Standaardstreekbus

Nederlands bustype

De standaardstreekbus (ook vaak geschreven als standaard streekbus) was een Nederlandse streekbus die werd gebouwd van 1967 tot 1988. Samen met de CSA-stadsbussen waren deze jarenlang beeldbepalend voor het Nederlandse stads- en streekvervoer.

Een Leyland-Verheul LVB668 uit de eerste serie van 1967-1968.
Een 12 meter lange Leyland-Den Oudsten-standaardstreekbus van de DVM. Deze bus (nr. 1694) kwam in 1980 in dienst.
NZH-bus 9452 te Wognum.
Een MB200 van BBA met vergrote filmkast.
Verschillende fronten van standaardstreekbussen.

Standaardisering

bewerken

Voorgeschiedenis

bewerken

Standaardisering in het Nederlandse streekvervoer was niet nieuw. "De" standaardstreekbus die in 1967 door busbouwer Verheul in samenwerking met de Nederlandse Spoorwegen (toen nog het moederbedrijf van vele busondernemingen) werd geïntroduceerd, was slechts een volgende fase in een al tientallen jaren lopend proces. In de jaren veertig, vijftig en zestig werden in opdracht van het Inkoopbureau van de NS grote hoeveelheden bussen centraal ingekocht en over de dochterondernemingen verdeeld. De Leyland-Verheul LVB668-standaardbus van 1967 was geëvolueerd vanuit standaardtypen die vanaf omstreeks 1955 in productie waren en in de tussenliggende jaren regelmatig waren gemodificeerd.

De bussen die de NS-dochters sinds de late jaren veertig aanschaften waren van een beperkt aantal merken (Crossley, Scania-Vabis en Ford, later AEC en vooral Leyland en DAF). Zij werden gebouwd door carrosseriefabrieken als Werkspoor, Verheul, Hainje en Den Oudsten die zich moesten houden aan specificaties die de NS-bedrijven hadden vastgesteld. Hierdoor ontstond een grote mate van standaardisatie en waren veel onderdelen bruikbaar voor verschillende autobustypen. Doordat het Centraal Autoherstelbedrijf (CAB) te Utrecht (ook een NS-dochter) zowel de ontwerpfase als het onderhoud coördineerde, was al voor 1950 een efficiënte en gestandaardiseerde technische bedrijfsvoering ontstaan.

In de jaren zestig ontstond de behoefte aan modernere bussen. Door de stijgende welvaart verloor de bus steeds meer terrein in de concurrentieslag met de auto. Vooral op het gebied van comfort liet de bus veel te wensen over. In het niet bij de NS aangesloten deel van het streekvervoer (een gestaag slinkende maar toch grote minderheid) stelden de vele verschillende bustypen de vervoerders ook voor problemen met moeizaam onderhoud, omdat kennis en materiaal voor vele verschillende bussen nodig was. Niet alleen waren nieuwe bussen noodzakelijk, ook een nog breder verbreide standaardisatie was gewenst om onderhoud te vergemakkelijken. Leyland had al begin jaren 50 een nieuw chassis ontwikkeld met een underfloor motor en een trambusmodel met de instap voor de vooras. In de jaren 50 kwam Verheul met een nieuwe zelfdragende carrosserie, die het mogelijk maakte lichtere bussen te bouwen. In 1958 kwam Werkspoor met de nieuwe zwenkzwaaideuren. Elk van beide fabrieken ontwierp een opvallende anti-reflex voorruit: Verheul een geknikte en Werkspoor een gekromde. Deze en meer innovaties werden gebruikt bij het ontwerpen van nieuwe autobustypen zoals de 'bolramer-streekbus' van Werkspoor en de '(Royal) Holland Coach' van Verheul. Beide zelfdragende typen maakten gebruik van Leyland-componenten. De honderden bussen die ervan gebouwd zijn, waren de voorlopers van de standaard-streekbus van 1967.

