|
|
Belevenissen van andere schippers |
Van Breukelen naar Sas van Goes.
De voorbereiding.
In een opwelling van drang naar avontuur hebben we een tijdje geleden een klein motorbootje gekocht. Het was niet duur maar de staat van de boot was er dan ook naar. Dat zijn echter zorgen voor later, eerst en vooral moeten we de boot verplaatsen van Breukelen (net iets ten noorden van Utrecht) naar het Sas van Goes (Zeeland). Een afstand van zowat 180 km en dat voor een totaal onervaren bemanning. Het belooft een spannende tocht te worden. Vooraleer we vertrekken worden natuurlijk de nodige voorbereidingen getroffen. Aangezien we nog nooit een boot bestuurd hebben lijkt het ons het beste om zoveel mogelijk hulpmiddelen mee te nemen. We kopen waterkaarten, een klein GPS apparaat en software om de route op voorhand zo goed mogelijk uit te stippelen. We hebben er totaal geen idee van hoeveel benzine een buitenboordmotor verbruikt en de meningen verschillen nogal. Ach wat, laat ons maar ineens 200L meenemen; beter te veel dan te weinig. Wat zijn nu onze voorspellingen? We denken er 2 tot 3 dagen over te doen, afhankelijk van het weer en de te verwachten onvoorziene gebeurtenissen. Dit is berekend met een gemiddelde snelheid van 7km/u, sluizen en bruggen inbegrepen. Voor alle zekerheid namen we een hele week vakantie, je weet maar nooit. Voedsel is er genoeg, kledij des te meer. Het lijkt wel of we vertrekken voor een maand naar Canada. Er is echter nog een klein probleempje: tot op heden zijn we er nog niet in geslaagd om de motor aan de praat te krijgen. Het trekken aan die koord is beenhard en de weerslag ervan doet de handen altijd weer ergens tegenaan slagen. Bovendien kennen we de werking van de bedieningshendels niet. Hoe zetten we die nu in neutraal? En waarvoor dient die kleine hendel eigenlijk?
Dag 1: Dat begint al goed...
Onze vriendelijke buurvrouw Rosanne heeft ermee
ingestemd om ons naar Breukelen te rijden en in Goes weer te komen afhalen. Het weer is
prachtig en men voorspelt dat dit nog enkele dagen zal aanhouden. Het is begin April dus
dat kon evengoed helemaal anders uitgepakt zijn. We vertrekken in de namiddag met de
bedoeling eerst te overnachten in Breukelen op de boot. Op die manier kunnen we 's morgens
zo vroeg mogelijk vertrekken. Volgens onze berekeningen hebben we dan telkens het getij
mee op de plaatsen waar we getijderivieren passeren. Ook hier zijn we absoluut niet zeker
of dat wel klopt maar we zien wel.
In Breukelen aangekomen moeten we eerst nog enkele honderden meters te voet afleggen met
al onze bagage. Dit leed is snel geleden en we nemen afscheid van Rosanne. Dan snel alles
op zijn plaats leggen en dan plots merken we dat er iets niet bij is... de rugzak met alle
belangrijke attributen: gsm's, portefeuilles, fototoestel, medicamenten... Tijdens het
instappen is die zak gewoon op de oprit blijven staan. Ontmoedigd verzamelen we dan maar
wat we toch hebben: 1 portefeuille met Visa kaart en 1 Gsm zonder oplader. Goed, op die
manier dan maar. Wel heel spijtig dat we geen foto's zullen kunnen maken.
Dag 2: We leren de motor kennen...
Iedereen heeft lekker geslapen en begint vol goede
moed aan deze beslissende dag. O ja, laat ik eerst even de bemanning voorstellen:
� Linda: altijd goedgemutst, maar nu toch wat terneergeslagen omwille
van de vergeten spullen.
� Ward: kleine pattotter die we altijd in het oog moeten houden want hij
ziet het gevaar van het omringende water nog niet.
� Jelle: onze wakkere electriciteitsspecialist. Zal tijdens de gehele
tocht de stroomvoorziening perfectioneren.
