Tijdschrift voor Medisch Onderwijs, oktober 2011 | Vol. 30, nr. 5, p. 221-225
Feedback tijdens coschappen: graag meer en beter!
P.V. van Hirtum, L.R. Woittiez, W. Tempelaar, N.S.M. Lak, L. van Groenendael
Samenvatting
Inleiding: Uit de door het Landelijk Overleg CoAssistenten (LOCA) uitgevoerde enquêtes blijkt
dat zowel coassistenten, onderwijskundigen als artsen (opleiders) vinden dat er tijdens de
coschappen te weinig aandacht is voor feedback.
Afname enquête: In navolging van een in 2007 uitgevoerde enquête onder coassistenten werd
in 2010 een uitgebreide vragenlijst naar de coassistenten van de verschillende faculteiten
Geneeskunde gestuurd, en werden ook onderwijskundigen en artsen benaderd.
Resultaten: Er waren 869 respondenten, waaronder veel coassistenten. In alle groepen vond
het merendeel van de respondenten dat er vaker feedback gegeven zou moeten worden. Men wijt
het gebrek aan feedback niet alleen aan een tekort aan tijd van de kant van docenten maar ook
aan de houding van de coassistenten: zij vragen te weinig om feedback. Als mogelijke oplossing
wordt onder andere het geven van docentcursussen, gericht op feedback, genoemd.
Conclusie: Mogelijke oorzaken van het ervaren tekort aan feedback zijn enerzijds tijdgebrek en
anderzijds een cultuur in de medische wereld waarin weinig feedback wordt gegeven en door
coassistenten onvoldoende naar feedback wordt gevraagd. Het is wenselijk vaste momenten te
bepalen voor het geven van feedback en coassistenten te instrueren feedback te vragen. Ook
dienen er bij het geven van feedback specifieke, inhoudelijke suggesties voor verbetering gedaan
te worden. Docentcursussen kunnen hierbij een belangrijke rol spelen. (Hirtum PV van, Woittiez LR,
Tempelaar W, Lak NSM, Groenendael L van. Feedback tijdens coschappen: graag meer en beter!
Tijdschrift voor Medisch Onderwijs 2011;30(5):221-225.)
Inleiding
Er zijn aanwijzingen dat clinici onvoldoende in staat zijn hun eigen prestaties
adequaat te beoordelen5 en dat zij kunnen
neigen tot zelfoverschatting.6 Vooral bij onervaren personen, zoals coassistenten en
beginnende arts-assistenten, kan dit tot potentieel gevaarlijke situaties leiden.6 Het
zelfinzicht kan mogelijk verbeterd worden
door in gesprekken met collega’s de onvolkomenheden in handelen te berde te brengen, ofwel hen feedback te geven op hun
functioneren.5
In bijeenkomsten van het LOCA (Landelijk Overleg CoAssistenten) werd gesignaleerd dat er tijdens de coschappen weinig
feedback wordt gegeven aan coassistenten.
Deze mening werd ondersteund door de
In oude Griekse geschriften van onder meer
Hippocrates wordt feedback al genoemd als
vast onderdeel van het medisch onderwijs.1
Een veelgebruikte definitie van feedback in
de medische praktijk is ‘samenvatting van
klinische prestaties in de gezondheidszorg
over een bepaalde tijdsperiode’.2 In het medisch onderwijs kan feedback betrekking
hebben op een veelheid van onderdelen zoals kennis, klinische vaardigheden, communicatie en professioneel gedrag. Uit recente
meta-analyses blijkt dat feedback, mits op een
goede manier gegeven, een positieve invloed
kan hebben op prestaties.3-4 Met name voor
de onderdelen communicatievaardigheden
en professionaliteit kan feedback nuttig zijn.5
Beschouwing
Feedback tijdens coschappen | P.V. van Hirtum et al.
uitkomsten van een in 2007 door het LOCA
uitgevoerde enquête onder coassistenten in
Nederland. Hieruit bleek dat 92% van de
543 respondenten feedback leerzaam vond
en de coassistenten unaniem van mening
waren dat zij te weinig feedback kregen tijdens hun coschappen. Naar aanleiding van
deze resultaten heeft het LOCA in 2010 een
uitgebreide landelijke enquête uitgevoerd.