Bouwwijze

bewerken

Deze bus kreeg de typeaanduiding LVB 668. Dit stond voor Leyland-Verheul Bus met een wielbasis van 6 meter en een Leyland 0.680 dieselmotor. Het ging om bussen met een zelfdragende constructie van Verheul met componenten van Leyland. De carrosserievorm was ontworpen door P. van der Bas van Verheul. De nummering van de bussen was door de afdeling Vervoerscoördinatie van de NS, later ESO, eveneens gestandaardiseerd. Deze eerste bussen voor onder andere NZH, Citosa, LTM en Zuidooster kregen de nummers 1000-1129. Snel kwamen ook Leyland-bussen met een zelfdragende opbouw van Den Oudsten, de Leyland-Den Oudsten LOB.

DAF kwam aan het einde van de jaren 60 met het MB200-chassis waarop een opbouw van Den Oudsten werd gezet. In tegenstelling tot de 'Leyland-achtigen' ging het bij DAF dus niet om zelfdragende bouw. In de beginjaren waren de meeste bussen van het merk Leyland, maar geleidelijk kreeg DAF de overhand omdat Leyland prijstechnisch niet langer kon concurreren met DAF en omdat de service en kwaliteit achteruit gingen. De laatste bus met Leyland-componenten werd in 1981 geleverd. Uiteindelijk werd het grootste deel van de standaardstreekbussen op chassis van DAF gebouwd. Het meest gebruikt waren de DAF MB200 DKDL600 en DKDL564. Laatstgenoemd type had een kortere wielbasis, waardoor een bredere instapdeur mogelijk was. Ook Mercedes en Volvo leverden onderstellen voor de standaardstreekbus, maar veel minder dan Leyland en DAF. Voor het KLM-Autobusbedrijf werd een variant van de standaardbus gebouwd met een Neoplan-chassis.

Carrosserie

bewerken

De eerste carrosseriebouwer van de standaardstreekbus was Verheul te Waddinxveen/Gouda, een onderdeel van Leyland. In 1970 brandde de fabriek van Verheul uit en werd de productie gestaakt. Dit betekende de opkomst voor Den Oudsten te Woerden en deze werd de grootste bouwer van carrosserieën voor de standaardstreekbus. De eerste bussen met zelfdragende carrosserie werden met Leyland-componenten gebouwd met de aanduiding LOB (Leyland-Den Oudsten Bus). Andere grotere bouwers waren Hainje te Heerenveen (tegenwoordig VDL Bus Heerenveen) en de Belgische bussenbouwers Van Hool te Koningshooikt en Jonckheere te Roeselare (nu VDL Bus Roeselare). Ook twee niet meer bestaande, in Montfoort gevestigde kleinere carrosseriefabrieken Domburg en Van Rooijen hebben een aantal van deze bussen geleverd.

Varianten

bewerken
 
Bus 8899 van de GADO te Groningen. Het is een 12-meter DAF-Den Oudsten MB200 uit 1981.

In totaal werden er 5574 standaardstreekbussen gebouwd. Hoewel de term "standaard" anders doet vermoeden, waren er verschillende varianten in omloop.

De eerste standaardstreekbussen hadden een smalle instap met dubbele deuren en een brede achteruitstap. Later is overgegaan op een brede instap met twee deuren. Elke deur had twee ruiten. In 1984 kwamen bussen met één ruit (zowel smalle als brede deuren) en de laatste generatie bussen had een eenbladsdeur. Er waren ook varianten met de uitstapdeur helemaal achterin. Ook bestonden er varianten met drie deuren, vaak bedoeld voor een stadsdienst. Deze bussen hadden een smalle instapdeur, een brede uitstapdeur in het midden en een smalle uitstapdeur achterin. De typische standaardstreekbus was ongeveer 11,84 meter lang en had 45 zitplaatsen (41 met een stabalkon in het midden) en bood plaats aan maximaal 80 reizigers.

