voeteren werkw. Afbreekpatroon: voe·te·ren Verbuigingen: voeteerde Vervoegingen: gevoeteerd (volt.deelw.) 1) te voet ergens heen gaan. Voorbeeld: 'Hij is van Amsterdam naar Utrecht gevoeteerd.- {{Weiland' 2) te voet gaan. Voorbeeld: 'Als onze fiets stuk is, dan moeten we wel voeteren.' . 2 definities... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/voeteren