsdichtheid
Het aantal mensen dat er woont per vierkante kilometer.

Beroepssectoren
Er zijn drie soorten beroepen : 1. Primaire sector : land- en mijnbouw. 2. Secundaire sector : industrie. 3. Tertiaire sector : dienstverlening.

Beroepsbevolking
Het deel van de bevolking dat werkt of wil werken.

Berlijnse Muur
Muur dwars door de stad Berlijn waarvan de bouw begonnen is in 1961. Het scheidt het Westduitse (Amerikaans, Frans, Engels) deel van het Oostduitse (Russisch). Sinds november 1989 is de Muur opengegaan en in 1990 vrijwel geheel afgebroken.

Belastingvoordeel
Bedrijven die zich in West Berlijn vestigen hoeven minder omzetbelasting te betalen, dat wil zeggen dat ze minder aan de regering hoeven te betalen per product dat wordt geproduceerd. Deze regeling was van kracht tot het opengaan van de Muur in het najaar van 1989.

Bebouwingsdichtheid
Het aantal woningen per vierkante kilometer. Een hoge bebouwingsdichtheid betekent veel gebouwen op een klein oppervlak.

Begroetingsgeld
Iedere DDR-burger kon eenmaal, bij een bezoek aan de DDR, bij de Duitse Bank 100 Westduitse marken krijgen. Met dit `gebaar` begroette men de `mededuitsers` in de BRD.

Bio-industrie
Vorm van landbouw waar op een zeer klein oppervlak op intensieve wijze veeteelt wordt bedreven Voorbeelden zijn: kippenfokkerijen, legbatterijen, varkensfokkerijen.

Boomgrens
Denkbeeldige lijn op een berghelling tot waar de bomen groeien. Daarboven groeien geen bomen meer in verband met de koude. Soms is de boomgrens door de mens verlaagd voor het verkrijgen van ski-hellingen.

Bondsrepubliek
Staatsvorm waarbij iedere provincie grote bevoegdheden heeft. Dit kan zijn op het gebied van belastingen, politie, enz. Boven iedere provincie staat dan de regering die het buitenlandse beleid vorm geeft.

Bodemerosie
Het wegspoelen van de vruchtbare bovenste laag van de bodem onder invloed van stromend water. Vooral op skihellingen in de Alpen is dit een groot probleem.

Bondsdag
Het parlement van de BRD, vergelijkbaar met onze Tweede Kamer.

Boddenkust
Kustvorm waarbij voor de kust grillig gevormde eilanden liggen. Deze eilanden bestaan uit door de ijstijden ge(ver)vormd materiaal. Het gaat dan om eind- of grondmorenemateriaal, bijvoorbeeld keileem.

Bruto Nationaal product
BNP = Bruto Nationaal product. Dat is de waarde van alle in een jaar geproduceerde goederen van een heel jaar.

Bruinkool
Stadium van het inkolingsproces tussen de stadia veen en steenkool in. Wordt gewonnen in dagbouw en gebruikt voor het stoken van energie- centrales

Breuken
Scheuren in de aardkorst, ontstaan door endogene krachten. Bij een breuklijn kunnen vulkanen ontstaan of delen van de aardkorst wegzakken.

Brandenburger Tor
Oude triomfboog in Berlijn. Deze boog stond in het niemandsland tussen de twee delen van de Muur. Hierdoor was het een symbool geworden van de deling van Berlijn.

BRD
Bondsrepubliek Duitsland. Ander woord: (oorspronkelijk) West Duitsland. Buurland van Nederland, dat ten oosten van ons ligt. Per 3 oktober 1990 opgenomen in het land Duitsland met dezelfde naam. Hoofdstad : eerst Bonn en inmiddels Berlijn.

Bufferstaat
Een land dat tussen twee andere landen inligt om te voorkomen dat deze landen oorlog kunnen krijgen. De BRD was bufferstaat tussen het Westblok en de DDR. De DDR was bufferstaat tussen de landen die bij de VS horen en de Oost bloklanden.

Carboon
Geologische periode, die duurde van 350 miljoen tot 270 miljoen jaar geleden. Tijdens het Carboon zijn de steenkoollagen in Nederland en de BRD gevormd. Ook ontstond toen het middelgebergte in de BRD.

Centraal Comittee
Het parlement van de communistische partij in de DDR.

