dezelfde pronoun Uitspraak: [ dəˈzɛlvdə ] Afbreekpatroon: de·zelf·de <je gebruikt dit woord als iets of iemand gelijk is aan iets of iemand anders> Voorbeelden: 'Mijn broers en zussen hebben dezelfde ouders als ik.' , 'Wij hebben dezelfde mening over dat televisieprogramma.' Antoniem: verschillend Synoniemen: één eender enig ...
1) Aanwijzend voornaamwoord 2) Bepalingaankondigend voornaamwoord 3) Bepalingsaankondigend voornaamwoord 4) Desgelijks 5) Diezelfde 6) Één 7) Eender 8) Eigenste 9) Enerhande 10) Enig 11) Geheel gelijk 12) Gelijk 13) Gelijk aan 14) Gelijke 15) Idem 16) Identiek 17) Identieke 18) Iemand 19) Item 20) Men 1) Dito 2) Eender 3) Eendere 4) Eenzelfde 5) Eigenste 6) Enerlei 7) Enig 8) Gelijk 9) Gelijke 10) Hetzelfde 11) Id 12) Idem 13) Identiek 14) Iemand 15) It 16) Item 17) Men 18) Een 
geen andere, gelijk aan vb: wij hebben op dezelfde school gezeten Tegenstelling: overig
•de gelijke identiteit bezittend; meervoud of mannelijk en vrouwelijk enkelvoud, zowel zelfstandig als bijvoeglijk gebruikt. (+audio)
aanwijzend voornaamwoord
(dezelfde - hetzelfde) aanwijzend voornaamwoord