Vanaf 1971 werd een semi-toervariant geleverd bedoeld voor dagexcursies. Deze leken veel op de lijnbussen maar hadden een verhoogde vloer, een luxer interieur en een geknikte ruit achter de chauffeur. Hiervan bestonden ook subvarianten zonder uitstapdeur. Deze waren lastig te combineren met de gewone lijndienst. Deze variant werd tot 1982 gebouwd, toen duidelijk werd dat deze semi-toerbus (of "veredelde streekbus") niet opgewassen was tegen het comfort van echte touringcars.

Vanaf 1976 werden gelede bussen gebouwd. De eerste versies voor streekvervoerder Westnederland hadden een onderstel van Mercedes en een opbouw van Den Oudsten met vier deuren. Voor de Flevodienst bouwden Volvo en Jonckheere gelede wagens met twee deuren en Den Oudsten bouwde op een verlengd MB200 (MBG205 DKFL530)-chassis van DAF later gelede wagens met drie deuren.

Er werden ook kortere varianten geleverd, vooral bedoeld voor stadsdiensten of minder drukke streeklijnen. Deze kregen de aanduiding "S" voor stad of "K" voor kort. De eerste bussen van deze variant waren de Leyland-LOS (alleen voor Leeuwarden), de Leyland-LOK en de DAF-DOK met opbouwen van Den Oudsten. Ze waren 10,6 meter lang. Later ontwikkelde Den Oudsten een nieuwe variant als korte semi-toerbus op Leyland-LOK. Hiervan werd ook één prototype gebouwd op een verkort MB200-chassis van DAF.

Voor de B-wegen werden smallere bussen gebouwd met een maximale breedte van 2,20 meter. DAF maakte hiervoor eerst gebruik van zijn oude B1600-chassis bij een aantal bussen voor de RTM met een opbouw van Verheul. Later koos men de TB160, waarvan de opbouw werd geleverd door Den Oudsten. De FRAM en de NZH hadden zulke bussen. Het ging in feite om aangepaste vrachtwagenchassis' met verticale ("staande") motor voorin naast de chauffeur.

In 1986 werden twee hybride bussen op het Volvo B10M-55-Cumulo chassis gebouwd voor de TET in Enschede. Bij deze testbussen werd de remenergie in twee tanks opgeslagen. Vanuit deze tanks werd bij het optrekken een hydrostatische motor aangedreven. Dit systeem werd ook in Stockholm (SL) en Londen (LT) getest. Na twee jaar werd dit systeem verwijderd. De opbouw werd geleverd door Den Oudsten.

Speciaal voor het KLM Autobusbedrijf werden bussen met een Neoplan N316NL-chassis gebouwd met een opbouw van Den Oudsten. De eerste van deze bussen kregen een gewone lijndienstuitvoering. Latere bussen kregen een speciale "KLM-kop". Den Oudsten bouwde deze opbouw later ook op MB200-chassis als semi-toerwagen. De wagens hadden een verhoogde vloer om extra bagageruimte te maken. Gewone streekbussen in de 3800- en 3900-serie kregen een halve KLM-kop, dat wil zeggen wel het KLM-front, maar gewone voorruiten.

In tegenstelling tot de CSA-stadsbussen, die snelheden behaalden van ruim 60 km/uur (met enkele uitzonderingen die snelheden haalden van ruim 80 km/uur), kon de standaardstreekbus, die van tijd tot tijd ook de snelweg op moest, snelheden behalen van boven de 100 km/uur.

Vervoerder Centraal Nederland (CN) liet vanaf 1986 nieuwe standaardstreekbussen anders afwerken. De filmkast werd vergroot (naar het voorbeeld van ZABO-bussen van BBA), zonwerende ruiten, stoffen bekleding voor de stoelen, volledig automatische versnellingsbak en een geknikt stuur. Deze bussen hadden een smalle instap met een eenbladsdeur. Toen de BBA op de standaardstreekbus overstapte, nam ook dit bedrijf deze variant in dienst.