Checkpoint Charlie
Checkpoint Charlie is een van de grensovergangen van West- naar Oost-Berlijn tot november 1989. Het grenshokje van CC is inmiddels in een museum geplaatst.

Concern
Een grote onderneming met een aantal dochterondernemingen. Voorbeeld in Nederland is bijv. Philips en Shell.

Coöperatie
Een overkoepelende organisatie dat voor meerdere bedrijven de productiemiddelen, bijvoorbeeld machines, en de opslag en distributie regelt.

Concentratiegebied
Ander woord voor concentratiegebieden is Ballungsgebiet. Hier concentreert zich een grote groep bedrijven en mensen.

Composteren
Het met behulp van bacteriën om laten zetten van huisvuil naar potgrond. Milieuvriendelijk, maar er is veel ruimte voor nodig.

Communisme
Staatsvorm waarbij de staat (de regering) alles in het land bepaald. Alle bedrijven, winkels, enz. zijn van de staat. Alle mensen zijn dan ook werkzaam bij de staat. Alle Oostbloklanden hadden een communistische staatsvorm, tot in 1989 grote verandering in dit gebied plaatsvonden.

Comecon
Oosteuropese tegenhanger van de EG. Economische organisatie waarbinnen ieder land bepaalde goederen moest produceren. Door de hervormingen in Oost Europa heeft het sterk aan betekenis ingeboet. Enkele Comeconlanden zouden nu graag lid worden van de EG. De DDR is bij de hereniging automatisch EG-lid geworden, als onderdeel van het verenigde Duitsland.

Collectivisme
De collectiviteit staat centraal. De mens wordt niet als individu benaderd maar als onderdeel van een groter geheel. Iedereen wordt gelijk behandeld en heeft dezelfde rechten en plichten.

Collectivering
Het verschijnsel waarbij men in de DDR kleine bedrijven samenvoegt tot heel grote. Deze collectieve bedrijven worden LPG`s genoemd. Vooral in de landbouw heeft dit plaatsgevonden, met de Sovjetrussische kolchozen als voorbeeld.

Cokes
Product dat ontstaat na verhitting van gasrijk steenkool. Na het verdwijnen van het gas is cokes bruikbaar als grondstof voor de chemische industrie.

Dagbouw
Vorm van mijnbouw waarbij de delfstoffen zonder het graven van gangen worden gewonnen. Het graven vindt dus gewoon aan het oppervlak plaats. In Duitsland wordt bruinkool op deze wijze gewonnen.

DDR
Duitse Democratische Republiek. Ook wel Oost Duitsland genoemd. Behoorde tot het communistische oostblok. Hoofdstad: Berlijn. Per 3 oktober 1990 opgenomen in Duitsland.

Demografische Druk
De verhouding tussen het aantal mensen dat werkten het aantal mensen dat niet werkt. Hoe meer kinderen en bejaarden, hoe (qua percentage) minder mensen er werken. De demografische druk stijgt dan.

Denudatie
Letterlijk : ontbloting van gesteente.Onder invloed van de zwaartekracht vallen stenen in de bergen naar beneden.

Depressie
Weersgesteldheid waarbij bij Lage luchtdruk een gebied met veel wind en neerslag, meestal bij westenwind, vanaf de Noordzee Duitsland wordt ingevoerd.

Delfstof
Materiaal dat men uit de bodem wint. Hiertoe behoren brandstoffen als bruinkool en steenkool, maar ook ertsen als ijzererts en bauxiet.

Demografie
Onderdeel van de aardrijkskunde. Het houdt zich bezig met geboorte en sterfte en immigratie en emigratie van mensen.

Dekzand
Zand dat in de laatste ijstijd, het Weichselien, door de wind is afgezet in het Noordduitse Laagland. Het gaat hier dus om een eolische afzetting.

Debiet
Dat is de hoeveelheid water die een rivier op een bepaald moment afvoert. Dit wordt gemeten in kubieke meters water die per seconde op een bepaald punt voorbijkomt.

Dienstensamenleving
Vorm van samenleving waarin sterk de nadruk op de dienstverlening, en minder op het echte produceren in landbouw of industrie.

Dienstenstad
Een stad waar het grootste percentage van de beroepsbevolking werkzaam is in de Tertiaire (diensten) sector werkzaam is. Voorbeeld binnen Duitsland is Berlijn.

Discriminatie
Het maken van onderscheid en het apartstellen en beoordelen van een bepaalde groep mensen. In Duitsland hebben vooral de buitenlandse werknemers hiermee te maken.

