Naar inhoud springen

Europees Sociaal Handvest: verschil tussen versies

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Pompidom (overleg | bijdragen)
k Link naar doorverwijspagina gerepareerd (Collectief naar collectief (samenwerkingsverband)), met behulp van pop-ups
Luckas-bot (overleg | bijdragen)
k r2.7.1) (Robot: toegevoegd: et:Euroopa sotsiaalharta
Regel 64: Regel 64:
[[de:Europäische Sozialcharta]]
[[de:Europäische Sozialcharta]]
[[en:European Social Charter]]
[[en:European Social Charter]]
[[et:Euroopa sotsiaalharta]]
[[fr:Charte sociale européenne]]
[[fr:Charte sociale européenne]]
[[lt:Europos socialinė chartija]]
[[lt:Europos socialinė chartija]]

Versie van 18 okt 2011 16:48

Het Europees Sociaal Handvest (ESH) is een mensenrechtenverdrag waarin rechten en vrijheden vastliggen die moeten worden gerespecteerd door de staten die het ondertekend hebben. Via een overkoepelend mechanisme wordt maximale naleving gegarandeerd. Niettemin zijn de meeste artikelen als aanbevelingen of streefdoel geformuleerd, niet als bindende voorschriften.

Nederland stemde in 2004 in met de laatste versie van het ESH.

Rechten

Rechten die in het ESH zijn vastgelegd (in de in 1999 voor het laatst herziene versie), betreft:

Huisvesting

Gezondheid

Onderwijs

Arbeid

Sociale bescherming

Personenverkeer

  • vergemakkelijking van immigratieformaliteiten voor Europese arbeiders
  • recht op familiereünie
  • vreemdelingen zonder verblijfsrecht hebben recht noodhulp, tot op het moment van terugkeer
  • procedurele bescherming bij uitzetting

Niet-discriminatie:

Europese Comité voor Sociale Rechten

Het Europese Comité voor Sociale Rechten (ECSR) controleert of de aangesloten landen de regels van het handvest naleven. Het comité bestaat uit twaalf onafhankelijke, onpartijdige leden gekozen door het Comité van Ministers van de Raad van Europa. Een zittingsperiode van een comité duurt zes jaar en mag maximaal één keer verlengd worden. De aangesloten staten moeten één keer per jaar een rapport maken waarin staat hoe ze (enkele van) de voorschriften in de praktijk brengen.

Bij schendingen van de regels kunnen de volgende partijen een klacht bij het ECSR indienen:

  • de ETUC, UNICE en IOE
  • niet-gouvernementele organisaties (NGO’s), met adviesstatus bij de Raad van Europa, die op een door het regeringscomité opgestelde lijst staan
  • werknemersorganisaties en vakbonden in aangesloten landen
  • nationale NGO's (in staten die dit ook hebben aanvaard)


[bron?]