Het doel hierbij was inzicht te krijgen in
het beeld dat bestaat over feedback als onderdeel van het leerproces en in de knelpunten die bestaan in de praktijk, om vervolgens aan de hand hiervan aanbevelingen te kunnen doen voor verbetering.
Tabel 1. Overzicht respondenten.
Totaal
Coassistenten
(757)
Artsen (opleiders)
(92)
Afname enquête
Studiejaar
Aantal
3
49
4
196
5
276
6
236
Functie
Aantal
Specialist
64
Arts-assistent
24
Anders
4
Onderwijskundigen
(20)
Aan coassistenten, artsen (opleiders) en
onderwijskundigen van de acht faculteiten
Geneeskunde werd gevraagd een vragenlijst over feedback in te vullen. Onder onderwijskundigen werden opleidingsdirecteuren, facultaire beleidsmakers en nietmedische docenten verstaan. De definitie
van feedback was hierbij:
neeskunde vaker feedback gegeven moet
worden (Figuur 1). De geënquêteerde onderwijskundigen en coassistenten zijn hier
echter stelliger in dan de artsen. Ook uit
eerdere studies blijkt dat er tussen de docenten en studenten een verschil in beleving is ten aanzien van de hoeveelheid
feedback die respectievelijk gegeven of ontvangen wordt. Een mogelijke verklaring
voor dit verschil is dat artsen kleine opmerkingen ook als feedback ervaren, terwijl
studenten feedback vaak alleen herkennen
als dit in een gestructureerde, als zodanig
benoemde setting plaatsvindt.6 8
Uit meta-analyses blijkt dat de frequentie
van de gegeven feedback van invloed is op
het effect ervan.6 8 Het is dus van belang om
regelmatig feedback te geven. Vaak wordt
tijdgebrek genoemd als reden waarom dit
in de praktijk niet lukt (Figuur 2). Een groot
deel van de respondenten ziet als mogelijke
oplossingen hiervoor 1) het instellen van
vaste momenten om feedback te geven, 2)
het instrueren van studenten vaker te vragen naar feedback en 3) docentcursussen
‘Feedback is informatie die betrekking
heeft op een prestatie van de ontvanger en
kan worden gegeven door een leraar, studiegenoot, ouder of verkregen uit een boek
of eerdere ervaringen.7 In deze enquête
richten wij ons op feedback die gegeven
wordt door een klinisch docent (o.a. artsen, verpleegkundigen, paramedici, enz.)
op een klinische stageplek aan een coassistent.’
Resultaten
Er waren in totaal 869 respondenten: 757
coassistenten, 92 artsen en 20 onderwijskundigen (Tabel 1).
Wenselijkheid van feedback
Uit de enquête blijkt dat zowel coassistenten, artsen als onderwijskundigen van mening zijn dat er tijdens de opleiding Ge-
Beschouwing
Percentage
Feedback tijdens coschappen | P.V. van Hirtum et al.
100
80
80
64
60
47
40
30
20
25
18
15
10
5
0
Ja
n
hie
ssc
Mi
0 1 0
utr
Ne
aal
Mi
nd
3 1
0
er
Ni
et
Percentage
Figuur 1. Is frequenter feedback nodig?
100
85
80
70
65
60
60
55
50 57
45
40
42
38
30
28
14
20
10
4
17 18
11
15 10
0
n
n
te
an
an
ten
ne t
de g
rv n
en k
s v it
cen tijd
vin tti
ken nie vrag dbac ack i alite ltuu geve
Do einig nten et nu her ack
e
b kw
n e
cu ck
w
ce ni nten eedb ente om f Feed nde
en ba
d ig
e f
Do
e
Ge feed
u
d
o
t
u
n
d
S ei
l
St
vo
w
on
6
rs
de
An
Percentage
Figuur 2. Oorzaken van te weinig feedback.