Duwbakken
Soort lang schip zonder eigen aandrijving. In groepen van vier of zes worden ze voortgeduwd door een duwschip.

Economische Crisis
Periode waarin het minder goed gaat met de economie van een land of een groter gebied. Bekend zijn de crises van de jaren `30 en de jaren `70 (beginnend bij de oliecrisis).

Economisch-geografisch gebied
Een economisch-geografisch gebied is een gebied dat bepaalde kenmerken heeft, waardoor het anders is dan andere gebieden. Het Ruhrgebied is heel anders, aardrijkskundig gezien, dan het gebied rond Frankfurt. Deze gebieden hebben wel veel onderlinge contacten.

Eilandpositie
West Berlijn ligt sinds de Tweede Wereldoorlog als een eiland binnenin Oost-Duitsland. Dat is het gevolg van de verdeling van Duitsland door de geallieerden. Inmiddels is Berlijn weer het centrum geworden van het verenigde Duitsland.

Eindmorene
Een hoeveelheid puin uit de bergen, dat zich voor de ijsrand heeft verzameld. Als het ijs verdwijnt blijft het morenepuin als `aandenken` over in het landschap.

Eindproduct
Het einde van de productiekolom. Het uiteindelijke product dat de weg rondstof-halffabrikaat-eindprodukt heeft doorlopen. Bijvoorbeeld een auto, computer, pak melk.

Endogene Krachten
Dit zijn krachten van binnenuit de aarde. Voorbeelden hiervan zijn vulkanisme en de daarbij behorende aardbevingen. Door de endogene krachten wordt de aarde gevormd.

Erosie
Verplaatsing van stenen en zand (verweringsmateriaal) door een rivier, gletsjer, zee of de wind. Door een uitschurende werking wordt steeds meer materiaal `afgeschaafd` en meegenomen.

Erfrecht
De manier waarop in een bepaald gebied de boerderij met de landerijen wordt overgeërfd. Er zijn twee soort en in de BRD : 1. Realerbteilung : iedere erfgenaam krijgt een gelijk deel. 2. Anerbenrecht : een van de erfgenamen erft alles, terwijl de anderen worden uitgekocht.

Etnische Samenstelling
Bij de etnische samenstelling wordt gekeken naar de afkomst van groepen mensen, uit welke landen ze afkomstig zijn. De buitenlanders uit West Berlijn zijn voornamelijk afkomstig uit Turkije.

Exogene Krachten
Dit zijn krachten die van buitenaf op de aarde inwerken. Voorbeelden hiervan zijn verwering, denudatie en erosie. De exogene krachten breken de aarde af.

Fluvioglaciaal
Fluvioglaciale afzettingen ontstaan als landijs of een gletsjer smelt en dit smeltwater allerlei erosiemateriaal meevoert.

Fluchtlinge
Duitsers die voor het opengaan van de grenzen in 1989 zijn gevlucht voor het bewind in de DDR.

Foot-loosebedrijven
Bedrijven die niet gebonden zich aan een bepaalde vestigingsplaatsfactor (locatiefactor) en van de ene dag op de andere kunnen besluiten hun bedrijf te verplaatsen als er ergens anders meer geld te verdienen valt.

Gastarbeiders
Buitenlanders die in de jaren `60 en `70 in West Europa zijn komen werken omdat daar toen een tekort aan arbeiders was. Ze komen meesten uit landen rond de Middellandse Zee waar de economie in die tijd veel minder snel groeide.

Geboortenoverschot
Als het aantal geborenen (of geboortecijfer) groter is dan het aantal gestorvenen (of sterftecijfer).

Gemengd bedrijf
Landbouwbedrijf met twee vormen van landbouw in een bedrijf, bijvoorbeeld akkerbouw en veeteelt.

Gezantschappen
Oude benaming voor ambassades, kantoren die landen in andere landen hebben, van waaruit zij hun zaken kunnen behartigen.

Gezinshereniging
Verschijnsel waarbij gastarbeiders, als ze al langere tijd in de BRD zijn, hun vrouw en kinderen laten overkomen. Ze kunnen dan weer een gezin gaan vormen. Op die manier kon het aantal buitenlanders in de BRD groeien, zonder dat er nog gastarbeiders werden toegelaten.

Geallieerden
Gezamenlijke troepenmacht die in 1945 Duitsland op de knie‰n kreeg en het vervolgens bezet hield.