 
BBA was een van de laatste vervoersbedrijven die de standaardstreekbus inzetten in de gewone lijndienst. De laatste bussen gingen bij BBA pas in 2008 buiten dienst.

Het uiterlijk van de standaardstreekbus werd langzaam als ouderwets ervaren. Het doek viel toen DAF kwam met het nieuwe MB230- en het SB220-chassis. Hainje en Den Oudsten ontwikkelden hiervoor nieuwe carrosserieën. De Den Oudsten B88 werd gezien als de opvolger van de standaardstreekbus en Centraal Nederland zegde bestelde bussen af en plaatste een nieuwe order voor de B88.

De laatste standaardstreekbussen werden geleverd aan de VAD en de BBA in 1987 en 1988. De VAD kreeg de laatste geproduceerde 12 meter wagens (3924-3931). De BBA kreeg de laatste gelede wagens. Dit waren de 877-881 (ESO 7652-7656). De standaardstreekbussen bleven echter nog lang in dienst en waren zelfs na 2000 nog actief in het streekvervoer, meestal in de reservevloot. Vooral Arriva zette in 2003, na binnenkomst op de Nederlandse markt, op grote schaal oude standaardstreekbussen in. Deze zijn buiten dienst gesteld naarmate nieuwe bussen instroomden.

In 2006 is bijna de gehele vloot standaardstreekbussen buiten dienst gesteld. Alleen BBA had nog enkele bussen achter de hand. Deze werden voornamelijk ingezet bij BBA-Tours, en waren tot en met 2008 nog regelmatig in de (spits)lijndienst te vinden. Veolia heeft in 2007 twee concessies in Noord-Brabant gewonnen en had daarvoor nieuwe bussen besteld, dus werden oude bussen, waaronder de standaardstreekbussen, vervangen. Tot 2008 reden er echter nog steeds enkele standaardstreekbussen voor BBA in de regio Eindhoven. Met de concessieovergang naar Hermes op 14 december 2008 verdwenen deze bussen uit de reizigersdienst.

Leven na de lijndienst

bewerken

Veel standaardstreekbussen zijn lange tijd in de reservevloten van vervoerders gebleven voordat ze verkocht werden. Ook hier zijn ze geleidelijk aan verdwenen. Enkele bussen gingen naar toerbedrijven voor spits- en scholierenritten. Het kwam ook voor dat een standaardstreekbus werd omgebouwd tot cabrio. Een dergelijk exemplaar is in bezit bij de Haagse HTM en bij het Nationaal Bus Museum in Hoogezand (GADO 2783).

De standaardstreekbus is ook in trek bij particulieren. Zo zijn er redelijk wat bussen omgebouwd tot motorhome of camper. Ook de Achterhoekse formatie Normaal gebruikte in het begin van de jaren 90 een standaardstreekbus.

Vanaf 1986 doet de standaardstreekbus, zowel de Leyland- als de DAF-variant, ook dienst als safaribus bij Safaripark Beekse Bergen. Momenteel zijn er op het Safaripark nog 8 DAF-Den Oudsten en 1 DAF-Hainje MB200 streekbus in dienst, naast 7 nieuwere bussen (SB220 B88/B96).

Een groot deel van de bussen werd geëxporteerd. Zo zijn er standaardstreekbussen aan te treffen in onder andere Algerije, België, Congo-Kinshasa, Cuba, Congo, Curaçao, Engeland (en via Engeland naar Gambia en Nigeria), Joegoslavië (Bosnië), Marokko, Polen, Portugal, Roemenië, Rusland, Sierra Leone, Suriname, Tanzania, Vietnam.

Standaardstreekbussen in museaal en particulier bezit

bewerken

De standaardstreekbus is goed vertegenwoordigd in busmusea, maar ook (al dan niet omgebouwd) in bezit van bedrijven en/of particulieren.