90
80
70
60
50
40
30
20
10
0
ste
Va
90
73
65
65
68
65 64
48
48
45
40
21
14
14
6
n
nte
me
o
m
n
s
s
ten
ere
rsu
rsu
uli elf la back ntcu back ntcu back
m
z
ed
or
ce eed ude feed
e f enten m fe
Do f
St
ter
Be Stud gen o
v ra
10 12
4
rs
de
An
Figuur 3. Verbetersuggesties voor feedback.
Beschouwing
Feedback tijdens coschappen | P.V. van Hirtum et al.
schap. Coassistenten kunnen worden geïnstrueerd actief te vragen naar feedback.
Docenttrainingen in het geven van feedback, aangeboden door de faculteiten Geneeskunde aan àlle specialisten werkzaam
in een opleidingssetting, zijn noodzakelijk;
hier moet meer nadruk op komen. De kwaliteit van feedback kan worden verhoogd
door een vaste begeleider aan te wijzen, die
tevens specifieke suggesties geeft voor verbetering.
over het geven van feedback – ‘Teach the
Teacher’ cursussen – (Figuur 3). In de LOCA-enquête van 2007 gaf 44% van de artsen aan behoefte te hebben aan een dergelijke cursus. Hier ligt dan ook een taak voor
de faculteiten: meer aandacht besteden
aan de huidige cursusprogramma’s.
Kwaliteit van feedback
Ook wat betreft de kwaliteit van de feedback
is verbetering mogelijk. Hoewel de artsen en
coassistenten over het algemeen tevreden
zijn met de door de faculteit verstrekte
feedbackformulieren (Figuur 3), is een vaak
gerapporteerd probleem dat deze formulieren vluchtig worden ingevuld en ondertekend, begeleid met de woorden: ‘Je bent
een prima coassistent’. Effectieve feedback
bevat echter specifieke suggesties voor verbetering.9 Mogelijke redenen waarom hier
onvoldoende aandacht aan wordt besteed,
zijn, naast het eerder genoemde tijdgebrek,
onvoldoende vaardigheden van artsen in
het geven van feedback en het ontbreken
van een cultuur waarin laagdrempelig feedback wordt gegeven (Figuur 2). Dit kan worden verbeterd door het geven van de eerder
genoemde ‘Teach the Teacher’ cursussen.
Verder is het voor de effectiviteit van
feedback belangrijk dat deze gegeven
wordt door een persoon met autoriteit,
die de coassistent gedurende langere tijd
begeleidt.3 Een vaste begeleider voor een
langere periode is tijdens de vaak korte
coschappen echter moeilijk te realiseren;
ten tijde van de vaak langer durende stage
in het laatste jaar van de opleiding Geneeskunde is dit beter haalbaar.
Dankwoord
De auteurs danken Caroline J. Aalbers,
Hugo J. Bakker, Annemarie M.M. van Deursen, Lisa Osei, Dirk T. Tempelaar (LOCAbesturen) voor hun hulp bij de opzet van de
enquête, de analyse van de resultaten en de
bewerking van het manuscript.
Literatuur
1.
2.
3.
4.
5.
6.
Conclusie en aanbeveling
7.
Artsen, onderwijskundigen en coassistenten zijn het erover eens dat er tijdens de
coschappen meer aandacht zou moeten
zijn voor feedback. De frequentie van feedback kan worden verhoogd door hiervoor
vaste momenten in te stellen tijdens een co-
8.
9.
Ridder JM van de, Stokking KM, McGaghie WC,
ten Cate OT. What is feedback in clinical education?
Med Educ 2008;42:189-97.