Geboortencijfer
Het aantal levendgeborenen per 1000 van de gemiddelde bevolking in een bepaald jaar.

Gletsjer
Letterlijk : ijsrivier. Een pakket sneeuw en ijs dat zich in een gebergte langzaam naar beneden begeeft. In de Alpen vinden we ze.

Glaciaal
Ander woord voor ijstijd. Periode waarbij in een gebied de temperatuur gedurende lange tijd niet meer boven nul komt. Sneeuw blijft liggen en kan na verloop van duizenden jaren dikke ijspakketten gaan vormen.

Gruppeneigentum
De productiemiddelen (bijv. machines) zijn in handen van een groep mensen. Er is sprake van een soort coöperatie.

Grootgrondbezit
Het in bezit hebben van zeer grote stukken land. Hierop werken pachtboeren die een groot deel van de opbrengst moeten afstaan aan de (rijke) grootgrondbezitter.

Grondsoort
Het materiaal waar de bodem uit bestaat. Dit kan zijn klei, löss, keileem, zand, veen, enz.

Groengordels
Langgerekte gebieden met bos en andere open ruimte, die moeten voorkomen dat stedelijke gebieden aan elkaar groeien.

Grondmorene
Puin dat onder landijs of een gletsjer mee wordt gevoerd.

Grenzdurchangslager
Een speciaal voor vluchtelingen ingericht kamp waar men wordt opgevangen. Hierna zoekt men verblijfplaatsen die over de gehele BRD verspreid liggen.

Groeipool
Een concentratiegebied van bedrijven en mensen, dat zeer snel groeit. Een groeipool trekt steeds meer mensen en bedrijven aan. We noemen dit het agglomeratie-effect of sneeuwbaleffect.

Handelsbalans
Een onderdeel van de betalingsbalans. Hierin wordt de waarde van de import en export met elkaar vergeleken.

Hafkust
Kustgebied dat door een langgerekte zandrug wordt afgesloten van de open zee. Komt voor in gebieden met een flauw hellende kust en weinig getijdeverschil (eb en vloed). De binnenzee achter de zandrug bevat permanent water.

Herstructurering
Een gebied dat het niet meer zo goed doet extra geld geven om bedrijven aan te trekken, betere voorzieningen te ontwikkelen en om de infrastructuur te verbeteren. Het noorden van de BRD behoort tot deze gebieden. Het voormalige DDR zal binnen het verenigde Duitsland een periode van herstructurering gaan doormaken.

Hervormingen
Verandering op politiek en economisch gebied in de Oostbloklanden waarbij men het idee van de planeconomie grotendeels verlaat voor een meer marktgerichte economie.

Heimatvertriebenen
Duitsers uit vooral Polen die na de Tweede Wereldoorlog gedwongen werden naar Duitsland te gaan.

Herstelbetalingen
Betalingen van de DDR aan de Sovjetunie na 1945 als genoegdoening voor de door de Sovjetunie geleden schade in de Tweede Wereldoorlog.

Horst
Een langs een breuklijn omhoog gekomen deel van de aardkorst.

Holoceen
Geologische periode, begonnen 10.000 jaar geleden en duurt nog voort. In deze periode is in het noorden van de BRD een landschap ontstaan met veen en zeeklei.

IJzeren Gordijn
De grens tussen de Westbloklanden en de Oostbloklanden. Deze grens bestond uit hekken en prikkeldraad. Deze grens liep vanaf de Oostzee tot aan de Zwarte Zee. Sinds Hongarije in 1989 het IJzeren Gordijn begon weg te halen bestaat het als zodanig niet meer.

Investeringspremie
Investeringspremies krijgen bedrijven van de overheid bij het opzetten van een nieuw bedrijf in een gebied waar van de overheid vindt dat er te weinig werk is. Bijvoorbeeld West-Berlijn.

Interglaciaal
Relatief warme periode, tussen twee ijstijden in gelegen.

Internationale arbeidsverdeling
Verdeling van de wereld in gebieden die zich vooral bezig houden met de winning van grondstoffen, en gebieden die zich gespecialiseerd hebben in het maken van producten van die grondstoffen. De BRD hoort bij de laatste groep.

Intensivering
Begrip in de landbouw waarmee men aanduidt dat men met behulp van machines, kunstmest, bestrijdingsmiddelen en betere soorten een hogere opbrengst per hectare hoopt te halen.