Otto Schumann

bevelhebber van de Ordnungspolizei in Nederland in de Tweede Wereldoorlog

Heinrich Eduard Otto Schumann (Metz, 11 september 1886Detmold, 8 november 1952) was een Duitse SS-officier die gedurende de jaren 1940 - 1942 bevelhebber was van de Ordnungspolizei in Nederland tijdens de Tweede Wereldoorlog.

Otto Schumann
Schumann in Amsterdam (1940)
Schumann in Amsterdam (1940)
Geboren 11 september 1886
Metz, Lotharingen, Duitse Keizerrijk
Overleden 8 november 1952
Detmold, Noordrijn-Westfalen, West-Duitsland
Religie Landeskirche, op 20 juni 1942 kerkuittreding, daarna Gottgläubig[1]
Land/zijde Vlag van Duitse Keizerrijk Duitse Keizerrijk
Vlag van Duitsland tijdens de Weimarrepubliek Weimarrepubliek
Vlag van nazi-Duitsland nazi-Duitsland
Onderdeel Pruisische leger
 Kaiserliche Marine
Allgemeine-SS
Ordnungspolizei
Dienstjaren 1907 - 1945
Rang
SS-Gruppenführer
Generalleutnant in de politie
Eenheid 4. Lothringisches Infanterie-Regiment Nr. 136[2]
14 maart 1907[3]
II. Seebataillon
1 oktober 1913 -
31 juli 1914[2][3]
Bevel 11.Kie/II.Seebataillon[2]
1 augustus 1914 -
3 augustus 1914[3]
1. Polizei-Hundertschaft der Schutzpolizei Münster
1 juni 1924 - 1925[4][2]
Inspekteur der Ordnungspolizei (IdO)/Wehrkreis II
1 november 1937 -
24 mei 1940[5][2]
Befehlshaber der Ordnungspolizei (Den Haag)
24 mei 1940 -
1 december 1943[6]
BdO/HöSSPF Donau/Wehrkreis XVII
1 maart 1944 -
1 oktober 1944[2][7]
Slagen/oorlogen Tweede Wereldoorlog
Onderscheidingen zie onderscheidingen
Portaal  Portaalicoon   Tweede Wereldoorlog

Biografie

bewerken

Schumann werd geboren in Metz, dat destijds in het Duitse district Lotharingen lag. Hij was de zoon van een legerofficier en volgde zelf ook een militaire opleiding. In 1907 trad hij in dienst bij het Duitse leger. Tijdens de Eerste Wereldoorlog was hij onder meer commandant van een bataljon. Nadat hij na het einde van de oorlog uit het leger werd ontslagen, sloot hij zich aan bij een vrijkorps in Oost-Pruisen en bekleedde daar diverse bestuurlijke functies, waaronder in 1920 die van Landraad. In 1920 werd hij lid van de Duitse Nationale Volkspartij, maar toen hij in juli 1921 in dienst trad bij de politie, beëindigde hij zijn lidmaatschap van de politieke partij. Op 26 maart 1925 trouwde Schumann met Margarete (geboortenaam Zipper) (geboren 22 september 1887 - 7 november 1945). Margarete was de dochter van de voormalig Generalleutnants a.D. Maximilian Zipper. Het echtpaar kreeg een zoon (20 november 1926 - 24 februari 1927)[4].

Na de machtsovername van Adolf Hitler in 1933 sloot Schumann zich als lidnummer 1.753.690 aan bij de NSDAP. In de volgende jaren maakte hij snel carrière, waarna hij in 1937 als officier in dienst trad bij de een jaar eerder door Heinrich Himmler opgerichte Ordnungspolizei, ook wel bekend als de Grüne Polizei. Twee jaar later werd Schumann opgenomen in de Schutzstaffel met SS-nummer 327.367 en nog geen vier maanden later werd hij bevorderd tot de rang van SS-Standartenführer. Na de inval in Polen bekleedde hij enige tijd voor de Ordnungspolizei een staffunctie bij de Duitse opperbevelhebber in Polen.

Na de Slag om Frankrijk werd hij in juni 1940 aangesteld als bevelhebber van de Ordnungspolizei in de bezette Nederlandse gebieden. Hij werkte op het hoofdkwartier in Den Haag, als direct ondergeschikte van Hanns Albin Rauter. Als bevelhebber was Schumann verantwoordelijk voor de betrokkenheid van de eenheden onder zijn bevel bij de onderdrukking van de Nederlandse bevolking en bij de deportaties van onder meer Joodse Nederlanders. Op 1 juli 1940 nam Schumann naar aanleiding van Anjerdag de eerste anti-Joodse maatregel in Nederland, door deelname van Joden in de Luchtbeschermingsdienst te verbieden.[8][9]

In december 1942 werd Schumann overgeplaatst naar de Duitse stad Münster. In Den Haag werd hij opgevolgd door Heinrich Lankenau (1891-1983).[10] Aan Schumann werd in september 1943 verlof verleend. Van maart tot oktober 1944 keerde hij tijdelijk terug in actieve dienst, als bevelhebber van de Ordnungspolizei in Wenen, waarna zijn dienstverband bij de Ordnungspolizei voorgoed werd beëindigd. Hij had inmiddels de rang van luitenant-generaal der Politie bereikt. Aansluitend zou Schumann tot het einde van de oorlog een staffunctie bekleden bij de Allgemeine-SS. Zijn hoogst bereikte rang bij de SS was die van SS-Gruppenführer; vergelijkbaar met de legerrang van generaal-majoor. In de periode van januari tot mei 1946 werd hij door de geallieerden geïnterneerd. Vanaf november 1948 ontving hij een pensioen.

Carrière

bewerken

Schumann bekleedde verschillende rangen in zowel de Politie als Allgemeine-SS. De volgende tabel laat zien dat de bevorderingen niet synchroon liepen.

Datum Pruisische leger Kaiserliche Marine Politie Allgemeine-SS
Februari 1906[2][11] Fähnrich
14 maart 1907[2][11]
(zonder Patent[11])
Leutnant
24 december 1914[2][11]
Oberleutnant der Marine Infanterie
5 oktober 1916[2][11]
Hauptmann der Marine Infanterie
13 juli 1921[2][11]
(met DA van 14 juni 1907[11])
Hauptmann der Polizei
30 juni 1926[2][11]
(met ingang van 1 april 1936
en RDA van 30 juni 1936[11])
Major der Polizei
5 februari 1936[2][11]
(met ingang van 1 januari 1936
en RDA van 30 januari 1936[11])
Oberstleutnant der Schutzpolizei
21 juli 1937[2][11]
(met ingang van 1 juli 1937
en RDA van 20 april 1937[11])
Oberst der Schutzpolizei
24 november 1938[2][11]
SS-Bewerber
20 april 1939[11]
SS-Mann
20 april 1939[2][11]
SS-Standartenführer
20 april 1940[2][11]
(met RDA van 20 april 1940[11])
Charakter als Generalmajor der Orpo
20 april 1940[2][12]
SS-Oberführer
14 oktober 1940[12]
(met ingang van 1 augustus 1940
en RDA van 6 oktober 1940[12])
Generalmajor in de politie
30 januari 1941[2][13][14][12]
SS-Brigadeführer
27 augustus 1943[12][15]
SS-Gruppenführer
27 augustus 1943[2][13]
(met ingang en RDA van 1 september 1943[12])
Generalleutnant in de politie a.D.[15]

Lidmaatschapsnummers

bewerken

Onderscheidingen

bewerken

Selectie:

Zie de categorie Otto Schumann (Duitse generaal) van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.