beschrijving |
Trekschuit/Jaagschuit/Pakschuit |
In de zeventiende en achttiende eeuw waren de
waterwegen in ons land veel belangrijker dan de landwegen.
Reeds in 1581 schreef de Italiaan
Lodovico Guicciardini over zijn eerdere bezoek in 1567 aan ons land in zijn in het
Nederlands vertaalde 'Descrittione di tutti i Paesi Bassi, altrimenti detti
Germania inferiore' dat de bewoners "soo
veel grachten ende waterloopen ghemaeckt hebben, dat men niet alleen van d'een
stadt tot d'anclere, maar oock van het een groot dorp tot het andere, soo
gerieffelijck ofte gherieffelijcker als te lande can reysen".
De Engelsman J. Phillips die in 1803 een boek publiceerde over het vervoer in ons land zegt dat de Hollandse kanalen eigenlijk vergeleken konden worden met de Engelse wegen, want zoals deze Engelse wegen vol zijn met allerlei soorten wagens, zo reizen de Nederlanders in hun boten, hun vrachtschepen en hun trekschuiten voortdurend van de ene plaats naar de andere, van de provincie naar de grote steden en andersom. Er is ��n bijzonder ding dat deze schrijver als merkwaardigheid vermeldt. "Een inwoner van Rotterdam kan door middel van die kanalen zijn ontbijt gebruiken in Delft of Den Haag, dan eten in Leiden en het avondbrood gebruiken in Amsterdam of zelfs terugkeren voordat de dag ten einde is". Dat vond die Engelsman het grootste wonder van die snelle vaart op de kanalen rond 1800.
Een andere Engelsman schrijft dat nergens het
aantal waterwegen zo groot is als in Holland; "dat is dan wel een van de
voornaamste gemakken voor de Nederlandse handel. Hier trekt een paard zoveel
goederen in een schuit voort als elders vijftig paarden op karren kunnen doen,
Een nijver man reist hier zonder tijdverlies", want hij schrijft, "eet, slaapt,
terwijl hij in de trekschuit reist."
Het tafereel doet denken aan Jan Steen.
Zijn de opvarenden aangeschoten?
Er is een leeg bommekijn te
water geraakt. Bij de rijk versierde spiegel wordt het vaatje met
een bootshaak of vaarboom opgevist of naar de kant geduwd. De man
en vrouw op de achterplecht zijn fraai gekleed. Gaat het om een bruidspaar? De jaagmast is
getooid met vlag en wimpel. Een muzikant zit lustig te
fluiten. De man bij de mast zingt mee, of vraagt met zijn armgebaar: "Wanneer vertrekken we nu eens?" Op de voorplecht tracht men kennelijk iemand bij zinnen te brengen
terwijl vanaf de steiger een nieuw vaatje wordt aangedragen. Pakschuit Twee gedichtjes over het harde beroep van
schuitevoerder en vrachtschipper uit het kinderboek: "Nederlandsche Tafereelen van kunsten,
ambachten en bedrijven" van P.N.Muyt uit 1830
Bron: J.M.Fuchs.
'
Twee prenten met trekschuiten van Reinier Nooms, midden 17e eeuw.
Ook 's nachts werd gejaagd. Schilderij "Riviergezicht met
trekschuit bij maanlicht" van Aert van der Meer ca. 1650.
Het inrichtingsplan van een tot trekschuit opgebouwde snik
door Museumwerf 't Kromhout uit 1977.
Het trekvaartennetwerk [1665] in de Noordelijke Nederlanden na
voortvarend gegraaf vanaf 1656.
Bron: de
scriptie van Jan Rozek voor het behalen van de graad "Master in de
Geschiedenis" aan de universiteit van Gent
Trek- of jaagschuitje; kijk ook bij Schippejaag'n.
Volgens G.C.E. Crone: "Afkomstig
van eene Amsterdamsche
schuitenwerf waar thans het Amstelhotel staat". [� 1830]
Trekschuit Den Haag - Delft. Aquarel zonder naam, Atlas van Stolk,
19e eeuw.
Interieur van een trekschuit met daaromheen een
jaagpaard,
schipper, laad- en losboom,
rolpaal en goederen. ca 1850
Zaans tentjacht met elegant gezelschap circa 1840. Litho
van H.Greven.
Trekschuit (beurtscheepje voor personenvervoer) in een
veenkoloniekanaal met deklast op de roef.
Het trekschuitenveer De Leidsche-dam te Leiden ca 1750
Uitsnede van een oliedoek van Ludolf Backhuyzen [1631-1708] van een
tafereel op het IJ.
Op de voorgrond een (volks)trekschuit of tentjacht.
Binnenvaarttaal
spreekt liever over een (speel)jaagschuit.
Op de achtergrond een fregat dat de gegeide (opgehaalde) zeilen laat drogen.
Opvallend is de enorme vlagvoering
van die tijd. Mogelijk
negenkleeds (meer dan 7 meter hoog).
zes en zestigste tafereel: de
schuitevoerder
vijf en zeventigste tafereel: de vracht-schipper
Typische pakschuit met een zware, schuin voorover hellende
voorsteven en een vrij platte gestrekte bouw.
Leiden rond de eeuwwisseling 19e - 20e eeuw. Zuid-Hollandse trekschuiten op een mooie zomerdag.
Binnenvaarttaal
duidt ze in het bijzonder als pak- of tentschuiten.
Uitzonderlijke foto van een grote pak-, jaagschuit die ook meren kon oversteken.
De schuit was voorzien van zwaarden en aan de hoge jaagmast kon zeiltuig gevoerd worden.