Renée Saint-Cyr

Frans actrice (1904–2004)

Renée Saint-Cyr (Beausoleil, 16 november 1904Neuilly-sur-Seine, 11 juli 2004) was een Franse actrice. Ze verscheen in een zestigtal films over een periode van zestig jaar. Ze was daarnaast ook actief op de planken en af en toe op het kleine scherm.

Renée Saint-Cyr
Renée Saint-Cyr in 1941
Renée Saint-Cyr in 1941
Algemene informatie
Volledige naam Marie-Louise Catherine Eugénie Renée Vittoret
Geboren Beausoleil, 16 november 1904
Overleden Neuilly-sur-Seine, 11 juli 2004
Land Frankrijk
Werk
Jaren actief 1933 - 2002
Beroep Acteur
(en) IMDb-profiel
(mul) TMDb-profiel
(en) AllMovie-profiel
Portaal  Portaalicoon   Film

Leven en werk

bewerken

Afkomst, opleiding en eerste stappen

bewerken

Saint-Cyr werd geboren als de dochter van Marguerite Vittoret, een sopraanzangeres aan de Opera van Marseille. Het lag dan ook voor de hand dat zij zangles volgde aan het conservatorium van Marseille waar ze een eerste prijs behaalde. Ze kreeg er ook onderricht in dramatische kunst.

Aan het begin van de jaren dertig vestigde ze zich in Parijs waar ze in 1933 als filmactrice debuteerde in Les Deux Orphelines, een melodrama van veteraan Maurice Tourneur waarin ze de titelrol deelde met Rosine Deréan. Datzelfde jaar werd ze door Tourneurs zoon, filmregisseur Jacques Tourneur, eveneens gecast: in de komedie Toto, naast de toenmalige populaire jeune premier Albert Préjean. Nog datzelfde jaar was ze te zien naast Fernandel in de komedie D'amour et d'eau fraîche. Dit trio was de voorbode van een druk decennium vol hoofdrollen voor Saint-Cyr.

1934-1943: heel druk decennium

bewerken

In tien jaar tijd verleende Saint-Cyr haar medewerking aan een dertigtal films, hoofdzakelijk populaire komedies. Vermeldenswaardig waren:

Als hoofdactrice verscheen ze meermaals aan de zijde van Jules Berry (3 films), Pierre Brasseur (2), Raymond Rouleau (3) en Paul Meurisse (2). Ze deelde ook de affiche met grote (soms vooroorlogse) namen als Fernandel, Raimu, Harry Baur, Pierre Blanchar, Jean-Louis Barrault en Noël Roquevert.

Latere carrière: draaien met zoon Georges Lautner

bewerken

Tijdens de twee volgende decennia (1945-1964) werkte Saint-Cyr aan amper een dozijn films mee. Ze nam als rijpere dame wel nog steeds de vrouwelijke hoofdrol voor haar rekening. Dit was niet meer het geval vanaf het historisch epos Si Paris nous était conté (1956) waarin ze deel uitmaakte van de uitgebreide sterrencast als Eugénie de Montijo, de laatste keizerin van Frankrijk, en de historische biopic La Fayette (1962), een kaskraker in Frankrijk dat jaar, waarin ze een hertogin vertolkte.

Vanaf het midden van de jaren zestig tot het begin van de jaren negentig bestond haar filmcarrière vooral uit haar medewerking ( bijrollen) aan elf komedies van haar zoon, filmregisseur Georges Lautner. Vermeldenswaardig waren onder meer de spionagekomedie Le Monocle rit jaune (1964), sluitstuk van de trilogie gewijd aan de 'Monocle', en Quelques messieurs trop tranquilles (1973), die behoorlijk wat commerciële bijval genoot en waarin ze uitzonderlijk nog eens de hoofdrol speelde.

Privéleven

bewerken

Saint-Cyr was gehuwd met Charles-Leopold Lautner, een heel gefortuneerde zakenman en juwelier van Weense afkomst, tot aan zijn overlijden in 1938. Hun zoon was filmregisseur Georges Lautner.

Saint-Cyr overleed in 2004 op 99-jarige leeftijd.

Filmografie (ruime selectie)

bewerken

Publicaties van Renée Saint-Cyr

bewerken
  • 1967 - Le Temps de vivre, Plon (roman)
  • 1972 - Autopsie d'une passion, La Table ronde (roman)
  • 1976 - Le Hérisson puni, Éditions France-Empire (verhalen)
  • 1977 - Le Cheval emballé, Éditions France-Empire (roman)
  • 1987 - Un coup de pied dans les étoiles, Plon (roman)
  • 1990 - En toute mauvaise foi, Éditions du Rocher (verhalen)
  • 1994 - Les amis de mes amies, Éditions de Fallois (autobiografie)
  • 2002 - Les Asperges sauvages, Les Chemins de l'espérance (roman)
  • 2004 - Monsieur de., Flammarion (autobiografie)

Publicatie over Renée Saint-Cyr

bewerken
  • 2008 - Claude Hartman: Renée Saint-Cyr - une énigme solaire, ABM-Éditions