exploreren werkw. Uitspraak: [ ɛksplo'rerə(n) ] Afbreekpatroon: ex·plo·re·ren Vervoegingen: exploreerde (verl.tijd ) Vervoegingen: heeft geëxploreerd (volt.deelw.) verkennend onderzoek doen, vooral om iets te vinden Voorbeelden: 'olie exploreren in de noordelijke ijszee' , 'probleemsituaties exploreren' , 'een sterke exploratiedrang b...
1) Doorzoeken 2) Doorzoeken van onbekend gebied 3) Een gebied verkennen 4) Navorsen 5) Onderzoeken 6) Onderzoeken van een land 7) Verkennen 1) Doorzoeken 2) Verkennen 
doorzoeken van gebied (toon de herkomst via de etymologiebank)
rondkijken om te zien hoe het is vb: toen we aankwamen, exploreerden we de omgeving Synoniem: verkennen
doorzoeken (van gebied)
Onderzoeken, b.v. rectaal exploreren bij rund-paard..
Onderzoeken