Leyland LVB/LOB/LOS/LVS

bewerken
Nummer Serie Bedrijf Bouwjaar Kenteken Bewaard door Opmerking Afbeelding
1000 1000-1129 NZH 1968 BB-53-44 NZH-Vervoermuseum  
1107 1000-1129 Citosa 1968 BB-82-14 Haags Bus Museum  
1113 1000-1129 Zuidooster 1968 BB-83-60 Stichting Veteraan Autobussen  
1121 1000-1129 NOF 1968 BB-83-47 Nationaal Bus Museum Zwaar beschadigd bij aanrijding. Gesloopt (2014). Voormalige Citosa 1111  
22 GVA 1968 ZJ-12-15 Stichting Veteraan Autobussen  
6 1-17 GVG 1968 BB-87-69 Busmuseum van IJsseldijk Voorheen van MUSA  
7 1-17 GVG 1968 AB-99-99 Nationaal Bus Museum  
2086 2000-2723 Westnederland 1970 AS-80-47 Stichting Veteraan Autobussen
5518 Zuidooster 1970 AV-98-30 Stichting Veteraan Autobussen Toerwagen  
5509 5501-5691 Centraal Nederland 1971 BJ-52-85 Nationaal Openbaar Vervoermuseum
5548 5501-5691 Zuidooster 1971 BJ-80-75 Stichting Veteraan Autobussen  
1605 1601-1612 Maarse & Kroon 1971 BJ-95-33 Stichting Veteraan Autobussen Voorheen van MUSA
5614 5614-5615 GADO 1974 GB-85-68 Particulier Camper  
5615 5614-5615 GADO 1974 GB-85-66 Particulier Camper  
2783 2731-2939 GADO 1975 34-XB-53 Nationaal Bus Museum Als cabriobus  
5649 5501-5691 NZH 1976 94-48-HB Stichting Nederlandse Autobus Oldtimers  
74 VAGU 1976 50-71-UB Stichting Autobus Museum Oudewater Toerwagen, inmiddels gesloopt
5677 5501-5691 Westnederland 1976 57-29-PB Nationaal Bus Museum Werkwagen  
57 5501-5691 DVM 1977 29-90-XB Nationaal Bus Museum  
2747 FRAM 1977 37-57-UB Nationaal Openbaar Vervoermuseum Toerwagen, inmiddels gesloopt
2751 GADO 1977 79-24-SB Youngtimerbussen Toerwagen  
76 VAGU 1977 88-58-SB Haags Bus Museum Toerwagen (later als WN 2742)  
2750 ZWN 1977 46-76-UB RTM Oudorp Toerwagen ex RTM 107, voorheen Autobusmuseum Oudewater  
2692 2000-2723 FRAM 1978 36-FB-39 Nationaal Bus Museum  
1155 1150-1199 ZWN 1979 92-JB-05 Stichting Romeo  
1671 1625-1712 FRAM 1980 12-XB-57 Nationaal Bus Museum  
55 55-60 Nefkens 1980 10-VB-19 Stichting Veteraan Autobussen later VAD 1755  
1759 55-60 VAD 1980 10-VB-21 Nationaal Bus Museum ex Nefkens 59  
1698 1625-1712 DVM 1981 BB-31-LD Stichting Museumbus 1698  
Nummer Serie Bedrijf Bouwjaar Kenteken Bewaard door Opmerking Afbeelding
82 81-88 RTM 1968 ZJ-15-65 RTM Ouddorp Wacht op restauratie
87 81-88 RTM 1970 AN-93-95 Stichting Romeo In restauratie
88 81-88 RTM 1970 AN-96-72 RTM Ouddorp Voorheen Autobusmuseum Oudewater, inmiddels gesloopt (2014)  
6915 6993-6805 NZH 1972 DN-05-15 NZH Vervoer Museum
6888 6993-6805 NZH 1972 DN-76-48 Stichting Busmuseum Als infobus
6882 6993-6805 NZH 1972 28-93-DB NZH-Vervoermuseum Als infobus  
1261 1200-1383 Centraal Nederland 1975 64-75-HB Nationaal Openbaar Vervoermuseum Is inmiddels gedemonteerd
