Russische Socialistische Federatieve Sovjetrepubliek
Russische Socialistische Federatieve Sovjetrepubliek (RSFSR) (Russisch: Росси́йская Сове́тская Федерати́вная Социалисти́ческая Респу́блика (РСФСР), Rossijskaja Sovjetskaja Federativnaja Sotsialistitsjeskaja Respoeblika) was van 1917 tot 1922 een onafhankelijke staat. De staat werd in november 1917 geformeerd uit de delen die onder controle stonden van Bolsjewistisch Rusland. Vanaf de oprichting van de Sovjet-Unie in december 1922 maakte de RSFSR daar deel van uit.
Российская Советская Федеративная Социалистическая Республика 'Russische Socialistische Federatieve Sovjetrepubliek' | |||||
---|---|---|---|---|---|
SSR binnen de Sovjet-Unie | |||||
| |||||
| |||||
Kaart | |||||
Algemene gegevens | |||||
Hoofdstad | Moskou | ||||
Oppervlakte | ± 17.075.200km² | ||||
Bevolking | ± 147.386.000 (volkstelling 1989) | ||||
Talen | geen: de facto Russisch | ||||
Volkslied | 1917 - 1918 Arbeidersmarseillaise 1918 - 1944 Internationale 1944 - 1990 Gimn Sovjetskogo Sojoeza 1990 - 1991 Patriottenlied | ||||
Munteenheid | Roebel | ||||
Regering | |||||
Staatshoofd | Voorzitter van het Presidium van de Opperste Sovjet van de Russische Socialistische Federatieve Sovjetrepubliek | ||||
Geschiedenis | |||||
- Ontstaan door Oktoberrevolutie | 7 november 1917 | ||||
- Toetreding Sovjet-Unie | 30 december 1922 | ||||
- Uitroepen onafhankelijkheid | 12 december 1991 |
Sindsdien is de omvang grotendeels hetzelfde gebleven, afgezien van een aantal annexaties en grenscorrecties met de Baltische staten en Finland. Eind 1991 viel de Sovjet-Unie uiteen en ging de RSFSR staatkundig over in de Russische Federatie. De RSFSR had bij de laatste volkstelling van 1989 ruim 147 miljoen inwoners. De hoofdstad was Moskou, tevens de hoofdstad van de Sovjet-Unie.
Bevolkingssamenstelling
bewerkenIn 1970 bestond ruim 83% van de bevolking van de RSFSR uit Russen en voor 3% uit Oekraïners, 7% van de bevolking bestond uit Turkse en Perzische volkeren. Daarnaast waren er nog diverse kleinere bevolkingsgroepen. Voor actuele gegevens in Rusland, zie het artikel Russische Federatie.
Bestuurlijke indeling
bewerkenBij de opheffing van de RSFSR bestond deze uit 49 oblasten, 6 krajs (grote provincies), 16 Autonome Socialistische Sovjetrepublieken (ASSR's), 5 autonome oblasten en tien nationale okroegs.
Bestuur
bewerkenAanvankelijk was de voorzitter van het Centraal Uitvoerende Comité van de Opperste Sovjet van de RSFSR het staatshoofd. In 1938 veranderde dat en werd de voorzitter van de Opperste Sovjet van de RSFSR het staatshoofd. De persoon die als staatshoofd fungeerde, bleef dezelfde: Michail Kalinin, die de functie van 1919 tot vlak voor zijn dood in 1946 vervulde, zonder veel invloed te hebben.
De Opperste Sovjet van de RSFSR fungeerde als parlement. De voorzitter van de Opperste Sovjet van de RSFSR was tevens lid van de Opperste Sovjet van de Sovjet-Unie, wat overigens gold voor alle voorzitters van de Opperste Sovjets van de deelrepublieken (SSR's). Zo had iedere deelrepubliek een afgevaardigde en op die manier wist men de etnische spanningen te verminderen.
Ook had de RSFSR een eigen Raad van Volkscommissarissen (Sovnarkom), vanaf maart 1946 Ministerraad geheten. Ivan Silajev was de laatste voorzitter van de ministerraad van de RSFSR.
Het laatste staatshoofd van de RSFSR was Boris Jeltsin. Hij verklaarde het land in 1991 onafhankelijk en noemde het de Russische Federatie. Als eerste president van de Federatie bleef hij staatshoofd.
Geschiedenis
bewerkenZie:
Economie
bewerkenDe economie van de RSFSR was evenals elders in de Sovjet-Unie geregeld via vijfjarenplannen. De economie werd centraal geregeld (planeconomie) via een Opperste Economische Raad voor de RSFSR, dat echter slechts een onderdeel was van de Opperste Economische Raad van de USSR (Gosplan). Omdat het land zo groot is, en het plannen van de economie vrij moeilijk was, was de RSFSR opgedeeld in 10 economische zones. Zware industrie, bosbouw en landbouw vormden de motor van de economie van de RSFSR.
Privébezit was toegestaan, maar wel beperkt. De meeste bedrijven (behalve de kleine) waren eigendom van de staat, evenals het land, dat gecollectiviseerd was. Er waren kolchozen (collectieve boerengemeenschappen) en sovchozen, staatsboerderijen. Stalin liet de RSFSR, de Wit-Russische SSR en de Oekraïense SSR het snelst collectiviseren.
De levensstandaard in de RSFSR was de hoogste van de Sovjet-Unie, hoewel de Oekraïense SSR en de Wit-Russische SSR qua levensstandaard in de buurt kwamen. Toch was de RSFSR niet welvarend; op veel plekken leefden mensen in armoede.
Zie ook
bewerken- Aleksej Badajev (voorzitter Opperste Sovjet)
- Sergej Syrtsov (voorzitter Raad van Volkscommissarissen)
- Danil Sulimov (voorzitter Raad van Volkscommissarissen)
- Nikolaj Boelganin (voorzitter Raad van Volkscommissarissen)
- Ivan Silajev (Laatste voorzitter Raad van Ministers)