het tij zelfst.naamw. Uitspraak: [ tɛi ] Verbuigingen: tijen (meerv.) eb en vloed Synoniem: getij(de) hoog tij (moment dat de vloed het hoogst is) laag tij (moment dat de eb ophoudt) het tij keren (de situatie veranderen) Synoniemen: eb getij getij(de) getijde Spreekwoorden en zegswijzen • ieder vist op zijn ge tij... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/tij
1) Afwisseling van eb en vloed 2) Beweging van de zee 3) Duur van eb en vloed 4) Eb 5) Eb en vloed 6) Eb of vloed 7) Getij 8) Getij(de) 9) Getijde 10) Getijde beweging 11) Stroming van zeewater 12) Vloedbeweging 13) Waterbeweging 14) Waterstand 15) Waterstroming 16) Wisseling van eb en vloed 17) Wisseling van en en vloed Gevonden op https://www.mijnwoordenboek.nl/puzzelwoordenboek/Tij/1
de afwisseling van hoog en laag water bij de zee vb: het is om vier uur laag tij opkomend tij [periode waarin het vloed wordt] het tij keren [de situatie veranderen] hoog tij [wanneer het water hoog staat] laag tij [wanneer het water laag staat] gunstig tij [een gunstige periode] Gevonden op http://www.muiswerk.nl/mowb/?word=tij
de periode tussen hoog- en laagwater, of omgekeerd; dus eb of vloed. [Uitdrukkingen.] Ook getijde genoemd. Soms echter ook: de periode tussen twee hoog- of laagwaters; dus de periode van 1x eb en 1x vloed samen. Vaak ook een volledig tij genoemd. EEN TIJ(TJE) OVERZITTEN: wordt gezegd wanneer men met afgaand water aan de grond gelopen is en moet wac... Gevonden op https://www.debinnenvaart.nl/binnenvaarttaal/index.php?woord=t