de troglodiet zelfst.naamw. (m.) Afbreekpatroon: trog·lo·diet Verbuigingen: troglodieten (meerv.) Verbuigingen: troglodietje (verkleinwoord) 1) een mens die in grotten (of holen) leeft Voorbeeld: 'Troglodieten woonden in grotten.' 2) een dom, bruut persoon Voorbeeld: 'Wat is hij een ongelofelijke troglodiet.' . Syn... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/troglodiet