I transitief bijv.naamw. Afbreekpatroon: tran·si·tief Verbuigingen: transitiever Verbuigingen: transitiefst
1) overgankelijk 2) overdraagbaar Voorbeeld: 'In de wiskunde is een binaire relatie R over een verzameling X transitief, als steeds wanneer een element a gerelateerd is aan een element b en element b op zijn ...
Gevonden op
https://www.woorden.org/woord/transitief
1) Meetkundige term 2) Overdraagbaar 3) Overgankelijk
Gevonden op
https://www.mijnwoordenboek.nl/puzzelwoordenboek/Transitief/1
1) Overdraagbaar 2) Overgankelijk
Gevonden op
https://www.mijnwoordenboek.nl/puzzelwoordenboek/Transitief/1
Let op: Spelling van 1858 transitoir, transitif, Fr., overgaande; (in de spraakk.), wordt zulks van die werkwoorden gezegd, wier werking of handeling van het eene voorwerp op het andere overgaat, b.v.: slaan bepaalt zich niet alleen bij dengenen, die slaat, maar gaat ook over tot den persoon, die geslag...
Gevonden op
http://www.dbnl.org/tekst/weil004kuns01_01/
overgankelijk werkwoord (toon de herkomst via de etymologiebank)
Gevonden op
http://www.etymologiebank.nl/trefwoord/transitief
overgankelijk (werkwoord)
Gevonden op
https://uitleenwoordenbank.ivdnt.org/index.php/uitleen/zoek_gecombineerd_ca
overgankelijk (werkwoord)
Jaar van herkomst: 1824 (WNT )
Gevonden op
https://www.dbnl.org/tekst/sijs002chro01_01/colofon.php
Een werkwoord dat een actie uitdrukt ten opzichte van iets of iemand; een overgankelijk werkwoord.
Bijvoorbeeld: `nemen` of `houden van` kunnen niet op zichzelf staan, maar zullen altijd door iets of iemand worden gevolgd.
Antoniem: intransitief
Gevonden op
https://www.encyclo.nl/lokaal/10168
Geen exacte overeenkomst gevonden.