weifelen werkw. Uitspraak: [ 'wɛifələ(n) ] Afbreekpatroon: wei·fe·len Vervoegingen: weifelde (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft geweifeld (volt.deelw.) niet kunnen beslissen Voorbeeld: 'Hij weifelde even en besloot toen niet te gaan.' Synoniem: aarzelen Synoniemen: aarzelen dubben talmen twijfelen 5 definities...
1) Aarzelen 2) Besluiteloosheid 3) Dralen 4) Dubben 5) In dubio zijn 6) Niet kunnen besluiten 7) Ongestadig zijn 8) Ruggelen 9) Talmen 10) Tergiverseren 11) Treuzelen 12) Twijfelen 13) Vacilleren 14) Walen 15) Wankelen 1) Aarzelen 2) Dralen 3) Dubben 4) Flotteren 5) Fluctueren 6) Ruggelen 7) Talmen 8) Tergiverseren 9) Treuzelen 10) Twijfelen 11) Vacilleren 12) Variëren 13) Walen 14) Wankelen 
aarzelen (toon de herkomst via de etymologiebank)
•in besluiteloosheid niet tot handelen overgaan. •tweede betekenisomschrijving. •enz.
aarzelen
aarzelen
onzeker zijn over de beslissing die gekozen moet worden.