� Herman: aangesteld als kapitein. Ziet het wel zitten maar vreest toch
de moeilijke momenten bij sluizen en bruggen.
Het vertrek.
paars: voorgestelde route.
geel: werkelijke route.
Vanaf 9 uur proberen we de motor te starten. Een
volledig uur hebben we nodig maar dan plots lukt het! Trossen los! Meteen al een serieuze
test voor schipper Herman want er moet minutieus gemanoevreerd worden om uit de haven te
geraken. Het moet gezegd dat een wonder geschiedde: zonder enige ervaring slagen we erin
om ongevalvrij de Loosdrechtse Plassen te bereiken. Op voorhand werden de co�rdinaten van
de te passeren punten in de Gps geplaatst en het is al snel duidelijk dat dit van
onschatbare waarde is. Op een kaart ziet het er allemaal heel simpel uit maar eenmaal op
het water verlies je al heel snel alle gevoel voor richting. Gelukkig is er op het Gps
scherm een grote pijl die we maar moeten volgen om naar het volgende punt te geraken.
Het blijkt ook dat het vaargedrag van deze boot zeer eigenaardig is: het stuur voor enkele
seconden loslaten betekent een totale andere richting. De boeg is niet spits (zoals men
zou verwachten bij vaartuigen) maar stomp. Het resultaat is dat de boot telkens van
richting verandert en er steeds moet bijgestuurd worden. Helaas reageert een vaartuig niet
onmiddellijk zoals een wagen dat doet en het resultaat is een stijve schouder al na een
uurtje varen.
Die eerste sluis.
De Gps leidt ons mooi naar het eerste oponthoud: de
Mijndensesluis die de Loosdrechtse Plassen scheidt van de Vecht. Langzaam naderen we, de
sluisdeur opent en dan blijkt dat de motor steeds afslaat bij laag toerental. We zwalpen
rond in de sluis en kunnen met veel moeite aanleggen. Dit is dus het soort situaties waar
we voor vreesden. Men vergeet nooit z'n eerste sluis wordt gezegd en dat klopt! Als de
sluis opent moeten we de motor starten met de gashendel volledig open. Alleen dan wil hij
aanslagen en dat is niet ideaal om in de goede richting te vertrekken. Maar het lukt en we
vervolgen onze weg op de Vecht, zuidwaarts. Volgens de kaarten moeten we een paar
kilometer verder aan de rechterkant een volgende sluis tegenkomen om door te steken naar
het grote Amsterdam-Rijnkanaal.
Zijn de kaarten fout of zien we niet goed? In ieder geval laat die sluis flink op zich
wachten en we passeren achtereenvolgens Breukelen en Maarssen. Daar moeten we een half
uurtje wachten vooraleer de brugwachter uit lunchpauze terugkeert dus we leggen aan (met
veel motorellende plus geknoei alom) en besluiten een terrasje te gaan doen. We vervolgen
onze route, nog steeds zoekend naar de sluis aan de rechterkant. Na wat kilometers is die
er dan eindelijk. Wat een geluk: ze staat gewoon open en we varen het kanaal op. Grote
binnenwaterschepen passeren ons, soms wel heel dichtbij, en veroorzaken vrij grote golven.
Het bootje danst maar niemand heeft er last van. We zijn allemaal tamelijk goed bestand
tegen zeeziekte en dat is toch een meevaller.
Alles verloopt volgens plan?
We zijn Utrecht voorbij en dan plots stopt de motor.
Vrij snel drijven we naar de kant toe en moeten met handen en voeten voorkomen dat de boot
tegen de wal knotst. Wat is er nu weer? Even voelen aan de benzinetank maakt snel
duidelijk dat de eerste 20 liter er door zijn. We hebben toch al 25 km gevaren (leve de
Gps die dat allemaal toont) en een snelle berekening leert dat we dus wellicht voldoende
brandstof mee hebben voor de volledige tocht. Snel een nieuwe tank aangesloten en weer op
weg. Onze gemiddelde snelheid tot dan toe bedraagt 7 km/u. Precies op schema maar
eigenlijk zouden we vlugger moeten gaan om het verliesuurtje van bij de start in te halen.
