Arthur Mülverstedt

Duits politieagent (1894-1941)

Arthur Ferdinand August Mülverstedt (Gebesee, 30 juni 1894 - Loega, 10 augustus 1941) was een Duitse SS-Gruppenführer. Hij was een Generalleutnant bij de Schutzpolizei.

Arthur Mülverstedt
Generalmajor Arthur Mülverstedt collecteert voor "de dag van de Duitse politie" in 1939.
Generalmajor Arthur Mülverstedt collecteert voor "de dag van de Duitse politie" in 1939.
Geboren 30 juni 1894
Gebesee, Saksen, Pruisen, Duitse Keizerrijk
Overleden 10 augustus 1941
Bij Loega, Oblast Leningrad, Sovjet-Unie
Rustplaats Veldgraf Loega, Sovjet-Unie[1]. Herbegraven: militaire begraafplaats in Veliki Novgorod; blok 11, rij 13, graf 565[2].
Land/zijde Vlag van Duitse Keizerrijk Duitse Keizerrijk
Vlag van Duitsland tijdens de Weimarrepubliek Weimarrepubliek
Vlag van nazi-Duitsland nazi-Duitsland
Onderdeel Deutsches Heer
Heer
Ordnungspolizei
Schutzstaffel
Dienstjaren 1914 - 1919
1932 - 1945
Rang
SS-Gruppenführer en Generalleutnant in de Schutzpolizei
Eenheid Infanterie-Regiment „von Horn“ (3. Rheinisches) Nr. 29[3]
14 maart 1914 -
2 augustus 1914[4]
29e Infanterieregiment
2 augustus 191 -
december 1918[4]
Staf/102e Infanterieregiment
16 maart 1935 -
30 september 1939[5]
Persönlicher Stab Reichsführer-SS
12 maart 1938 -
10 augustus 1941[5]
Bevel Landespolizeigruppe Hannover
14 september 1933 -
15 maart 1935[5]
IdS Wien
14 maart 1938 -
april 1938[5]
Generalinspekteur der Schutzpolizei des Reiches/RSHA
20 april 1937 - maart 1940
4. SS-Polizei-Panzergrenadier-Division
10 november 1940 -
10 augustus 1941[6]
Truppenübungsplatz Kdt Wandern
maart 1940 -
10 november 1940[6]
Slagen/oorlogen Eerste Wereldoorlog

Tweede Wereldoorlog

Onderscheidingen zie onderscheidingen
Portaal  Portaalicoon   Tweede Wereldoorlog

Hij was de zoon van een boer. Hij ging in zijn geboortestad naar de basisschool, waarna hij naar het gymnasium in Erfurt ging. In maart 1914 legde hij zijn eindexamen af. Hierna trad hij als Fahnenjunker toe tot het Infanterie-Regiment „von Horn“ (3. Rheinisches) Nr. 29. Vanaf augustus 1914 was hij als peloton-, compagnie- en bataljonscommandant in de Eerste Wereldoorlog actief. Meervoudig onderscheiden werd hij in de rang van een Oberleutnant ontslagen uit de Deutsches Heer.

Hij trad daarna in dienst van de politie. In Berlijn werkte hij als Hauptmann der Sicherheitspolizei en klom op tot commandant van de Landespolizei in Hannover die hij in de rang van een Oberstleutnant bekleedde.

Hij werd nog voor de machtsovername, in 1932 lid van de NSDAP. In maart 1935 stapte hij over naar de Wehrmacht, en werd daar stafofficier in het Infanterie-Regiment 102. Later werd hij commandant van het Infanterie-Bataillon 68. Begin oktober 1936 keerde hij terug in politiedienst, waar hij als plaatsvervanger van de Generalinspekteur der Schutzpolizei des Reiches in het hoofdkantoor van de Ordnungspolizei werkte.

Op 20 april 1938 werd Mülverstedt lid van de SS en kreeg de rang van een SS-Oberführer. Een jaar later was hij al bevorderd tot SS-Brigadeführer. Op 6 oktober 1940 werd hij tot Generalleutnant der Schutzpolizei en op 9 november 1940 tot SS-Gruppenführer bevorderd. Na de Duitse bezetting van Tsjecho-Slowakije nam hij extra leidinggevende politiefuncties in Ostmark en in Sudetenland over.

