peperbus zelfst.naamw. (de) Afbreekpatroon: pe·per·bus Verbuigingen: peperbussen (meerv.) Verbuigingen: peperbusje (verkleinwoord) 1) een vaatje met al dan niet gemalen peperkorrels dat op tafel gezet wordt Voorbeeld: 'Het zout staat al op tafel, zou je de peperbus erbij kunnen halen?' 2) een in Nederland zeldzame padd...
1) Huisraad 2) Kerktoren in Noord-Brabant 3) Kerktoren in Overijssel 4) Keukengerei 5) Paddenstoel 6) Peperstrooier 7) Reclamezuil (schertsend) 8) Strooivaatje 9) Toren in een bepaalde vorm 10) Toren in zwolle 1) Molen 
Bijnaam van de eerste typen Solex-bromfietsen die een aluminium luchtfiltertje hadden dat wat van een peperbus weg had.
(Myriostoma coliforme) -Nederlandse naam:- Peperbus -Beschrijving- Vruchtlichaam gesloten bol- tot tolvormig, met 6-12 slippen, Ø 4-12 cm. Buitenzijde glad, geelachtig tot bruin. Binnenzijde wittig of gelig tot bruinachtig of bruinzwart. Bol Ø 25-50 mm, met 3-15 steeltjes, met 
•een vaatje met al dan niet gemalen peperkorrels dat op tafel gezet wordt.
zie spietoren
(de ~) 1 bus voor of met peper
[ beroemde gebouwen] 
Vaten met een geperforeerde bovenkant voor het strooien van peper op voedsel. Worden gemaakt in een verscheidenheid van vormen en materialen en vormen vaak een paar met een zoutvaatje