Voorlopig zal dat niet gaan want we naderen alweer een sluis: De Prinses Beatrixsluis die
de verbinding met de rivier 'de Lek' vormt. We bevinden ons aldus ter hoogte van
Nieuwegein. Deze sluis is van een groter kaliber maar voor het eerst gaat het goed. Een
groot vrachtschip ligt er al in en wij mogen er achteraan bijschuiven. De motor slaat niet
af en intussen weten we dat met deze boot aan de linkerkant moeten aanleggen. De
rechtsdraaiende schroef heeft namelijk een 'wieleffect' naar rechts (de achterkant van de
boot trekt naar rechts) als we traag vooruit varen en naar links in z'n achteruit. Als je
aldus schuin naar de linkerkant vooruit vaart om dan vervolgens in achteruit te gaan wordt
de boot netjes evenwijdig met de wal geplaatst.
Onze bemanning heeft de taken mooi verdeeld en stilaan worden de sluizen een aangenaam
oponthoud. Vooral voor schipper Herman die heel blij is dat hij eventjes niet moet sleuren
aan het stuur. De sluis voorbij komen we al snel aan de rivier 'de Lek'. Een getijderivier
die we volgens plan maar eventjes stroomafwaarts moeten volgen om snel aan de linkerkant
een volgende sluis aan te doen die ons brengt naar het Merwedekanaal. Maar die sluis of
zelfs maar een afslag naar links is gewoon niet te vinden en we blijven de Lek volgen.
Gelukkig is het net vloed geweest en bovendien staat er een flinke oostenwind. Beide
factoren zorgen ervoor dat we maar liefst tot 13 km/u halen. Dat is een flinke meevaller
en wellicht halen we vandaag nog het einde van de rivier, ergens ter hoogte van Krimpen
aan de Lek.
Afgelopen winter was een hele natte en dat is er aan te merken. De Lek is uitzonderlijk
breed. Het is al 19u als we uiteindelijk aankomen in Lekkerkerk, een dorpje v��r
Krimpen. We vinden een kleine jachthaven en besluiten er te overnachten. De vriendelijke
havenmeester ad interim, een wat oudere man toont ons de beste aanlegplek waar we het
minst last zullen hebben van de golfslag van de vrachtschepen die heel de nacht blijven
varen.
Dag 1 sluiten we af met een eenvoudig maal en een kleine wandeling. En dan lekker gaan
pitten.
Dag 2: Lukt het vandaag nog?
Na een heerlijke kop koffie gaat de tocht verder. Het is nog steeds prachtig weer en iedereen zit buiten, meestal vooraan aan de boeg. Al vrij snel eindigt de Lek en moeten we naar links, zuidwaarts op de Nieuwe Maas. Dit is een drukke waterweg want het vormt de verbinding tussen Rotterdam en Antwerpen. Veel last hebben we daar echter niet van want het is er voldoende breed. Het gaat vlotjes richting Dordrecht. Hier weer een splitsing en we gaan linksaf naar de Dordtsche Kil. Alsmaar breder wordt het water en dat vinden we leuk. Grote boten blijven op afstand en vanzelf arriveren we bij het 'Hollandsch Diep' waardoor we weer westwaarts varen en de gunstige invloed van de oostenwind ondervinden.
Sluizen.
Veel te vertellen is er eigenlijk niet. We varen gezapig door en genieten volop van de zon en de mooie landschappen die we passeren. Een nieuwe sluis dient zich aan, de Volkeraksluis. Hier zijn aparte kommen voor vrachtschepen en pleziervaartuigen. Het is nog heel vroeg in het vaarseizoen dus helemaal alleen plaatsen we ons kleine bootje in de enorme sluis. Het is al een eenvoudige routine geworden. Het verwisselen van de benzinetanks gebeurt intussen ook al varende. Tussen de vorige en de volgende sluis bevindt zich het Volkerak, een groot meer zonder getijden en Herman vindt dat het maar eens tijd wordt dat iemand anders even het stuur over neemt. Veel gegadigden zijn er niet, iedereen heeft al wel gezien dat het geen lachertje is. Maar goed, Linda is bereid even te proberen. Lang duurt dat niet want we zwalpen van links naar rechts. Wie heeft er nu in godsnaam ooit het idee gehad een boot te bouwen met een volledige stompe neus? Iedereen dan maar weer op z'n vertrouwde plaats en op naar de Krammersluis. We verlaten deze sluis en komen via het Zijpe, het Mastgat en het Keeten (wie heeft die namen allemaal uitgevonden?) waar we de stroming mee hebben eindelijk aan op de Oosterschelde.
