Oscar Hertwig

zoöloog uit Duitse Keizerrijk (1849-1922)

Oscar Wilhelm August Hertwig (Friedberg, 21 april 1849Berlijn, 25 oktober 1922) was een Duits zoöloog, anatoom en ontwikkelingsbioloog die in verschillende onderzoeksterreinen bekendheid verwierf. Samen met zijn jongere broer Richard Hertwig (1850–1937) was hij een van de meest vooraanstaande leerlingen van Ernst Haeckel aan de Universiteit van Jena. De gebroeders Hertwig namen Haeckels filosofische ideeëngoed over om de concepten in de toenmalige zoölogie te verruimen. Tussen 1879 en 1883 voerden de broers veel embryologisch onderzoek uit, met name gericht op de theorie van het coeloom (1881), de met vloeistof gevulde lichaamsholte bij vrijwel alle diersoorten.

Oscar Wilhelm
Oscar Hertwig bij een microscoop (1906) Portret door Nicola Perscheid
Oscar Hertwig bij een microscoop (1906)
Portret door Nicola Perscheid
Persoonlijke gegevens
Volledige naam Oscar Wilhelm August Hertwig
Geboortedatum 21 april 1849
Geboorteplaats Friedberg, Groothertogdom Hessen
Overlijdensdatum 25 oktober 1922
Overlijdensplaats Berlijn, Duitse Rijk
Locatie graf Graf op Find a Grave
Academische achtergrond
Alma mater Friedrich-Schiller-Universität JenaBewerken op Wikidata
Promotor Ernst Haeckel
Wetenschappelijk werk
Vakgebied Zoölogie
Bekend van Ontwikkelingsbiologie, celkernbevruchting
Portaal  Portaalicoon   Biologie

Carrière

bewerken

Na enige jaren samen te hebben gewerkt gingen de twee broers gescheiden wegen naar het noorden en zuiden van Duitsland. Oscar Hertwig werd in 1888 professor anatomie in Berlijn; Richard Hertwig doceerde van 1885–1925 zoölogie aan de Ludwig Maximilians-Universiteit in München, waar hij nog veertig jaar hoogleraar zou blijven.

Oscar Hertwig was een expert op het gebied van dierontwikkeling. Hij schreef hierover een toonaangevend leerboek. Bij het bestuderen van zee-egels ontdekte hij dat bevruchting plaatsvindt door middel van de fusie van een zaadcel met een eicel.[1][2] Hij erkende de rol van de celkern voor overerving van genen en chromosoomreductie tijdens meiose: in 1876 publiceerde hij zijn bevindingen over de bevruchting. Hertwigs experimenten met kikkereieren onthulden de zogenaamde Hertwig-regel. Volgens deze regel deelt de cel zich altijd langs zijn lange as (door de oriëntatie van het spoelfiguur).[3]

In 1885 schreef Hertwig over nucleïne, een stof in de celkern is die niet alleen verantwoordelijk is voor de bevruchting, maar ook voor de overdracht van erfelijke eigenschappen.[4] Deze vroege suggestie over genetica werd bijna zestig jaar later bewezen in het experiment van Avery, MacLeod en McCarty, waarin werd aangetoond dat dit inderdaad de rol is van het nucleïnezuur DNA.

Belangrijke werken

bewerken
  • Die Elemente der Entwicklungslehre des Menschen und der Wirbeltiere : Anleitung und Repetitorium für Studierende und Ärzte. Fischer, Jena 5th ed. 1915 Digitale editie door de Universiteits- en staatsbibliotheek Düsseldorf.
  • Das Problem der Befruchtung und der Isotropie des Eies. Eine Theorie der Vererbung. Jenaische Zeitschrift fur Naturwissenschaft 18, 276–318.
  • Das Werden der Organismen, eine Widerlegung der Darwinschen Zufallslehre, Jena, 1916.

Zie ook

bewerken
Zie de categorie Oscar Hertwig van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.