de spies zelfst.naamw. (m./v.) Uitspraak: [ spis ] Verbuigingen: spiezen (meerv.) metalen pen om stukjes vlees en groente te roosteren Synoniemen: lans satéspies speer vleespriem Spreekwoorden en zegswijzen • Met hem kan men geen spies draaien (=Met hem valt niet samen te werken) Naar de spreekwoorden 4 defini...
1) Assegaai 2) Barbecue pen 3) Barbecuepen 4) Bloeiwijze 5) Braadpen met vlees 6) Brochette 7) Eerste gewei van een hert 8) Getand prikwerktuig 9) Geweien 10) Harpoen 11) Ineengedrongen pluim 12) Lange stok met scherpe punt 13) Lange, dunne sparrenstam 14) Lans 15) Lens 16) Lichte speer 17) middeleeuws wapen 1) Brochette 2) Lans 3) Lens 4) Piek 5) Satestokje 6) Satéspies 7) Speer 8) Steekwapen 9) Vleespriem 10) Werptuig 
[Mil. Woordenboek, spelling van 1861 ``Spies``] Gelijkluidend met piek
lange speer; braadpen (toon de herkomst via de etymologiebank)
lange speer
(spies - spiets) lange speer
Lange, licht afgeplatte pen, meestal roestvrij staal, waarop verschillende stukken gesneden ingrediënten worden geregen om ze te roosteren op houtskool of te grilleren.