Naar inhoud springen

Bichenows astrild

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
(Doorverwezen vanaf Stizoptera bichenovii)
Bichenows astrild
IUCN-status: Niet bedreigd[1] (2016)
Bichenows astrild
Taxonomische indeling
Rijk:Animalia (Dieren)
Stam:Chordata (Chordadieren)
Klasse:Aves (Vogels)
Orde:Passeriformes (Zangvogels)
Familie:Estrildidae (Prachtvinken)
Geslacht:Stizoptera
Soort
Stizoptera bichenovii
(Vigors & Horsfield, 1827)
Afbeeldingen op Wikimedia Commons Wikimedia Commons
Bichenows astrild op Wikispecies Wikispecies
Portaal  Portaalicoon   Biologie
Vogels

Bichenows astrild ( Stizoptera bichenovii synoniemen: Poephila bichenovii en Taeniopygia bichenovii) is een klein, maar door zijn uiterlijk, opvallend vogeltje behorend tot de familie van de prachtvinken (Estrildidae).

Schedelkapje, nek en rug zijn grijs. Een apart wit gezichtje, omgeven door een zwarte lijn die loopt van de snavel boven het oog langs, om de wangen heen naar onder de keel een nekband vormend. Keel en borst zijn wit met daartussen nog een zwarte band. De buik is grijsachtig wit. De vleugels zijn bruin-grijs met witte vlekjes. De romp en de staart zijn zwart. Het mannetje is praktisch gelijk aan het vrouwtje. De totale lengte van Bichenows astrild is 9–10 centimeter.

Voortplanting

[bewerken | brontekst bewerken]

Het vrouwtje legt vier tot zes eieren, die beurtelings door beide seksen worden bebroed. Ook het voeren van de jongen gebeurt door beide seksen. Na ongeveer een maand verlaten de jongen het nest.[2]

Verspreiding en leefgebied

[bewerken | brontekst bewerken]

Deze soort telt twee ondersoorten:

  • S. b. annulosa: noordwestelijk en noordelijk Australië.
  • S. b. bichenovii: oostelijk Australië.

Het leefgebied bestaat uit half open bos, scrubland, vegetatie langs waterlopen, suikerrietvelden, onkruid langs wegen en ook in parken en tuinen.

De grootte van de wereldpopulatie is niet gekwantificeerd. Men veronderstelt dat de soort in aantal stabiel is. Om deze redenen staat Bichenows astrild als niet bedreigd op de Rode Lijst van de IUCN.[1]

Verzorging als kooivogel

[bewerken | brontekst bewerken]

De vogeltjes zijn vrij teer en vergen een goed geacclimatiseerd verblijf met een temperatuur van ten minste 18 °C. Ze moeten gevoederd worden met fijn kanariezaad en gele gierst, graszaad en groenvoer. Daarbij moet vers drinkwater, grit en maagkiezel altijd ter beschikking staan.