Aan het begin van de Tweede Wereldoorlog was hij in het kielzog van het 4e Leger tijdens de aanval op Polen, commandant van de politiegroep 5 en Befehlshaber der Ordnungspolizei (BdO) in het gebied van het Armeeoberkommandos 4. Hij was met de "zuiveringen" in Bromberg na de Bloedige Zondag belast. Van maart 1940 tot november 1940 was hij de commandant van het militair oefenterrein in Wandern. Van 12 november 1940 tot zijn dood op 10 augustus 1941, was hij commandant van de 4. SS-Polizei-Panzergrenadier-Division. Op 10 augustus 1941 sneuvelde Mülverstedt ten zuiden van Loega door vijandelijk artillerievuur[3].

Familie

bewerken

Op 14 mei 1921 trouwde Mülverstedt met Anne Klagges (geboren 30 oktober 1896 in Leer/Oost-Friesland). Zij was ook lid van de NSDAP met nummer: 1 274 059 (lid geworden op 30 juli 1932). Zij kwam om leven tijdens een geallieerde luchtaanval op Berlijn op 6 maart 1944. Het echtpaar had drie kinderen, één zoon (Claas, geboren op 10 juli 1927) en twee dochters (Inge, geboren op 18 april 1922 en Marie Luise geboren 5 maart 1925). Claas was een Luftwaffe-helper gedurende de Tweede Wereldoorlog. Een van de dochters, Inge trouwde met Leutnant d.R. Walter Schüttel, hij sneuvelde aan het oostfront[7]. De andere dochter Marie Luise genaamd deed dienst in de RAD.[8]

Carrière

bewerken

Mülverstedt bekleedde verschillende rangen in zowel de Deutsche Heer als Heer. De volgende tabel laat zien dat de bevorderingen niet synchroon liepen.

Datum Deutsche Heer Polizei Heer Allgemeine-SS
14 maart 1914[9][10][11] Fahnenjunker
14 maart 1915[9]- 28 oktober 1915[10][3] Leutnant
20 juni 1918[9][10][3][11] Oberleutnant
15 september 1919[9][3][11]
Oberleutnant der Sicherheitspolizei
Juli 1921[11]
Hauptmann der Sicherheitspolizei
11 augustus 1932[9][3][11]
Major der Schutzpolizei
14 september[11] 1933[9][3]
Oberstleutnant der Landespolizei
16 maart 1935[3][11]
Oberstleutnant
1 oktober 1936[9][11]
Oberst der Schutzpolizei
20 april 1937[9][10][3][11]
Generalmajor der Schutzpolizei
12 maart 1938[11]
SS-Mann
20 april 1938
(RDA vanaf 12 maart 1938[9][3][4])
SS-Oberführer
20 april 1939[9][10][3][4]
SS-Brigadeführer
6 oktober 1940[9][10][3]
(met ingang vanaf 1 september 1940[4])
Generalleutnant der Schutzpolizei
9 november 1940[9][10][3][4]
SS-Gruppenführer

Lidmaatschapsnummers

bewerken

Onderscheidingen

bewerken
 
Het Duits hoofdkwartier in het Klein Seminarie aan de Arnhemseweg 348 te Apeldoorn. Het werd vernoemd naar generaal Mülverstedt.

Mülverstedt was de eerste SS-generaal (divisiecommandant) die sneuvelde tijdens operatie Barbarossa[8]. Het Duitse hoofdkwartier in het Klein Seminarie op de Arnhemseweg 348 te Apeldoorn, werd vernoemd naar Mülverstedt[12].

Literatuur

bewerken
  • (de) Klee, Ernst. Das Personenlexikon zum Dritten Reich. Wer war was vor und nach 1945. 2. Auflage. Fischer-Taschenbuch-Verlag, Frankfurt am Main 2007, ISBN 978-3-596-16048-8.
bewerken