174 167-176 GVA 1975 54-02-FB Stichting Veteraan Autobussen Trolleybus
6662 6699-6627 Zuidooster 1978 86-AB-58 Stichting Busmuseum Toerwagen  
8368 8000-8899 Westnederland 1978 54-FB-32 Particulier Afwachting van restauratie
6482 6400-6499 GADO 1980 12-UB-88 Jan Klaver Camper GADO, AOC Terra  
6635 6699-6627 Centraal Nederland 1980 55-TB-84 Stichting BRAM Toerwagen
8616 8000-8899 GADO 1980 74-SB-90 Nationaal Bus Museum
1363 1350-1383 GSM 1980 05-SB-90 Stichting Historisch Streekvervoer Achterhoek  
8910 8900-8975 NZH 1980 40-UB-16 Streekbusmuseum Hoeksewaard Laatste complete Van Hool MB200  
8970 8900-8975 NZH 1980 73-VB-34 NZH-Vervoermuseum Als cabriobus  
6632 6699-6627 VAD 1980 76-SB-76 onbekend Toerwagen, voorheen Autobusmuseum Oudewater
8797 8000-8899 GSM 1981 BB-21-RD Nationaal Bus Museum  
9100 9100-9999 VAD 1981 BD-80-DR Carnavalsvereniging Auwt Prinse Cabrio
1233 9100-9999 MPK Poznań 1982 Historische collectie Poznań Voormalige Westnederland 9287
9274 9100-9999 Westnederland 1982 BD-03-ZF Streekbusmuseum Hoeksewaard Eind 2018 grondig gerestaureerd en gecompleteerd  
9498 9100-9999 GADO 1983 BG-15-KP Noordelijk Openbaar Vervoer Museum Wacht op restauratie
9452 9100-9999 NZH 1983 BG-58-RV NZH-Vervoermuseum  
9520 9100-9999 GSM 1983 BG-68-PX Stadsbus Museum Maastricht Afgevoerd / sloop
9533 9100-9999 VAD 1983 BG-42-NP Stichting Busmuseum In restauratie  
9687 9600-9699 VSL 1984 BJ-52-TD NOV / Particulier In restauratie  
9916 9100-9999 GSM 1985 BN-93-RN Stichting Standaard Streekbus
40 3500-3938 Van Oeveren 1986 BS-61-HT RTM Ouddorp half KLM front, voorheen autobusmuseum Oudewater  
36 NWH 1986 BR-59-TD Busmuseum Oosterwolde half KLM front, later 3585  
191 EMA 1986 BS-84-VR Stichting Veteraan Autobussen KLM front  
3578 3577-3580 DVM 1986 BP-43-ND Busmuseum van IJsseldijk
3681 3500-3938 Westnederland 1986 BS-57-SH Busmuseum van IJsseldijk
3612 Zuidooster 1986 BP-98-XL Stichting Historische Autobussen
413 8300 BBA 1985 BN-28-BJ Opleidingsbus Politie  
434 3500-3938 BBA 1987 BX-52-HB Busmuseum van IJsseldijk  
438 3500-3938 BBA 1987 BX-76-JK Openbaar Vervoer Collectie Nederland  
3821 3500-3938 FRAM 1987 BV-25-XP Stichting Standaard Streekbus half KLM front  
3882 3500-3938 Westnederland 1987 BY-79-TK Haags Bus Museum  
3931 3500-3938 VAD 1988 BZ-45-GN Stichting Veteraan Autobussen half KLM front  
881 7600-7656 BBA 1988 VB-42-JB Stichting Veteraan Autobussen Gelede uitvoering (MBG205)  
Nummer Serie Bedrijf Bouwjaar Kenteken Bewaard door Opmerking Afbeelding
944 941-955 BBA 1987 BT-34-VX Stichting Veteraan Autobussen half KLM front  
bewerken
Zie de categorie Standaardstreekbus van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.