beschrijving |
Buis vanaf 1600 |
|
Na�eve, maar technisch goede tekening van een waarschijnlijk koopvaardijbuis, want de getekende botteloef zou bij haringvangst alleen maar hinder opleveren. |
Een haringbuis door Scheepsbouwer Cornelis van Yk [1697].
Geen invallende spiegel meer
"Buizen op de nering" Penschilderij van Pieter Vogelaer
[1641-1720].
Onder bescherming van een buysconvoyer is een groot aantal buizen de vleet aan
het binnenhalen.
Scheepsgevecht tussen de buis van schipper Kees de Jonge
en Engelse vissers, 9 augustus 1652
Rechtsboven het portret van Vlielandse schipper "Jonge Kees" in ovaal met
lauwerkrans.
"Koopvaardy buys Zeylende by de wind" [1789].
De grotere vierkantgetuigde koopvaardijbuizen waren kustvaarders
die in de Oostzee en langs de Engelse en Franse kust opereerden.
Haringbuis Vigelantie ca 1800, model.
Toen de Nederlandse scheepsbouw de karveelmethode goed in de vingers had
greep men terug naar de oude vertrouwde ronde afbouw van het achterschip.
Zie de sterk gebogen stroken vanaf het gaarboord (zandstrook) boven de kiel.
Prachtig aquarel van Izaak Schouman rond 1846 van de
haringbuis "Dankbaarheid" uit Amsterdam. De laatste haringbuis verdween in 1886
Toen in het jaar 1657 de oorlog de vrees deed ontstaan dat
de haringbuizen niet in zee zouden kunnen steken, vindt men bij een beroemd
schrijver opgetekend: "Het zou een goudmijn wezen, die gestopt was. Het getal
der haringbuizen beliep ongeveer twee duizend; op iedere haringbuis dienden
veertien matrozen; dus bedroeg de geheele bemanning acht en twintig duizend
personen; behalve deze waren er nog wel acht en twintig duizend, die met netten
breiden, timmeren, kuipen en anderen arbeid, daarvan leefden; van de varenden
was wel de helft getrouwd; dan nog moest men er bij voegen, het groot aantal
schepen, waarmede de visch naar oost en west verzonden werd, zoodat men wel kon
berekenen dat er honderd duizend menschen van de haringvangst bestonden".
De belangrijkheid van deze handelstak was reeds in de 18e eeuw zeer verminderd.
In plaats van twee duizend voeren er in het jaar 1736 uit de navolgende steden
slechts 219 buizen uit:
Vlaardingen
Enkhuizen Maaslandsluis Rotterdam Delftshaven De Rijp Schiedam |
84 60 19 16 15 13 12 ----- 219 |
Later was het zelfs nodig die aan te moedigen. In 1775
loofde de staten van Holland een premie van vijfhonderd gulden voor iedere
uitvarende buis. Nog later werd dat tot vierhonderd verminderd.
Bron: Het boek der uitvindingen, ambachten en fabrieken III, Leiden 1858.