Krammersluis
Anticlimax.
Vanaf dan moeten we tegen de stroom en de wind
opvaren. De afstand naar het Sas van Goes is niet groot meer maar het gaat heel erg
langzaam en de motor moet verschrikkelijk hard werken. Bovendien kunnen we niet de kortste
route nemen want er zijn gevaarlijke zandbanken rondom. Netjes binnen de boeien blijven is
de boodschap. Het is al 20u, de zon zal snel ondergaan en gespannen hopen we dat we er nog
geraken voor het donker. Het sas in in zicht! Nog enkele honderen meters en onze tocht zit
er op. En dan slaat het noodlot toe.
Plotsklaps maakt de motor heel hoge toeren en we voelen onmiddellijk dat er geen
vooruitstuwing meer is. Wat een ramp! We denken dat de schroef verdwenen is maar heel
zeker zijn we niet. Het is al te donker om het te zien. Goed, we zullen het anker
uitgooien om te blijven waar we zijn zodanig dat we de motor kunnen omhoogtillen. Maar het
blijkt dat het ankertouw gewoon veel te kort is. Deze boot heeft nooit ergens anders
gevaren dan in vrij ondiepe kanalen en meren in centraal Nederland. We drijven hopeloos
weg van de haven en er is absoluut niemand in de buurt die ons kan helpen.
Zolang men aan het varen is bewaart de boot een soort van evenwicht maar nu we volledig
overgeleverd zijn aan stroming, wind en golfslag begint de bemanning tekenen van zeeziekte
te tonen. Ergens onderweg waren we al een van de reddingsboeien kwijt geraakt en nu zien
we ook de tweede overboord gaan door de deining. Er is geen andere mogelijkheid meer dan
Jelle's gsm te gebruiken dus we bellen naar het noodnummer 112. Men verbindt ons door met
de kustwacht die dan weer op zijn beurt een sleepdienst verwittigt. Een half uurtje later
komt ie aan: de Multratug 6. Het is intussen helemaal donker maar het aanpikken en slepen
gaat vrij vlot. We moeten al heel ver afgedreven zijn want twintig minuten duurt het om
weer bij het Sas aan te komen. De vriendelijke schipper van de sleepboot belooft een goed
woordje te doen om de prijs zo laag mogelijk te houden maar hij kan niets beloven.
Achteraf weten we waarom: bijna 900 euro kost dit grapje!
Dag 3: Avontuur voorbij.
De volgende morgen kunnen we de motor even van dichtbij bekijken. We zien nu dat de schroef er nog aan hangt. Dat is eigenlijk slecht nieuws want het betekent ernstige schade binnenin en ook dat zal veel geld kosten. Overdag zijn er wel andere bootjes op het water en het kost ons niet veel moeite om iemand te vinden die ons tot op onze plek wil slepen. We zijn er geraakt. Nu is het wachten op Rosanne om ons terug naar huis te brengen. Eerst even de havenmeester verwittigen dat we er zijn.
sluis Goes
De nabeschouwing.
Eerst en vooral de motor. Die bleek te oud om nog te
laten herstellen. We hebben dan maar een nieuwe (tweedehands) gekocht. Ditmaal electrisch
gestart en dat is een leuke luxe. De reisgegevens: 178 km hebben we gevaren met een
gemiddelde snelheid van 7,8 km/u. In totaal verbuikten we 120L benzine. Het was leuk en
niet zonder emoties. Als vakantie kan dit tellen maar voor hetzelfde geld (letterlijk)
hadden we evengoed 2 weken met z'n allen naar Griekenland kunnen vliegen... Toch hebben we
er geenszins spijt van!
Herman Maes
[email protected]