Jamtvedt G, Young JM, Kristoffersen DT, Thomson
O’Brien MA, Oxman AD. Audit and feedback:
effects on professional practice and health care outcomes. Cochrane Database Syst Rev 2003: CD000259.
Veloski J, Boex JR, Grasberger MJ, Evans A, Wolfson DB. Systematic review of the literature on assessment, feedback and physicians’ clinical performance: BEME Guide No. 7. Med Teach 2006;28:
117-28.
Jamtvedt G, Young JM, Kristoffersen DT, O’Brien
MA, Oxman AD. Audit and feedback: effects on
professional practice and health care outcomes.
Cochrane Database Syst Rev 2006:CD000259.
Davis DA, Mazmanian PE, Fordis M, Van Harrison
R, Thorpe KE, Perrier L. Accuracy of physician
self-assessment compared with observed measures
of competence: a systematic review. JAMA 2006;
296:1094-102.
Bing-You RG, Trowbridge RL. Why medical educators may be failing at feedback. JAMA 2009;302:
1330-1.
Hattie J, Timperley H. The Power of Feedback
Review of Educational Resarch 2007;77:81-112.
Kogan JR, Bellini LM, Shea JA. Have you had your
feedback today? Acad Med 2000;75:1041.
Hysong SJ. Meta-analysis: audit and feedback
features impact effectiveness on care quality. Med
Care 2009;47:356-63.
Beschouwing
Feedback tijdens coschappen | P.V. van Hirtum et al.
Correspondentieadres:
Landelijk Overleg Coassistenten, Hamburgerstraat 27,
3512 NP Utrecht. E-mail:
[email protected];
www.loca.nu
De auteurs:
Pauline V. van Hirtum, ANIOS Intensive Care, Atrium
Medisch Centrum Heerlen, voorheen coassistent Universiteit Maastricht.
Lycke R. Woittiez, MSc, ANIOS Interne Geneeskunde,
Martini ziekenhuis Groningen, voorheen coassistent
Medisch Spectrum Twente, Enschede.
Wanda Tempelaar AGIKO Psychiatrie UMCU, voorheen
coassistent Universitair Medisch Centrum Utrecht.
Nathalie S.M. Lak, ANIOS Kindergeneeskunde, Meander
Medisch Centrum Amersfoort, voorheen coassistent Universiteit Utrecht.
Léon van Groenendael, MSc Tropical Medicine & International Health, London School of Hygiene and Tropical
Medicine, voorheen coassistent Universiteit Maastricht.
Belangenconflict: geen gemeld
Financiële ondersteuning: geen gemeld
Summary
Introduction: Surveys conducted by the Dutch Association for Medical Interns have shown general agreement among
students, doctors and teaching staff that feedback is receiving too little attention during clinical clerkships.
Method: The Dutch Association for Medical Interns sent an extensive questionnaire about the quantity and quality of
feedback to the medical students at several faculties of medicine and to educationalists and doctors.
Results: 869 completed questionnaires were returned, the majority of them by students. All groups agreed that feedback
should be given more frequently. The paucity of feedback seems mostly due to doctors’ busy schedules, but also to students
not asking for feedback more often. Teach-the-teacher courses are suggested as one of the possible solutions to the problem.
Discussion/conclusion: Possible causes of the lack of feedback may be time constraints due to doctors’ workload, the
culture in medicine where feedback is not customary and to students’ failure to ask for feedback. It seems advisable to
designate fixed occasions for feedback and to instruct studnts to invite feedback. Feedback should include specific suggestions for improvement. Teach-the-teacher courses might make an important contribution to the improvement of the
quality andq quantity of feedback during clerkships. (Hirtum PV van, Woittiez LR, Tempelaar W, Lak NSM, Groenendael
L van. Feedback during clinical clerkships: more and better, please! Netherlands Journal for Medical Education
2011;30(5):221-225.)
Beschouwing