regenereren werkw. Uitspraak: [ rexenə'rerə(n) ] Afbreekpatroon: re·ge·ne·re·ren Vervoegingen: regenereerde (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft geregenereerd (volt.deelw.) 1) afvalstoffen bewerken zodat die hergebruikt kunnen worden Voorbeeld: 'plastic zakken, flessen en dozen regenereren' 2) beschadigde lichaa...
1) Aangroeien 2) Herscheppen 3) Opnieuw vormen 4) Recyclen 5) Terugwinnen 6) Verjongen 7) Vernieuwen 8) Weder opwekken 9) Weer aangroeien 10) Weer bruikbaar maken 11) Weer doen aangroeien 12) Weer opwekken 13) Weer voortbrengen 14) Zich vernieuwen en herstellen 1) Herscheppen 
weer in oorspr. toestand terugbrengen (toon de herkomst via de etymologiebank)
Def.: voortplanten of het weer aangroeien van delen van een organisme of een organisme in zijn geheel
Het naar consumptietemperatuur verwarmen van koelverse en diepgevroren etenswaren. Het regenereren is een van de meest kritieke fasen van de GMP van voedelsbereiding en -handleiding. 
Het opnieuw verhitten van een product met als doel consumeren
Het naar consumptietemperatuur verwarmen van koelverse en diepgevroren etenswaren. Het regenereren is een van de meest kritieke fasen van de GMP van voedelsbereiding en -handleiding.